Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1130/GB, 8 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1130/GB

Betreft: [klager] datum: 8 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 11 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is op 27 juni 2011 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Norgerhaven van de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 15 november 2010 gedetineerd. Hij verbleef in de beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) van de locatie Groot Bankenbosch. Op 14 maart 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Norgerhaven, waar een regime van algehele
gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau geldt.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De verstandhouding met de buren was minder. Tijdens het weekendverlof van klager hebben de buren op zaterdagavond geluidsoverlast bij de politie gemeld. De politie is gekomen, heeft geluisterd en wilde alleen maar klagers verlofpasje zien. Nadat de
politie was vertrokken, schreeuwde de buurman dat hij wel even een paar mannetjes zou langs sturen om klager dood te maken.
Zondag stond de politie weer voor de deur. De buren hadden weer geluidsoverlast gemeld. Klagers vrouw had vervolgens een discussie met de buren. Klager werd gezegd dat hij zijn vrouw mee naar binnen moest nemen. Klager heeft dat gedaan. Hij heeft toen
gezegd: ‘Waar slaat dat allemaal op.’ De buren hebben de politie gebeld en aangifte gedaan van bedreiging. Bij terugkeer in de b.b.i. is hij direct in afzondering geplaatst en vervolgens teruggeplaatst naar een gesloten inrichting, terwijl hij niets
had
gedaan. Hij heeft getracht om elke confrontatie te vermijden en escalatie te voorkomen. Klager heeft aangifte gedaan van de bedreiging die op zaterdagavond heeft plaatsgevonden.
Klager is nooit rapport aangezegd in de b.b.i. De terugplaatsing heeft ervoor gezorgd dat hij niet meer met verlof kan gaan. Als hij niet was teruggeplaatst in een gesloten inrichting, had hij nu in een z.b.b.i. kunnen zitten. Zijn ouders en zijn gezin
lijden onder de plaatsing in een gesloten inrichting. Uit de bij de stukken gevoegde brief van de politie kan worden opgemaakt dat klager kennelijk niet meer als verdachte wordt gezien.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Tijdens een regimair verlof is er meerdere keren sprake geweest van onregelmatigheden, waardoor politie-interventie heeft plaatsgevonden. Geluidsoverlast en een conflict met de buren leidde tot een proces-verbaal. In verband met dit incident bestond er
toentertijd onvoldoende vertrouwen in een ongestoord verloop van verlof op het door klager opgegeven verlofadres en voldeed klager niet langer aan de criteria voor de toekenning van verlof. Klagers functioneren in de inrichting staat niet ter
discussie.
In geval van een gewijzigd verlofadres kan klager zich wenden tot het b.s.d. Een mogelijk nieuw voorstel tot detentiefasering zal dan door de selectiefunctionaris opnieuw worden beoordeeld.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Norgerhaven is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Klager verbleef in een b.b.i. Tijdens een regimair verlof dat hij op zijn huisadres doorbracht, is er op 26 februari 2011 en 27 februari 2011 meerdere malen sprake geweest van incidenten waarbij de buren de politie hebben ingeschakeld.
Uit artikel 3, tweede lid aanhef en onder c, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden volgt dat het beschikken over een aanvaardbaar verlofadres een voorwaarde is voor plaatsing in een b.b.i. Uit artikel 4, aanhef en onder
j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting volgt dat alleen in het geval van een aanvaardbaar verlofadres verlof kan worden verleend.
Gelet op de incidenten die op 26 februari en 27 februari 2011 op klagers verlofadres hebben plaatsgevonden, is de beroepscommissie van oordeel dat kon worden aangenomen dat klager niet meer voldeed aan bovenvermelde voorwaarden voor plaatsing in een
b.b.i. en verlofverlening en dat derhalve de op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris juist is. Overigens heeft de selectiefunctionaris aangegeven dat bij wijziging van het verlofadres klager zich opnieuw kan
wenden tot het b.s.d. voor een nieuw voorstel tot detentiefasering.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 8 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven