Nummer: 11/1354/GB
Betreft: [klager] datum: 23 augustus 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. G.W.L.A.M. Koppen, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 29 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) met regimair verlof afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 16 februari 2010 gedetineerd. Hij verblijft in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein.
3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager heeft zich nooit ongepast naar de aangevers willen uitlaten en ter terechtzitting alleen zijn onschuld willen benadrukken. In zijn laatste woord heeft hij wel degelijk aangegeven begrip te hebben voor de positie van de aangevers.
De afstand tussen het door klager opgegeven verlofadres en de vestiging van de overvallen vestiging van Intratuin is ruim vijf kilometer. Confrontatie ligt niet voor de hand. Na klagers definitieve invrijheidstelling behoort confrontatie met de
aangevers ook tot de mogelijkheden, nu klager gewoonlijk zijn vaste woon- en verblijfplaats in Leiden heeft. Medeverdachten zijn geplaatst in een b.b.i. met een verlofadres in Leiden.
De inhoudelijke bezwaren van politie en/of justitie kunnen geheel worden weggenomen door een wijziging van het verlofadres, waardoor een algehele afwijzing - zonder te informeren bij klager naar een mogelijk alternatief adres - onvoldoende gemotiveerd
is.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
De negatieve adviezen van de directeur van p.i. Nieuwegein, de politie en het Openbaar Ministerie (OM) brengen met zich mee dat er onvoldoende vertrouwen bestaat in een ongestoord verloop van (regimaire) vrijheden. Ten tijde van de beslissing lag er
nog
geen Terugdringen Recidive (TR)-plan. Uit de door de raadsman verstrekte informatie blijkt dat de reclassering recent een reïntegratieplan TR heeft uitgebracht. Indien dit voor de directeur van de p.i. aanleiding geeft tot een voorstel tot
detentiefasering zal dit worden beoordeeld door het bureau selectiefunctionarissen.
Een wijziging van het verlofadres zou mogelijk bij kunnen dragen aan een andere besluitvorming. Zeker als mogelijke slachtofferconfrontatie valt uit te sluiten.
De schuldvraag van klager is niet ter beoordeling van de selectiefunctionaris.
Iedere gedetineerde wordt afzonderlijk beoordeeld op grond van de door de directeur aangeleverde informatie. Een vergelijking met medeverdachten is hierbij niet aan de orde.
Uit de telefonische mededeling van het ressortsparket ‘s-Gravenhage van 22 juli 2011 volgt dat het hoger beroep in klagers strafzaak pro forma is geappointeerd op de terechtzitting van het hof van 25 augustus 2011.
4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.
4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcr. 12 september 2000, nr. 176, p. 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke
rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve
hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van
het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.
4.3. Klager bevindt zich nog in voorlopige hechtenis. Zijn fictieve datum van invrijheidstelling is thans bepaald op 23 september 2012.
De stukken houden in dat de directeur van de p.i. Nieuwegein, het OM en de politie negatief hebben geadviseerd ter zake van het verlenen van verlofverlening c.q. plaatsing in een b.b.i. met regimair verlof. Klager heeft een verlofadres in Leiden
opgegeven, waar de mogelijkheid van slachtofferconfrontatie bestaat - de slachtoffers wonen en werken in Leiden - en aangekondigd een nieuw verlofadres op te zullen geven, maar dit bij het onderhavige verzoek nog niet gedaan.
Voorts was er ten tijde van de bestreden beslissing was nog geen TR-plan uitgebracht.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk kan worden
aangemerkt. Zij zal derhalve het beroep ongegrond verklaren.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, mr. J.I.M.W. Bartelds en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 23 augustus 2011
secretaris voorzitter