Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1061/GA en 11/1251/GA, 25 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:25-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1061/GA en 11/1251/GA

betreft: [klager] datum: 25 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager, en

de directeur van de locatie Zwaag te Hoorn,

gericht tegen een uitspraak van 29 maart 2011 van de beklagcommissie bij voormelde locatie,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur en klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk het beroep toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de afwijzing van het verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard en klager een tegemoetkoming toegekend van € 10,= op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Gelet op de standaardbedragen zoals vermeld in het bajesboek, had klager een tegemoetkoming dienen te krijgen van € 50,=.

De directeur heeft zijn beroep als volgt toegelicht. Het advies van het Openbaar Ministerie was slechts vijf weken oud. De directeur bestrijdt dan ook dat het om verouderde informatie gaat. Het advies is wat betreft de aanwijzing van Palier GGZ
reclassering niet in strijd met het vonnis. Het komt vaker voor, dat een aanwijzing een klinische behandeling behelst. De directeur heeft geen aanleiding de bewering van het Openbaar Ministerie in twijfel te trekken. Het is bovendien niet gebruikelijk
dat het Openbaar Ministerie zich zo specifiek uit over het recidiverisico.

3. De beoordeling
Hetgeen in beroep door de directeur is aangevoerd kan naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. De beroepscommissie neemt hierbij in aanmerking, dat de gestelde verhoogde kans op
recidive na verlofverlening niet nader is onderbouwd. De door de strafrechter gestelde bijzondere voorwaarde bij de voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraf, inhoudende dat klager zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van Palier GGZ Reclassering
en
zich daartoe moet melden bij Palier GGZ Reclassering en zich gedurende door deze instelling bepaalde periode moet blijven melden zo frequent als deze dat nodig acht, leidt nog niet tot de conclusie dat klager klinisch moet worden opgenomen en dat
daarom
verlofverlening achterwege dient te blijven. Het beroep van de directeur zal derhalve ongegrond worden verklaard. De beroepscommissie merkt overigens op dat zij met de directeur van oordeel is dat een advies van het Openbaar Ministerie dat vijf weken
voor de afwijzende beslissing op de aanvraag is gegeven niet als ‘verouderde informatie’ kan worden beschouwd.

Uit het verslag van het rogatoir horen van 11 januari 2011 komt naar voren dat klager na de afwijzende beslissing op zijn verlofaanvraag drie keer met verlof is geweest. Gelet hierop ziet de beroepscommissie geen aanleiding aan klager een hogere
tegemoetkoming toe te kennen. Het beroep van klager zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep van klager en de directeur ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie met verbetering van de gronden.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. M. Boone en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 25 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven