Nummer: 11/2127/GB
Betreft: [klager] datum: 6 september 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 27 juni 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 15 mei 2011 gedetineerd. Hij verblijft in het h.v.b. van de p.i. Almere.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. De Officier van Justitie is bekend met het vervoer naar de rechtbank en heeft zijn goedkeuring gegeven voor overplaatsing. De selectiefunctionaris wijst het verzoek van klager af nu moeilijkheden
worden voorzien met het tijdig op de zitting krijgen van klager. Uit zijn schrijven van 27 juni 2011 blijkt dat de selectiefunctionaris de sociale gronden voor overplaatsing niet heeft meegenomen in de beslissing, terwijl de p.i. Almere wel meewerkt
aan
een verzoek op basis van deze gronden.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht. Klager is ingesloten in het h.v.b. van de p.i. Almere en de inhoudelijke behandeling bij de rechtbank Haarlem moet nog plaatsvinden. In het geval van klager
zijn er onvoldoende gronden om een uitzondering te maken op het beleid dat preventief gehechte gedetineerden worden ingesloten in of nabij het arrondissement van vervolging. Lange reisafstanden zijn inherent aan het gedetineerd zijn en worden niet als
selectiecriterium gehanteerd. Klager heeft geen bijzondere (medische) omstandigheden aangedragen op grond waarvan een uitzondering moet worden gemaakt. Indien klager veroordeeld wordt kan hij zijn voorkeur kenbaar maken voor een locatie in de regio Ter
Apel.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Klager heeft verzocht om overplaatsing teneinde meer contact te kunnen hebben met zijn vriendin en twee zonen. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in
een h.v.b worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen wordt hierop een uitzondering gemaakt. De selectiefunctionaris heeft kunnen aannemen dat hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent zijn bezoek
geen omstandigheid is op grond waarvan een uitzondering moet worden gemaakt. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van A. Verwest, secretaris, op 6 september 2011
secretaris voorzitter