nummer: 11/934/GA
betreft: [klager] datum: 7 september 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 23 maart 2011 van de beklagcommissie bij de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Hoogeveen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 27 juli 2011, gehouden in de locatie Ooyerhoek Zutphen, is klager gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. D.M. Penn.
De directeur van de p.i. Hoogeveen heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de beklagen en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagen betreffen:
1. Het geen gebruik mogen maken van onderwijsfaciliteiten (410, 411, 429, 006, 008, 023, 030);
2. De stelselmatige controle van poststukken (414, 415, 416, 433, 012, 024, 034, 046);
3. De beslissing van de directeur om klager stelselmatig wekelijks te fouilleren (432);
4. Het niet tijdig verzenden en het onderzoek van poststukken (051, 052);
5. De weigering van de directeur om klager acht postzegels uit te reiken (421);
6. Het uitvallen van de sport in week 50 van 2010 (422);
7. De sluiting van de bibliotheek in week 52 van 2010 (011);
8. De uitsluiting van deelname aan activiteiten, te weten arbeid (048, 050);
De beklagcommissie heeft de beklagen met de nummers 410, 411, 429, 006, 008, 023 en 030 gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven. Aan klager is geen tegemoetkoming toegekend.
De beklagcommissie heeft klager niet-ontvankelijk verklaard in zijn beklagen met de nummers 422 en 011 en heeft de overige klachten ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt schriftelijk gemotiveerd toegelicht. Ter zitting is door en namens klager nog het volgende aangevoerd.
Ten onrechte is geen tegemoetkoming toegekend voor de gegrondverklaring van de beklagen onder 1.
In de uitspraak van 5 maart 2010, 09/3403/GA, heeft de beroepscommissie overwogen dat ten aanzien van de aan klager opgelegde toezichtmaatregelen de directeur maandelijks een eigen belangenafweging dient te maken en deze dient te worden onderbouwd met
schriftelijke verslaglegging en dient te worden getoetst op basis van voldoende inzichtelijke criteria. De beklagcommissie heeft derhalve onjuist geoordeeld over de aan klager opgelegde toezichtmaatregelen. De maatregelen kunnen slechts voor een
bepaalde tijd worden opgelegd. Bij het openen van de post wordt niet voldaan aan de door de beroepscommissie genoemde voorwaarden. De post wordt gelezen. Klager verwijst naar de beslissing van de directeur van 24 november 2010. De beklagcommissie heeft
zich niet uitgesproken over de klacht 415, het openen van een brief van de commissie van toezicht.
Er zijn acht postzegels uit een voor klager bestemd poststuk gehaald. Klager had daarvan een schriftelijke beslissing moeten ontvangen.
Ter compensatie van het wegvallen van de sport in week 50 is nooit extra sport aangeboden.
In de uitspraak van 11 juli 2011, 11/172/GA, is klager ontvankelijk verklaard in zijn klacht over de sluiting van de bibliotheek. De klacht is gegrond verklaard en er is een tegemoetkoming toegekend.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Naar aanleiding van de uitspraak van de beklagcommissie is klager in week 3 van 2011, binnen de aangeboden onderwijsuren, gestart met de opleiding voor het European Computer Driving Licence.
3. De beoordeling
Klachten onder 1
Onder verwijzing naar haar uitspraak van 11 juli 2011, 11/172/GA, zal de beroepscommissie klager een tegemoetkoming van € 20,= toekennen voor de gegrondverklaring van de klachten betreffende het geen gebruik mogen maken van onderwijsfaciliteiten in de
periode van 29 november 2010 tot en met 16 januari 2011.
Klachten onder 2
In klacht 415 wordt geklaagd over het openen van een brief aan klager van de commissie van toezicht. Bij de stukken zit een fotokopie van de enveloppe van de commissie van toezicht, waarop is aangegeven: ’per abuis geopend Piwer [...]’. Door de
directeur is niet weersproken dat de enveloppe is geopend en het beklag zal derhalve gegrond worden verklaard. De beroepscommissie zal volstaan met een gegrondverklaring van het beklag en geen tegemoetkoming toekennen.
