Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1241/GB, 21 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1241/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.F.A.M. Collart, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Sittard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 5 oktober 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Boschpoort te Breda. Op 18 maart 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Sittard, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep schriftelijk nader toegelicht.

3.2. De selectiefunctionaris heeft schriftelijk op het beroep van klager gereageerd.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Sittard is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die onherroepelijk is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Door en namens klager is aangegeven dat klager meent in aanmerking te kunnen komen voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting. Er zou geen Risicoanalyse (Risc) bij hem zijn afgenomen terwijl hij daarnaast tegen het hem verweten gedrag
in de inrichting in beklag is gegaan, op welk beklag nog niet is beslist. Daarnaast is namens klager aangevoerd dat hij beschikt over een verlofadres. De selectiefunctionaris heeft de ongegrondverklaring van het bezwaarschrift gebaseerd op de
omstandigheid dat er op 5 januari 2011 bij klager een Risc is afgenomen waaruit (onder meer) naar voren komt dat het recidiverisico als hoog wordt ingeschat. Daarnaast heeft het Openbaar Ministerie negatief geadviseerd ten aanzien van eventuele
regimaire vrijheden, teneinde ongewenste slachtofferconfrontatie te voorkomen. Ook de politie Brabant Zuid-Oost heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het verlenen van regimaire verlofmogelijkheden. Naar het oordeel van de beroepscommissie kan de
op
de hiervoor genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. De omstandigheid dat er nog een beklagzaak zou lopen, maakt dit
oordeel niet anders, nu reeds de andere door de selectiefunctionaris gebruikte gronden een ongegrondverklaring van het bezwaar rechtvaardigen. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 21 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven