Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0658/GM, 4 augustus 2011, beroep
Uitspraakdatum:04-08-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/658/GM

betreft: [klager] datum: 4 augustus 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L.E.M. Hendriks, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de inrichtingsarts verbonden aan de penitentiaire inrichting (p.i.) De Geerhorst te Sittard,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 10 februari 2011 van de bemiddeling door de medisch adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Klager, zijn raadsvrouw, mr. J. Serrarens, en de inrichtingsarts verbonden aan de p.i. De Geerhorst, zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel te worden gehoord. Hoewel voor
klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij daarvan geen gebruik gemaakt. De raadsvrouw van klager heeft schriftelijk bericht verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen en verzocht om aanhouding van de behandeling. De inrichtingsarts
is zonder bericht van verhindering niet verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de medisch adviseur van 22 december 2010, betreft het langer voorschrijven van het middel ventolin aerosol, dat klager al vele jaren gebruikt.

2. De standpunten van klager en de inrichtingsarts
Klager heeft – zakelijk weergegeven – zijn klacht als volgt toegelicht. Klager lijdt aan COPD en krijgt daarvoor sinds vele jaren viermaal daags salbutamol cyclocaps 400 microg/dosis en ventolin aerosol 100 mircrog/dosis. De inrichtingsarts heeft
klager
ventolin aerosol afgenomen, omdat iemand in de FOBA te Amsterdam een overdosis van dit type medicijn zou hebben ingenomen. Klager vindt dit onaanvaardbaar. Klager gebruikt de medicijnen al meer dan 35 jaar naar eigen behoefte, zonder dat dit tot
problemen heeft geleid. Klager heeft ventolin aerosol dagelijks nodig. Klager moet soms heftig hoesten. Verder gebeurt het steeds vaker dat klager in verband met zuurstofgebrek onwel wordt en omvalt. Klager vindt dat zijn leven ernstig in gevaar
gebracht wordt.

De inrichtingsarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager gebruikt verschillende soorten medicatie voor zijn luchtwegklachten (COPD). Salbutamol (stofnaam) en ventolin (merknaam) betreffen hetzelfde medicijn. Het maximale gebruik van salbutamol
is door de commissie Farmaceutische Hulp van het College voor zorgverzekeringen in het Farmacotherapeutisch Kompas vastgelegd. Het maximale gebruik bij cyclocaps is 1600 microg per dag (dus vier inhalaties van 400 microg). Bij gebruik van de
dosisaerosol is het maximale gebruik vastgesteld op 800 microg per dag (dus acht inhalaties van 100 microg). Aangezien ventolin en salbutamol hetzelfde medicijn zijn, dient dus niet de cyclocaps en dosisaerosol toedieningsvorm naast elkaar te worden
gebruikt in hoge of maximale doseringen. Bij overdosering kunnen cardiovasculaire symptomen optreden zoals hartkloppingen en hartritmestoornissen. Ook kunnen symptomen optreden zoals hoofdpijn, trillingen, spierkrampen, agitatie, hallucinaties, angsten
en misselijkheid. Het DJI heeft naar aanleiding van een onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg na het overlijden van een gedetineerde als gevolg van acute hartdood door overmatig ventolingebruik, de inrichtingen hiervoor aandacht gevraagd.
De inrichtingsarts heeft uitvoerig met klager gesproken over salbutamolgebruik en het belang en de noodzaak de maximale dagdosis salbutamol niet te overschrijden. Conform de NHG-standaard krijgt klager verschillende inhalatiemedicamenten. Gelet op de
aanhoudende benauwdheidsklachten is een longfunctieonderzoek aangevraagd. Afhankelijk van de uitslag van dit onderzoek wordt het verdere beleid bepaald. De inrichtingsarts overweegt consultatie van de longarts dan wel de cardioloog.

3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht om op het beroep te beslissen en wijst de verzoeken van klager en zijn raadsvrouw om aanhouding van de behandeling van het beroep af. De beroepscommissie overweegt hierbij dat klager geen medische
verklaring heeft overgelegd, waaruit blijkt dat vervoer van klager op 20 mei 2011 door DV&O naar de zitting van de beroepscommissie wordt ontraden dan wel dat hij die dag niet in staat was om te reizen. Voorts ziet de beroepscommissie in het feit dat
klager bezwaar heeft aangetekend tegen de afwijzing van zijn verzoek om incidenteel verlof voor het bijwonen van de zitting van de beroepscommissie geen beletsel de behandeling van het beroep voort te zetten.

Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, blijkt dat klager in de p.i. De Geerhorst voor zijn benauwdheidsklachten (COPD) salbutomol kreeg voorgeschreven in een dosering van viermaaldaags salbutamol cyclocaps 400 microg en eenmaal daags ventolin
aerosol 100 microg. De NHG-standaard hanteert als maximale dosering voor salbutamol een gebruik van 1600 microg per dag. Gelet hierop kan niet gezegd worden dat de inrichtingsarts onzorgvuldig heeft gehandeld door de maximale dagelijkse dosering
salbutamol terug te brengen tot de in de NHG-standaard gegeven limiet en klager geen ventolin aerosol meer te verstrekken. Niet aannemelijk is geworden dat deze standaarddosering voor klager onvoldoende is. Hier komt bij dat voor klager een
longfunctieonderzoek is aangevraagd. Voor zover dat aanwijzingen oplevert voor een andere dosering, kan dat op dat moment worden bezien. De beroepscommissie onderstreept ook het belang om te stoppen met roken.

Klager heeft bij op 15 juli 2011 ontvangen brief voorgesteld hem bij wijze van compromis voortaan drie maal per dag capsules salbutamol van 400 microg en vier maal per dag een pufje (ventolin) van 100 microg voor te schrijven.
Voor zover klager beoogt om de discussie met de inrichtingsarts over het gebruik van de door hem gewenste medicijnen te hervatten op basis van het door hem voorgestelde compromis staat hem dat uiteraard vrij. Dat aspect vormt echter geen onderdeel van
de klacht zoals die door klager aan de beroepscommissie is voorgelegd.

Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en drs. J.H.A.M.C. Schoenmaeckers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 4 augustus 2011

secretaris voorzitter

Naar boven