Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1243/GB, 19 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:19-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1243/GB

Betreft: [klager] datum: 19 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 18 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 23 maart 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring (h.v.b.) van de locatie Sittard. Op 2 maart 2011 is hij geplaatst in de p.i. Ter Apel, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Ten tijde van de eerste beslissing van de selectiefunctionaris van 26 januari 2011 was de identiteit van klager reeds bekend. Klager heeft nooit een beschikking ontvangen waarin hij
ongewenst vreemdeling is verklaard. De p.i. Ter Apel is niet speciaal voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, nu er ook gedetineerden met de Nederlandse nationaliteit zitten. De selectiefunctionaris weigert het selectieadvies naar klager te
sturen, terwijl hij weet dat het Bureau Selectie- en Detentiebegeleiding (BSD) weigert mee te werken.
De plaatsing in de p.i. Ter Apel brengt met zich mee dat klager geen bezoek kan ontvangen. In tegenstelling tot wat de selectiefunctionaris heeft beweerd, is er wel degelijk sprake van gezondheidsproblemen en zijn deze ook in eerdere
schorsingsverzoeken
benoemd. Klager lijdt aan wagenziekte en is bekend met hartproblemen waardoor de lange reis naar het gerechtshof gezondheidsproblemen oplevert. De beslissing van 25 februari 2011 is niet gebaseerd op een zorgvuldige belangenafweging, voldoet niet aan
de
eisen van redelijkheid en billijkheid, bevat tegenstrijdigheden en is gebaseerd op onjuiste informatie. Klagers verzoek moet beschouwd worden als een schorsingsverzoek, nu het van belang is dat de beslissing van de selectiefunctionaris op korte termijn
wordt geschorst. Klager wil zijn beroep graag mondeling toelichten.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Ten tijde van de beslissing van 26 januari 2011 bestond er onduidelijkheid ten aanzien van de identiteit. Klager verbleef in de locatie Sittard onder één van zijn
aliassen met een Belgische nationaliteit. Nu klager een EU-burger zou zijn, moest hij eerst daadwerkelijk ongewenst vreemdeling worden verklaard, voordat hij geplaatst kon worden in een inrichting welke is aangewezen voor de opvang van strafrechtelijk
gedetineerde vreemdelingen. Later werd echter duidelijk dat ondanks dat klager de Belgische nationaliteit had, hij al op 23 september 2002 tot ongewenst vreemdeling is verklaard. Vanuit de inrichting is vervolgens een nieuw selectieadvies opgesteld,
waarna op 25 februari 2011op grond van de nieuwe informatie een andere beslissing is genomen. De p.i. Ter Apel is onder andere bestemd voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Wat betreft de gezondheidsproblematiek van klager blijkt uit de
gegevens van de medische dient van de p.i Ter Apel niet van gezondheidsproblemen die maken dat klager niet in staat is om te reizen. Met betrekking tot klagers wagenziekte kan gesteld worden dat dit gezondheidsprobleem behandelbaar is en klager
Cinnarzine 25 mg, zowel voor de voor de heen- als terugweg, meekrijgt op transport. De overige klachten zijn geen selectiecriteria en klager kan zich ten aanzien van deze klachten wenden tot de directeur van de p.i. Ter Apel.

4. De beoordeling
4.1. Klager heeft aangevoerd het beroep mondeling te willen toelichten. Het verzoek van klager wordt afgewezen. Er zijn geen gronden aangevoerd om dit verzoek te ondersteunen. Op basis van de in beroep overgelegde stukken acht de beroepscommissie
zich voldoende voorgelicht om op het beroep te beslissen.

4.2. De p.i. Ter Apel is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau. Dit is tevens een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen, als bedoeld in artikel 20b, tweede lid
aanhef
en onder a, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (hierna: de Regeling)

4.3. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.4. Door de selectiefunctionaris is gesteld dat klager tot ongewenst vreemdeling is verklaard en na afloop van zijn detentie geen rechtmatig verblijf in Nederland heeft. Dit blijkt tevens uit de beschikking van de Immigratie- en Naturalisatiedienst
en het uitreikingsblad dat op 23 september 2002 aan klager is overhandigd. De beroepscommissie neemt deze informatie op grond van die stukken als juist aan. Klager heeft bovendien in zijn schrijven van 20 april 2011 aan de beroepscommissie vermeld
dat
zijn onrechtmatige verblijfstatus in Nederland al bekend was bij de p.i. Roermond. Die status is wat betreft de beroepscommissie in het kader van de onderhavige procedure dan ook geen punt van discussie meer.
Klager heeft een strafrestant van meer dan vier maanden. Gelet hierop en op voormeld artikel 20b van de Regeling komt klager in aanmerking voor plaatsing in een inrichting voor strafrechtelijk gedetineerde vreemdelingen. Voor dergelijke gedetineerden
is
de locatie Esserheem te Veenhuizen en de p.i. Ter Apel bestemd. Bij aanwezigheid van bijzondere omstandigheden kan op dit plaatsingsbeleid een uitzondering worden gemaakt. De door klager aangevoerde gronden omtrent zijn bezoek kunnen niet als een
dergelijke bijzondere omstandigheid worden aangemerkt.
Onvoldoende aannemelijk is geworden dat klager vanwege gezondheidsproblemen niet in staat is om de reis naar het Gerechtshof te Den Bosch te maken. Hier komt bij dat tijdens het vervoer aan klager medicatie wordt verstrekt tegen wagenziekte. In zijn
beroepschrift heeft klager nog aangevoerd dat hij overweegt bezwaar in te dienen tegen de ongewenstverklaring. Een dergelijke aankondiging kan geen invloed hebben op de thans te nemen beslissing.
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van A. Verwest, secretaris, op 19 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven