nummer: 11/1240/GA
betreft: [klager] datum: 11 juli 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.G. Wiebes, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 19 april 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij de locatie Westlinge te Heerhugowaard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsman om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft een ordemaatregel van opschorting van het weekendverlof gedurende 14 dagen.
De beklagrechter heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht. De beklagrechter heeft het beklag op formele gronden gegrond verklaard, doch daarbij aangegeven dat klager een goedgekeurd adres dient aan te leveren.
Daarmee blijft de ordemaatregel nog steeds effectief. De reclassering heeft negatief geadviseerd vanwege het verlofadres van klagers broer dat is gelegen tegenover een school. Klagers broer is vanwege zijn werk door de week in het buitenland, maar
verblijft in het weekend altijd thuis. De echtgenote van klagers broer is altijd thuis. De school is tijdens het weekend gesloten. Voorts is het terrein omheind met een hek. Het eerder verleende verlof heeft altijd probleemloos plaatsgevonden.
Aan klager is op 7 april 2011 wederom een ordemaatregel opgelegd strekkende tot het opschorten van het weekendverlof. Vervolgens is aan klager op 11 mei 2011 een disciplinaire straf opgelegd tot intrekking van het regimaire verlof. Op 20 mei 2011 heeft
de voorzitter van de beroepscommissie de tenuitvoerlegging van deze laatste uitspraak geschorst. Na intrekking van de disciplinaire straf is aan klager wederom een ordemaatregel opgelegd waarbij zijn weekendverloven zijn ingetrokken.
De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagrechter, in beroep niet toegelicht.
3. De beoordeling
Voor zover het beroep is gericht tegen de gegrond verklaring van het beklag, dient klager in dit beroep niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Voor zover het beroep is gericht tegen het niet toekennen van een tegemoetkoming heeft het volgende te gelden. De beklagrechter heeft overwogen dat de directeur heeft toegezegd dat klager de opgeschorte verloven niet kwijtraakt mits hij een nieuw goed
te keuren verlofadres aandraagt. Daarmee is de grond voor het toekennen van een tegemoetkoming komen te vervallen. In zoverre dient de beslissing van de beklagrechter te worden bevestigd.
In beroep is aan de orde gesteld dat ten onrechte van klager wordt verwacht dat hij een nieuw verlofadres opgeeft. Uitsluitend de directeur is bevoegd over de toekenning van verlof te beslissen. In verband met die beslissing dient er sprake te zijn van
een aanvaardbaar verlofadres. Op grond van artikel 4, aanhef en onder j, van de Regeling wordt het verlof geweigerd in geval van het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres. In het adviesrapport van 8 maart 2011 van Reclassering Nederland worden
twijfels geuit over het verblijf van klager op het verlofadres van klagers broer. De woning is gelegen tegenover een basisschool en er komen met regelmaat kinderen over de vloer. De broer van klager bagatelliseert het delict waarvoor klager is
veroordeeld en is met regelmaat op reis naar het buitenland. De beroepscommissie is van oordeel dat deze omstandigheden aangemerkt kunnen worden als omstandigheden op grond waarvan het verlofadres niet aanvaardbaar geacht kan worden.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart klager niet-ontvankelijk in het beroep voor zover dat is gericht tegen de gegrond verklaring van het beklag en bevestigt de bestreden beslissing voor zover daarin geen tegemoetkoming aan klager is toegekend.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 11 juli 2011
secretaris voorzitter