Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2156/GB, 20 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:20-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/2156/GB

Betreft: [klager] datum: 20 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 juli 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard afgewezen.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 14 oktober 2009 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis (unit 6) te Vught.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Klager heeft al ruim een jaar geen rapport meer gehad. Klager verblijft niet op een afdeling met 24 gedetineerden, zoals de selectiefunctionaris stelt, maar op een afdeling met 12 gedetineerden. De
selectiefunctionaris geeft aan dat het voor klager beter is als hij op een kleinere afdeling verblijft, omdat klager dan beter gecontroleerd kan worden. Klager vraagt zich af waarom hij gecontroleerd dient te worden. Klager is van mening dat hij in de
gevangenis te Vught geen eerlijke kans krijgt, waardoor hij op persoonlijk vlak niet vooruit kan komen. Klager is onterecht overgeplaatst geweest naar een inrichting voor beperkt gemeenschapsgeschikte gedetineerden (b.g.g.) en hij is van mening dat de
selectiefunctionaris de overplaatsing naar een inrichting met een b.g.g.-regime blijft gebruiken als argument tegen klagers overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard. Klager heeft het gevoel dat de beslissing van de selectiefunctionaris
tot afwijzing van klagers verzoek iets persoonlijks is, omdat klagers beroep tegen de overplaatsing naar een inrichting met een b.g.g.-regime gegrond is verklaard. De inrichting adviseert positief ten aanzien van klagers overplaatsing naar de p.i.
Zuid-Limburg.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager verblijft pas sinds begin maart 2011 in de inrichting voor algemeen gemeenschapsgeschikten (a.g.g.) van de gevangenis te Vught. Klager heeft tijdens zijn verblijf in de gevangenis te Vught geen rapporten of disciplinaire straffen gehad. Dit in
tegenstelling tot zijn verblijf in de p.i. Breda en de locatie Roermond. Klager is naar aanleiding van zijn functioneren in een inrichting met een b.g.g.-regime geplaatst. Na een halfjaar is klager overgeplaatst naar een inrichting met een
a.g.g.-regime
omdat hij goed functioneerde in de inrichting met een b.g.g.-regime. De selectiefunctionaris heeft het verzoek van klager afgewezen omdat klager nu op een kleinere afdeling met 24 gedetineerden verblijft, waardoor klager in de gevangenis te Vught beter
gecontroleerd kan worden dan in de gevangenis van de locatie Sittard. Tevens heeft de selectiefunctionaris de beschikbare celcapaciteit en klagers functioneren in de locatie Roermond in acht genomen bij zijn beslissing. Klager functioneert goed in de
inrichting met een a.g.g.-regime. Klager kan echter moeilijk met frustraties omgaan. Als klager hierop aangesproken wordt, dan resulteert dit in geïrriteerd gedrag. De selectiefunctionaris veronderstelt dat dit gedrag versterkt wordt in situaties
waarbij klager meer ruimte krijgt en opgaat in het groter geheel van de leefgemeenschap. De selectiefunctionaris neemt afstand van de opmerking waarin klager stelt dat de selectiefunctionaris persoonlijke motieven zou hebben om het verzoek tot
overplaatsing af te wijzen. Klagers stelling dat hij niet eerlijk wordt behandeld in de gevangenis te Vught is een vooringenomen standpunt. Het is gebaseerd op klagers persoonlijke achterdocht. Tijdens klagers verblijf in de inrichting met een
b.g.g.-regime heeft klager een baantje als afdelingsreiniger gehad en ook in de huidige situatie kan klager opteren voor een baantje. Indien klager goed functioneert, is de selectiefunctionaris bereid om vanaf oktober 2011 een overplaatsingsverzoek in
behandeling te nemen.

4. De beoordeling
Klager heeft zijn verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Sittard onvoldoende onderbouwd. De beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden
aangemerkt. Hierbij is in het bijzonder ook in aanmerking genomen dat de selectiefunctionaris bereid is om vanaf oktober 2011 een overplaatsingsverzoek in behandeling te nemen indien klager goed functioneert.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van L.A.M. Karels, secretaris, op 20 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven