Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1927/GB, 6 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:06-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1927/GB

Betreft: [klager] datum: 6 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 16 juni 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de gevangenis van de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 28 september 2010 gedetineerd. Hij verblijft thans in de gevangenis van de locatie Schutterswei te Alkmaar, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Klager is op 27 juli 2011 geselecteerd voor de locatie Westlinge, waar een
regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Op 18 februari 2011 zat klager in het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Haarlem. Hem is toen gevraagd welke gevangenis zijn voorkeur heeft voor overplaatsing. Klager heeft toen de locatie Zuyder Bos als voorkeur
opgegeven. Een week later werd hem medegedeeld dat de selectiefunctionaris niet aan zijn voorkeur kon voldoen, vanwege de lange wachtlijst voor de locatie Zuyder Bos. Op 7 maart 2011 is klager overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie
Schutterswei
te Alkmaar. Klager heeft destijds geen bezwaar aangetekend, omdat hem verteld was dat hij in eenzelfde regime werd geplaatst. Eenmaal daar merkte klager dat de meeste gedetineerden terug zijn geplaatst van een BBI-regime. Klager is voor zijn gevoel
verkeerd geïnformeerd door het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) van de p.i. Haarlem, want als hij had geweten dat de faciliteiten beperkt waren, was hij zeker in bezwaar gegaan. Klager heeft daarom de BSD van de locatie Schutterswei
gevraagd of hij overgeplaatst kon worden, maar het antwoord was “je hebt nog maar een paar maanden dan kun je naar een BBI-regime”. Op 28 juli 2011 is klager formeel in aanmerking gekomen voor BBI-regime. De BSD van Schutterswei heeft een
selectievoorstel aan de selectiefunctionaris en het Openbaar Ministerie (OM) aangeboden, het OM heeft negatief geadviseerd. Aangezien klager nu ook niet naar een halfopen inrichting kan, terwijl hij een Terugdringen Recidive (T.R.)-verklaring heeft
ondertekend, is er nog helemaal niemand van de Reclassering geweest. Er is ook geen RISc-rapport opgemaakt, terwijl klager bereid is om mee te werken. Klager loopt vast door de laksheid van de T.R. en moet nu binnen blijven. Klager voelt zich in de
maling genomen en wil graag ook nog het een en ander mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Het verzoek van klager is afgewezen overeenkomstig het (negatieve) advies van de inrichting. Op 18 februari 2011 is klager geselecteerd voor het Algehele Gemeenschapgeschikten (AGG)-regime van de locatie Schutterswei te Alkmaar. Tegen deze beslissing
heeft klager geen bezwaar aangetekend. Medio juni was er onvoldoende aanleiding om klagers verzoek te honoreren om te worden overgeplaatst naar de AGG van locatie Zuyder Bos. Aan klager is toen meegedeeld dat de BSD van de locatie Schutterswei aan het
onderzoeken is of hij voldoet aan alle voorwaarden met betrekking tot zijn plaatsing in een BBI-inrichting met regimair verlof. Op 14 juli 2011 is er vanuit de locatie Schutterswei een selectievoorstel binnengekomen waarin geadviseerd wordt om klager
in
aanmerking te laten komen voor detentiefasering naar een BBI-regime.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft aangegeven het beroep mondeling toe te willen lichten. Nu geen nadere reden is opgegeven waarom klager wenst te worden gehoord, acht de beroepscommissie zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen. Zij wijst het verzoek
van klager daarom af.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Door klager zijn geen zwaarwegende argumenten
aangevoerd op grond waarvan vooruitlopend op de beslissing van de selectiefunctionaris, klager thans horizontaal moet worden overgeplaatst. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.J. ten Ham, secretaris, op 6 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven