Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1986/GB, 12 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:12-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1986/GB

Betreft: [klager] datum: 12 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.A.C. de Vilder, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 22 juni 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft beslist tot overplaatsing van klager naar de gevangenis voor beperkt gemeenschapsgeschikte gedetineerden (b.g.g.) Zoetermeer, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

2. De feiten
Klager is sedert 19 mei 2007 gedetineerd. Hij verbleef in de gevangenis b.g.g. te Vught. Op 24 juni 2011 is hij overgeplaatst naar de locatie Zoetermeer, waar een regime van beperkte gemeenschap geldt.

3. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De beslissing is onvoldoende gemotiveerd. In de beslissing wordt met twee zinnen volstaan waarom klager dient te worden overgeplaatst. Niet wordt gemotiveerd waarom de overplaatsing noodzakelijk is, terwijl kennelijk kan worden volstaan met een
plaatsing in hetzelfde regime. Klager is van mening dat het niet noodzakelijk is om hem over te plaatsen en kan zich niet vinden in de constatering dat er voortdurend sprake zou zijn van gezagsondermijnend en manipulerend gedrag.
De overplaatsing is zeer nadelig voor klager. Klager heeft een relatie met een vriendin buiten de penitentiaire inrichting, die in Vught woont. Met de overplaatsing wordt het voor haar erg lastig om klager te bezoeken en daarmee wordt klager in zijn
belangen geschaad. Dit klemt temeer nu klager voor het eerst in vierenhalf jaar bezoek zonder toezicht zou hebben.
Voorts is klager onder behandeling in het Jeroen Bosch ziekenhuis te Den Bosch. Zijn specialist is daar gevestigd en het is om die reden in het belang van klager dat hij in de nabijheid van het ziekenhuis gedetineerd is. In de beslissing is met het
voorgaande geen rekening gehouden. De beslissing is onzorgvuldig en onvoldoende gemotiveerd en houdt onvoldoende rekening met de belangen van klager bij het kunnen verblijven in de p.i. Vught.
De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
De beslissing is voldoende gemotiveerd. Klagers behandeling is niet strikt noodzakelijk verbonden aan het ziekenhuis Jeroen Bosch in Den Bosch. Het betreft hartklachten die eerst nader worden onderzocht door het ambulance personeel en wanneer er geen
duidelijke diagnose kan worden gesteld, gaat klager naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Dit is sinds zijn verblijf in Vught tien keer voorgekomen.
Wat betreft klagers bezoek is de overplaatsing nadelig, maar dit weegt niet op tegen de noodzakelijke, adequate en alerte begeleiding van klager. Klagers gedrag vergt voortdurend een dusdanige maximale inzet van het personeel zonder dat er
verbeteringen
te verwachten zijn. Nu de directeur heeft vastgesteld dat hij dit niet kan garanderen, gezien de moeizame en verstoorde samenwerking, gezagsondermijnend manipulerend gedrag en zijn langdurige verblijf in combinatie met zijn reële hartklachten, is
besloten klager over te plaatsen. Klager kan overigens bezoek zonder toezicht aanvragen in Zoetermeer.

4. De beoordeling

4.1. De b.g.g. Zoetermeer is een gevangenis voor mannen met een regime van beperkte gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Uit het selectieadvies van de directeur van de gevangenis b.g.g. te Vught van 22 juni 2011 komt naar voren dat klagers verblijf aldaar wordt gekenmerkt door veel incidenten en een steeds lastiger verlopende samenwerking met het personeel.
Gelet hierop kan de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
Hetgeen klager heeft aangevoerd over de bezoekmogelijkheden is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te kunnen komen. Bovendien heeft de selectiefunctionaris aan kunnen nemen dat ook in Zoetermeer voor klager de mogelijkheid bestaat voor
opvang in een ziekenhuis. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. I. Lispet, secretaris, op 12 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven