Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0721/GM, 28 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/721/GM

betreft: [klager] datum: 27 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. L. Soedamah, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan het detentiecentrum Zaandam,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 23 februari 2011 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

De raadsman van klager, mr. L. Soedamah, en de inrichtingstandarts verbonden aan het detentiecentrum Zaandam zijn uitgenodigd om ter zitting van de beroepscommissie van 20 mei 2011, gehouden in de p.i. Amsterdam Over-Amstel te worden gehoord. Klager
kon
niet uitgenodigd worden voor de zitting omdat zijn woon- of verblijfplaats onbekend is. De raadsman heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen. De inrichtingtandarts is niet ter zitting verschenen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 11 januari 2011, betreft het niet verhelpen van de pijn aan klagers tandvlees.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Door en namens klager is het volgende aangevoerd. Klager heeft pijn aan zijn tandvlees. Hiervoor is hij viermaal naar de tandarts geweest, maar er wordt niets aan gedaan. Het duurt volgens klager allemaal te lang. Klager heeft medicijnen nodig.
Mondhygiëne is niet genoeg.

De tandarts verwijst in zijn reactie naar het medisch dossier en geeft voorts aan dat klager na 17 januari 2011 zich niet met gebitsklachten heeft gemeld bij de inrichtingstandarts.

3. De beoordeling
Uit de stukken, waaronder het medisch dossier, komt naar voren dat klager last heeft van een chronische ontsteking aan zijn tandvlees (paradontitis). Alhoewel uit de stukken niet duidelijk blijkt hoe adequaat de diagnose in beeld is gebracht, is het
door de inrichtingstandarts gegeven advies aan klager om goed te poetsen niet onzorgvuldig te noemen. Naast de eigen mondhygiëne is verzorging door een mondhygiëniste aangewezen. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 27 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven