Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/2374/SGA, 22 juli 2011, schorsing
Uitspraakdatum:22-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/2374/SGA

betreft: [klager] datum: 22 juli 2011

De voorzitter van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire begin¬selenwet (Pbw) heeft kennisgeno¬men van een bij het secretariaat van de Raad inge¬komen verzoekschrift van

de directeur van de locatie Westlinge te Heerhugowaard, verder verzoe¬ker te noemen.

Verzoeker vraagt om schorsing, met toepassing van artikel 70, tweede lid, Pbw, van de ten¬uitvoerlegging van een uitspraak van 19 juli 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij voormelde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen
klager.

Het beklag betreft:
a. een disciplinaire straf van intrekking van klagers verlof gedurende veertien dagen (in de periode van 27 mei 2011 tot en met 10 juni 2011), wegens – kortweg – diefstal van eigendommen van de werkgever van klager;
b. een ordemaatregel van uitsluiting van deelname aan activiteiten voor de duur van veertien dagen (van 27 mei 2011 tot en met 10 juni 2011), in afwachting van overplaatsing, welke maatregel ten uitvoer is gelegd in de beperkt beveiligde
inrichting
(b.b.i.) van de locatie Westlinge.

De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard, de beslissingen van de directeur vernietigd, aan klager een financiële tegemoetkoming toegekend van € 32,50 en de directeur opgedragen om klager in de gelegenheid te stellen alsnog de twee gemiste
weekeindverloven te genieten.

De voorzitter heeft kennisgenomen van bedoelde uitspraak van de beklagrechter en de onderliggende stukken, het tegen de onderhavige uitspraak ingediende beroepschrift, alsook van de schriftelijke reac¬tie van klager op het schor¬sings¬verzoek.

1. De standpunten van verzoeker en van klager
Verzoeker heeft – zakelijk weergegeven – het volgende naar voren gebracht. Het beroep en het schorsingsverzoek zijn slechts gericht tegen de beslissing van de beklagrechter dat de directeur verzoeker in de gelegenheid dient te stellen alsnog de twee
gemiste weekeindverloven te genieten. Verzoeker is inmiddels door de selectiefunctionaris vanuit de z.b.b.i. van de locatie Westlinge overgeplaatst naar de b.b.i van die locatie. Binnen dit regime mag de directeur van die inrichting aan de
gedetineerde
een keer per vier weken regiemgebonden verlof toekennen. Gelet daarop is er volgens verzoeker geen ruimte voor het verlenen van extra compensatieverlof.

Uit de schriftelijke reactie van klager komt – zakelijk weergegeven en voor zover hier van belang – naar voren dat hij van mening is dat hem dat extra weekeindverlof wel mag en kan worden toegekend. Het betreft immers geen extra regimair verlof maar
compensatieverlof. Verzoeker wil graag dat het hem toegekende compensatieverlof wordt verleend in de weekeinden van 6 augustus 2011 en 20 augustus 2011 dan wel op andere dagen, waarbij rekening zou moeten worden gehouden met klagers einddatum van zijn
detentie, te weten 23 augustus 2011.

2. De beoordeling
De voorzitter stelt voorop dat in het kader van het verzoek om schorsing van de tenuitvoerlegging van een beslissing van de beklagrechter slechts ruimte bestaat voor een voorlopige beoordeling en dat de zaak niet ten gronde kan worden onderzocht en
beslist. Aan de orde is daarom slechts de vraag of de beslissing waartegen beroep is ingediend zodanig onredelijk of onbillijk is dat er een spoedeisend belang is om thans over te gaan tot schorsing van de (verdere) tenuitvoerlegging van die
beslissing.
Naar het oordeel van de voorzitter is dat niet het geval. Anders dan door de directeur wordt aangevoerd, is er – naar het voorlopig oordeel van de voorzitter – bij de opdracht van de beklagrechter geen sprake van de toekenning van extra regimaire
verloven maar van (bij wijze van tegemoetkoming) extra toegekende verloven. De Pbw noch de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting sluiten de mogelijkheid van de toekenning van dergelijk extra verlof uit. Het verzoek zal daarom worden afgewezen.

3. De uitspraak
De voorzitter wijst het verzoek af.

Aldus gegeven door mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 27 juli 2011.

secretaris voorzitter

Naar boven