Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1298/TA, 19 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1298/TA

betreft: [klager] datum: 19 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E. Calis, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 27 april 2011 van de beklagcommissie bij de Pompestichting te Nijmegen, verder te noemen de inrichting,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 21 juli 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Amsterdam Over-Amstel, zijn namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting gehoord [...], juridisch medewerker, en [...], waarnemer voor [...], zorgmanager.
Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.
Klagers raadsvrouw mr. L.E. Calis heeft schriftelijk bericht te zijn verhinderd ter zitting te verschijnen en heeft verzocht om aanhouding van de behandeling van het beroep.
De beroepscommissie heeft dit verzoek afgewezen en klager en zijn raadsvrouw in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het verslag dat van het horen ter zitting is opgemaakt dan wel het standpunt in beroep nader toe te lichten. De ontvangen
schriftelijke reactie van klagers raadsvrouw van 2 augustus 2011 is op 3 augustus 2011 ter kennisneming gezonden aan het hoofd van de inrichting.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het onderzoek aan klagers lichaam (visitatie) op 27 februari 2011.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Namens klager is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager betwist ten zeerste dat hij is ontvlamd na de mededeling dat hij zijn kleding moest uittrekken. Hij heeft alleen maar gevraagd naar de reden. Visitatie is een ingrijpende maatregel. Er is geen wettelijke hoorplicht, maar dat laat onverlet dat
men
in een tbs-setting op een normale wijze met elkaar dient om te gaan. Het volledig uitkleden voor een volstrekt vreemde is een enorme inbreuk op het recht op onaantastbaarheid van het lichaam. Het melden dat de reden van de visitatie er niet toe doet is
dan ook in strijd met de fatsoensnormen. Klager is boos geworden, maar bleef aanspreekbaar. Klager betwist met klem dat vanwege zijn boosheid na de visitatie geen gesprek meer mogelijk was. Het is een keiharde leugen dat diezelfde avond nog uitleg aan
klager is gegeven en excuses zijn gemaakt. De zorgmanager heeft dit toegegeven tijdens de zitting van de beklagcommissie. Na de visitatie is niemand meer bij hem gekomen om uitleg te geven. Klager is de volgende dag zelf verhaal gaan halen bij de
sociotherapeuten. Het feit dat een en ander toen is besproken, wil niet zeggen dat er voor klager geen reden was om in beklag te gaan. Er was geen gegronde reden om klager te visiteren. Dit duidt op willekeur en dat is in strijd met de Bvt, het EVRM en
vaste jurisprudentie. De inrichting draait bewust de feiten om teneinde de visitatie te rechtvaardigen. Het is niet juist dat klager in de avond van 27 februari 2011 twee patiënten op bezoek had. De door de inrichting genoemde medepatiënt die met drugs
bekend zou zijn, is pas de avond erna op bezoek geweest. De medepatiënt die wel op 27 februari 2011 bij klager op bezoek was, heeft niets met drugs te maken. Het is de vraag waarom dit dan tot controle van klager moest leiden in verband met zijn
drugsverleden. Klager is al ruim vijf maanden clean en bij de wekelijkse urinecontrole scoort hij telkens negatief. Er was al geruime tijd geen betrokkenheid van klager bij drugsproblemen in de inrichting. De insinuatie dat klager als koerier wordt
gebruikt, klopt niet.
De inrichting heeft erkend dat de gang van zaken niet netjes is en had klager daarom een compensatie moeten bieden.

Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Visitatie wordt, evenals kamercontrole, niet tevoren aangezegd. Na mededeling dat visitatie zal plaatsvinden, wordt deze direct uitgevoerd. Navraag bij de zorgmanager en de bij de visitatie betrokken sociotherapeut leert dat klager na het uittrekken
van
zijn kleding is ontvlamd en heeft gevraagd waarom de visitatie plaatsvond. De sociotherapeut heeft op dat moment gezegd dat de reden er niet toe deed, vermoedelijk om discussie te vermijden. Klager is daardoor extra boos geworden. Uitleg geven was op
dat moment niet meer mogelijk. De sociotherapeut heeft diezelfde avond nog uitleg aan klager gegeven en excuses aangeboden, waarna zij elkaar de hand hebben geschud. Ook de dag erna is er nog over gesproken. Die dag heeft klager beklag ingediend.
De reden van de visitatie was dat de situatie diezelfde avond verdacht werd geacht. Klager had die avond bezoek van een patiënt van een andere afdeling. Deze bezoeker heeft niets met drugs te maken. Tevens was een medepatiënt van zijn afdeling op zijn
kamer aanwezig, wat niet als bezoek wordt beschouwd. In het verweerschrift bij de beklagcommissie staat foutief vermeld dat klager twee bezoekers van andere afdelingen op zijn kamer had. In verband met zijn verslavingsverleden is klager gecontroleerd.
Deze controle is verlopen zoals alle andere controles. Daarbij was van de kant van de sociotherapeut geen sprake van een bepaalde intonatie of een onbeschofte reactie. Er zijn geen fatsoensnormen geschonden. Er is puur gewerkt volgens een wijze die ten
aanzien van alle patiënten plaatsvindt.
Het is niet uit te sluiten dat klager de dag na de visitatie eveneens bezoek van een medepatiënt van een andere afdeling op zijn kamer heeft gehad.

3. De beoordeling
Klager en de inrichting verschillen ten aanzien van een aantal zaken van mening.
Wat daar ook van zij, op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is in ieder geval voldoende aannemelijk geworden dat klager ter handhaving van de orde en veiligheid in de inrichting vanwege door personeel geconstateerd verdacht gedrag van
klager en een medepatiënt, in relatie met klagers verslavingsverleden, is gevisiteerd na het bezoek op klagers kamer van een medepatiënt van een andere afdeling, die niets met drugs te maken heeft, en gelijktijdige aanwezigheid van een medepatiënt van
klagers afdeling op klagers kamer. In het licht van de omstandigheid dat in de inrichting drugs aanwezig zijn en daarin wordt gehandeld is het niet onredelijk te achten dat de inrichting klager vanwege zijn drugsverleden als verslavingsgevoelig
aanmerkt
en hem in geval van als verdacht beschouwd gedrag controleert op aan- of afwezigheid van drugs. De omstandigheid dat klager al geruime tijd negatief scoorde bij urinecontroles kan daaraan op zichzelf niet afdoen.
De beslissing klager op 27 februari 2011 te visiteren is daarom niet in strijd met de wet of een verdragsbepaling en kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, evenmin onredelijk of onbillijk worden geacht.

De omstandigheid dat klager niet voorafgaand aan of tijdens de visitatie direct de reden daarvan is gemeld, vermoedelijk om discussie te vermijden, is niet in strijd met de wet of een gedragsbepaling, noch onredelijk of onbillijk, en evenmin als in
strijd met fatsoensnormen te achten.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, dr. M. Kooyman en mr. C.F. Korvinus, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 19 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven