Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1085/GB, 30 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1085/GB

Betreft: [klager] datum: 30 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M. Lochs, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 1 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar de locatie Norgerhaven te Veenhuizen afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 19 november 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de penitentiaire inrichting (p.i.) Lelystad.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klagers vrouw en kinderen zijn in december 2010 naar Nederland gekomen. In verband met de gezinshereniging heeft de p.i. Lelystad aan zijn vrouw en kinderen toestemming verleend om klager acht uur per week te bezoeken. In verband met het overlijden van
een familielid is klagers tante naar Albanië teruggekeerd om voor zijn oma te zorgen. Door het wegvallen van woonruimte zijn ook zijn vrouw en kinderen tijdelijk teruggekeerd naar Albanië. Zij zullen echter op korte termijn en uiterlijk in de zomer van
2011 terugkeren naar Nederland. Zij zullen dan in Hoogezand komen te wonen. Klager is destijds op eigen verzoek overgeplaatst naar de p.i. Lelystad. Hij kon toen evenwel niet voorzien dat zijn gezin op zo’n korte termijn naar Nederland zou kunnen
komen.
Evenmin was te voorzien dat zij door het terugkeren van de tante van klager slechts kort in Voorburg zouden kunnen wonen. Klagers vrouw en kinderen zullen niet de middelen hebben om hem vanuit Hoogezand veelvuldig te komen bezoeken. Hij doet dan ook
een
beroep op het in artikel 8 van het EVRM neergelegde recht op een gezinsleven. De p.i. Lelystad heeft in verband met de bijzondere gezinssituatie van klager geen bezwaar tegen overplaatsing naar de locatie Norgerhaven. Voor klager is een bijzondere
regeling getroffen met betrekking tot het bezoek van zijn kinderen en vrouw. Zij hebben een visum gekregen voor twee weken en hebben klager in die twee weken veelvuldig bezocht. De volgende keer zal het om een visum van zes weken gaan. Een
overplaatsingsprocedure duurt veelal een geruime tijd. Bij een verblijf van zes weken zal een eventuele positieve beslissing als mosterd na de maaltijd komen. De inrichting waar klager thans verblijft, is akkoord met klagers verzoek tot overplaatsing.
Klager neemt bovendien deel aan het programma Terugdringen Recidive (TR). Gelet op zijn overplaatsingsverzoek is men in de p.i. Lelystad nog niet met dit programma begonnen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Klager is op 19 november 2010 op eigen verzoek overgeplaatst naar de p.i. Lelystad. Klagers vrouw zou voor een paar maanden vanuit Albanië naar Nederland komen en bij een tante van klager verblijven. Nu bleek dat klagers tante niet meer in Nederland
woont, gaat de partner van klager naar klagers zus die in Hoogezand woont. Klager wil nu graag naar de locatie Norgerhaven worden overgeplaatst. Vanuit de locatie Norgerhaven is destijds aangegeven dat klager daar vooralsnog niet meer welkom is. Een
jaar na het toewijzen van een eigen verzoek tot overplaatsing wordt er pas serieus naar een nieuw verzoek tot overplaatsing gekeken. Klager is ook vaag in zijn motivatie zoals omschreven in het selectieadvies van de p.i. Lelystad. Klager heeft het over
enkele kleine maandjes. Nu wordt er gesproken over een permanent verblijf van klagers gezin in Nederland. Een gedetineerde kan niet te pas en te onpas aangeven dat hij wenst te worden overgeplaatst en dat ook telkens aan die wens wordt voldaan. Nog los
van de kosten voor al die verplaatsingen wordt het daardoor ook niet mogelijk iets aan het programma TR te doen als een gedetineerde telkens wordt overgeplaatst. Wanneer de situatie van klagers gezin duidelijk is, is er voldoende tijd en ruimte om tot
een gedegen beslissing te komen. Nu lijkt het alsof het verzoek wordt gedaan omdat het gezin zich in Hoogezand gaat vestigen terwijl hierover nog geen duidelijkheid gegeven kan worden.

4. De beoordeling
De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is allereerst van belang dat het nog
onduidelijk
is of en wanneer klagers vrouw en kinderen in Nederland komen wonen. Verder is van belang dat niet feitelijk is onderbouwd waarom zij klager niet in de p.i. Lelystad zouden kunnen bezoeken. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. Vis-van Alff, secretaris, op 30 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven