Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0672/GB, 7 juli 2011, beroep
Uitspraakdatum:07-07-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/672/GB

Betreft: [klager] datum: 7 juli 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.B.W.G. Beutener, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 25 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 6 mei 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Kruisberg Doetinchem. Op 21 januari 2011 is hij geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap
geldt.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris had in redelijkheid niet tot afwijzing van het verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) kunnen komen zonder nader onderzoek te doen naar het recidivegevaar en het verlofadres. Klager is een veelpleger
die sinds zijn 15e levensjaar met Justitie in aanraking komt. Hierdoor lijkt het recidivegevaar op voorhand groot. Klager kan zich echter alleen bewijzen op het moment dat hij buiten de inrichting verblijft. Zijn verleden kan hij niet veranderen, wel
kan hij werken aan zijn toekomst. Klager heeft overigens ook binnen de inrichting van zijn motivatie laten blijken door met het programma Terugdringen Recidive (TR) te starten en een COVA-training te volgen. Ook staat klager nog steeds op vrijwillige
basis onder behandeling. Klagers moeder heeft aangegeven de huur van klagers woning maandelijks te betalen tot klager in vrijheid is gesteld. Klagers behandeling was als bijzondere voorwaarde opgenomen bij één van zijn opgelegde voorwaardelijke
straffen. De behandeling vindt gedurende de detentie voortgang op vrijwillige basis. Klagers begeleidster bezoekt klager regelmatig en onderhoudt ook contacten met klagers TR-begeleider in verband met de COVA-training. Klager is aangemeld voor
diagnostiek bij Kairos en zal in de eerste maanden van 2011 plaatsvinden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Het Openbaar Ministerie (OM) en de politie hebben negatief geadviseerd ten aanzien van klagers plaatsing in een b.b.i. Klager is in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen geplaatst en niet in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.)
Hoogeveen omdat er in gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen mogelijkheden zijn om de COVA-training te volgen en gesprekken te voeren met Kairos. Wanneer de training en de gesprekken achter de rug zijn, is een overplaatsing naar bijvoorbeeld de
gevangenis van de p.i. Hoogeveen mogelijk.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Klager, die is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.

4.3. Het OM en de politie hebben negatief geadviseerd ten aanzien van een eventuele plaatsing van klager in een b.b.i. Zij schatten klagers recidivekans hoog in. Ondanks de meest intensieve vormen van begeleiding blijft klager recidiveren. Volgens
het selectieadvies van de inrichting waar klager thans verblijft, zijn er recentelijk een aantal verplichte toezichten door de reclassering geretourneerd en zal naar verwachting de Officier van Justitie de tenuitvoerlegging van de hieraan verbonden
voorwaardelijke straffen gaan vorderen waardoor de datum van klagers invrijheidstelling onzeker wordt. De politie heeft negatief geadviseerd ten aanzien van het door klager opgegeven verlofadres vanwege klagers status als veelpleger en omdat er geen
vertrouwen is in een goed verloop van verlof. Ook meldt de politie dat er sprake is geweest van woonoverlast op het door klager opgegeven verlofadres en is onduidelijk of de huur van klagers woning wel doorbetaald wordt. Gelet op het voorgaande heeft
de
selectiefunctionaris in redelijkheid kunnen oordelen dat klager vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Het beroep zal ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 7 juli 2011

secretaris voorzitter

Naar boven