Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2470/GV, 1 september 2011, beroep
Uitspraakdatum:01-09-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2470/GV

betreft: [klager] datum: 1 september 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. W.J. Ausma, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 juli 2011 genomen beslissing van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie (de Staatssecretaris),

alsmede van de onderliggende stukken.

De beroepscommissie heeft de Staatssecretaris in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof afgewezen.

2. De standpunten
Namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Verlof zou ongewenst en onverantwoord zijn, mede doordat klager snel is gerecidiveerd na beëindiging van de aan hem opgelegde ISD-maatregel. Dit is over enige tijd echter niet anders. Klager moet
bovendien de mogelijkheid worden geboden te resocialiseren, met name om recidive te voorkomen.
Met de genoemde aangifte van 28 maart 2011 is niets gedaan. Het is dan ook niet fair om, zonder enig nader onderzoek, op basis van deze informatie een negatief advies te verstrekken. Ook het gegeven dat een oude vrouw slachtoffer is geworden bij het
door klager gepleegde delict, is over enige tijd niet anders. Ook dit kan dan ook geen reden zijn om het resocialiseren van klager niet toe te laten.
De inrichting komt tot de conclusie dat klager een positieve instelling heeft. Echter, beïnvloed door de adviezen van het Openbaar Ministerie en de politie, is de inrichting van mening dat er geen verlof dient te worden verleend. De inrichting gaat
hiermee op de plaats van de selectiefunctionaris zitten. De selectiefunctionaris dient een afweging te maken tussen de verschillende adviezen. De inrichting dient derhalve een advies te verstrekken betreffende diens visie op het verlof van klager.
Ervan
uitgaande dat de inrichting van mening is dat klager een positieve instelling heeft, is klager van mening dat ook moet worden uitgegaan van een positief advies.
Klager heeft het recht te resocialiseren, hetgeen bovendien van groot belang is om een positieve terugkeer in de maatschappij te bewerkstelligen. Als men met argumenten komt waar klager niets aan kan veranderen, is de kans dat hij ooit kan
resocialiseren nihil. Dat kan niet de bedoeling zijn van het toekennen van verlofmogelijkheden.
Klager heeft een vrouw en een kind waarvoor hij moet en wil zorgen. Daarnaast heeft hij altijd tot volle tevredenheid in de garage van zijn oom gewekt. Deze heeft toegezegd dat klager daar na vrijlating weer aan de slag kan.

Namens de Staatssecretaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Er waren meerdere punten die een verlof ongewenst maken. Die punten staan helder vermeld in de afwijzingsbrief. Voor bijzonderheden wordt hier dan ook naar verwezen.
Vooral het feit dat klager zich in het verleden meerdere malen niet heeft gehouden aan afspraken en al na vier maanden na beëindiging van de ISD-maatregel weer met justitie in aanraking is gekomen, heeft de selectiefunctionaris doen oordelen dat klager
kennelijk weinig of niets heeft geleerd van de ISD-maatregel. Daarbij nog gevoegd het feit dat er in maart 2011 een aangifte van bedreiging en afpersing tegen klager is gedaan, heeft ertoe geleid dat de selectiefunctionaris geen enkel vertrouwen heeft
in het goed verlopen van een verlof en wordt verlof gezien klagers houding zelfs onverantwoord geacht.

Op klagers verlofaanvraag zijn de volgende adviezen uitgebracht.
De directeur van de penitentiaire inrichtingen Nieuwegein geeft aan positief te zijn gezien het gedrag van betrokkene, maar wijst daarbij op het negatieve advies van de advocaat-generaal, de onttrekkingen in het verleden en het gegeven dat klager als
snel na beëindiging van de ISD-maatregel weer werd vastgezet.
De advocaat-generaal bij het ressortparket te Arnhem heeft bezwaar tegen algemeen verlof en plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting, maar niet tegen plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting of deelname aan een penitentiair programma.
De politie Amsterdam heeft positief geadviseerd en geen bezwaar tegen het verlofadres.

3. De beoordeling
Klager ondergaat een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek. Aansluitend dient hij een tenuitvoerlegging betreffende een werkstraf van 40 uur te ondergaan. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 21 november 2011.

Het beroep richt zich tegen de afwijzing van klagers tweede verlofaanvraag. Hij kan in totaal vier verlofaanvragen indienen.

In het verleden heeft klager zich vanuit verlof drie maal onttrokken aan detentie. Enkele maanden na beëindiging van de ISD is klager aangehouden voor vermogensdelicten waarvoor hij, in eerste instantie, tot 15 maanden gevangenisstraf is veroordeeld.
Tijdens de huidige detentie is aangifte van bedreiging en afpersing jegens klager gedaan.
De beroepscommissie is van oordeel dat voornoemde omstandigheden een forse contra-indicatie vormen voor verlofverlening en dat deze, ondanks klagers positieve gedrag binnen de inrichting en het gegeven dat het verlofadres is goedgekeurd, een afwijzing
van klagers verlofaanvraag rechtvaardigen. Derhalve kan de beslissing van de Staatssecretaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen en gelet op de weigeringsgronden zoals bedoeld in artikel 4 onder a, b, d en g van de Regeling tijdelijk
verlaten van de inrichting, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 1 september 2011

secretaris voorzitter

Naar boven