Hetgeen in beroep is aangevoerd ten aanzien van de beklagen 414, 416, 433, 012, 024, 034, 046 kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal in zoverre ongegrond worden
verklaard.
Klachten onder 3
Klagers raadsman verwijst naar eerdere uitspraken van de beroepscommissie en geeft aan dat er sprake moet zijn van een belangenafweging die dient te worden getoetst op basis van voldoende inzichtelijke criteria. De beslissing van de directeur om klager
een aantal toezichtmaatregelen op te leggen in verband met klagers plaatsing op de lijst GVM dateert van 24 november 2010. Klager klaagt over een fouillering, een zogenaamde strip search, op 23 december 2010. Uit de beslissing van de directeur van 24
november 2010 blijkt voldoende dat er sprake is geweest van een belangenafweging. Zo wordt aangegeven dat het profiel en de opgelegde maatregelen periodiek zullen worden getoetst en wordt aangegeven dat bij aanvullende informatie een heroverweging zal
worden gemaakt. Uit de stukken komt naar voren dat na 24 november 2010 geen veranderingen hebben plaatsgevonden. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
Klachten onder 4
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
Klachten onder 5
Ingevolge artikel 58, tweede lid onder a, van de Pbw had de directeur klager een schriftelijke mededeling moeten geven van de weigering om de acht postzegels uit te reiken, die in een brief aan klager waren bijgesloten. Het beklag zal gegrond worden
verklaard. Uit de stukken blijkt dat de postzegels in klagers fouillering zijn opgeborgen en dat klager een verzoek kan doen om deze postzegels ter beschikking te krijgen.
De beroepscommissie zal volstaan met een gegrondverklaring van het beklag en geen tegemoetkoming toekennen.
Klachten onder 6
In gevolge artikel 48, tweede lid, van de Pbw heeft de gedetineerde recht op lichamelijke oefening en het beoefenen van sport gedurende tenminste tweemaal drie kwartier per week, voor zover zijn gezondheid zich daar niet tegen verzet. In week 50 van
2010 is de sportaccommodatie benut voor het afnemen van tests voor het personeel. Ter zitting van de beklagcommissie heeft de directeur aangegeven dat in het algemeen in het weekend regelmatig extra sport wordt aangeboden. Nu onvoldoende aannemelijk is
geworden dat de directeur in die week voor een alternatieve sportvoorziening heeft gezorgd heeft hij gehandeld in strijd met zijn zorgplicht. Dat levert ten aanzien van klager een beslissing op als bedoeld in artikel 60, eerste lid, van de Pbw,
waartegen beklag en beroep mogelijk is. Klager is mitsdien ontvankelijk in zijn beklag.
Nu het wegvallen van de sportmomenten niet zijn gecompenseerd zal het beklag alsnog gegrond worden verklaard.
De beroepscommissie zal een tegemoetkoming van € 5,= toekennen.
Klachten onder 7
In de eerdergenoemde uitspraak van 11 juli 2011 is een gelijkluidende klacht over de sluiting van de bibliotheek wegens personele problemen gegrond verklaard en is een tegemoetkoming toegekend. De beroepscommissie zal klager derhalve alsnog ontvangen
in
zijn beklag en het beklag gegrond verklaren. De beroepscommissie zal een tegemoetkoming van € 5,= toekennen.
Klachten onder 8
Hetgeen in beroep is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft de klachten onder 2 (414, 416, 433, 012, 024, 034, 046), 3, 4, 8 ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft de klachten onder 2 gedeeeltelijk (415), 5 en 6 gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
De beroepscommissie kan zich niet verenigingen met de beslissing van de beklagcommissie om ten aanzien van de klachten onder 1 geen tegemoetkoming toe te kennen en verklaart het beroep dan ook in zoverre gegrond.
De beroepscommissie verklaart het beroep voor wat betreft de klachten onder 7 gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie, verklaart klager alsnog ontvankelijk in deze beklagen en verklaart deze beklagen gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager ter zake van (aan aantal van) de hiervoor genoemde gegrond verklaringen een tegemoetkoming toekomt van in totaal € 30,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.A.M. de Wit, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en J. Schagen MA, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 7 september 2011
secretaris voorzitter