Nummer: 11/2129/SGA
Betreft: [klager] datum: 11 juli 2011
De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen verzoekschrift van
[...], verder verzoeker te noemen, verblijvende in de locatie De Kruisberg te Doetinchem.
Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 66, eerste lid Pbw, van de (verdere) tenuitvoerlegging van de beslissing van de directeur van voormelde locatie van 6 juli 2011, inhoudende de beperking van het eerstvolgende verlof met vier
uren, wegens het anderhalf uur te laat terugkeren van een bezoek aan de Reclassering Zwolle op 5 juli 2011.
De voorzitter heeft voorts kennisgenomen van het klaagschrift van 7 juli 2011 alsmede van de schriftelijke inlichtingen van de directeur van 11 juli 2011.
1. De standpunten van verzoeker en van de directeur
Verzoeker heeft – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat hij op 5 juli 2011 verlof verleend heeft gekregen voor een bezoek aan de reclassering. Het verlof ging in om 07.30 uur en eindigde om 14.00 uur. Verzoeker heeft zich omstreeks 13.45 uur
teruggemeld
in de inrichting.
De directeur heeft onder meer – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. De onderhavige disciplinaire straf is aan verzoeker opgelegd omdat hij anderhalf uur te laat is teruggekeerd van een bezoek aan de reclassering te Zwolle op 5 juli
2011. Hij had toestemming om op 5 juli 2011 de inrichting te verlaten om 07.30 uur tot 14.00 uur. Verzoeker is toen opgehaald en met eigen vervoer naar Zwolle gereisd. Navraag door het personeel heeft uitgewezen dat verzoeker zich om 09.36 uur bij de
reclassering in Zwolle heeft gemeld en dat hij daar om 10.40 uur is vertrokken. Hij kwam pas om 13.45 uur terug in de inrichting. Na hierop te zijn aangesproken heeft verzoeker aangegeven dat hij zich omstreeks 12.30 uur had kunnen melden maar dat hij
eerst nog in Zwolle koffie heeft gedronken. Omdat verzoeker direct na het verlaten van de reclassering terug had moeten keren naar de inrichting, is besloten tot oplegging van onderhavige disciplinaire straf.
2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de directeur slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist.
Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beklag is ingediend, zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die beslissing. Naar
het oordeel van de voorzitter is dat het geval. Blijkens de door verzoeker in kopie meegezonden verlofpas, had verzoeker op 5 juli 2011 verlof verleend gekregen van 07.30 uur tot 14.00 uur. Op die verlofpas staat bij de opmerkingen of voorwaarden geen
enkele vermelding van een verplichting om eerder in de inrichting terug te keren indien het bezoek aan de reclassering eerder zou zijn geëindigd. Gelet hierop is verzoeker – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – tijdig teruggekeerd in de
inrichting. Het verzoek zal daarom worden toegewezen.
3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek toe en schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beslissing van de directeur tot het moment dat de beklagcommissie op het beklag zal hebben beslist.
Aldus gegeven door mr. A. van Waarden, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 8 juli 2011.
secretaris voorzitter