nummer: 01/2062/GA
betreft: [klager] datum: 25 februari 2002
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (PBW) heeft kennis genomen van een op 13 november 2001 bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak d.d. 11 oktober 2001 van de beklagcommissie bij de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Noord, locatie De Grittenborgh te Hoogeveen,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 10 januari 2002, gehouden in de p.i. locatie De Grittenborgh te Hoogeveen, zijn gehoord klager en de heer [...], directielid bij p.i. locatie De Grittenborgh.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de vermissing van klagers goederen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager is bij zijn overplaatsing naar p.i. Vught één paar schoenen, twee zwarte spijkerbroeken, een witte jeans, een roomkleurige jeans, een blauwe overall, een pilotenjack, een jersey trui en een woordenboek kwijtgeraakt. Desportschoenen en het woordenboek had hij voor zijn overplaatsing op cel en de rest van de goederen stond in de fouillering.
Hij heeft zijn goederen niet zelf kunnen inpakken. Hij heeft zijn goederen in p.i. Vught ontvangen in een plastic tas.
Namens de directie is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
De goederen die klager op cel had zijn geregistreerd en ingepakt in een doos. Tijdens de celontruiming zijn de goederen ingepakt door twee penitentiair inrichtingswerkers (p.i.w.-ers). Van de celontruiming is een ontruimingsverslagopgemaakt.
Verder stond er nog een doos met goederen in de fouillering. De inhoud van de doos in de fouillering wordt nooit geregistreerd. De twee dozen zijn op transport gegaan naar de inrichting waarnaar klager is overgeplaatst. In p.i.Vught is gebleken dat er goederen werden vermist.
Vervolgens is in locatie De Grittenborgh nagekeken of er misschien nog een doos met klagers naam in de fouillering stond, maar dit bleek niet het geval.
3. De beoordeling
Klager is op 19 april 2001 vanuit p.i. locatie De Grittenborgh overgeplaatst naar p.i. Vught. Direct na klagers vertrek is zijn cel ontruimd door twee p.i.w-ers. Hiervan is een ontruimingsverslag opgemaakt. De ingepakte goederenzijn tezamen met de in de fouillering opgeslagen goederen door de Dienst Vervoer en Ondersteunig vervoerd naar p.i. Vught. In Vught zijn de goederen aan klager uitgereikt.
Klager beklaagt zich erover dat hij een aantal goederen mist. Voor de beroepscommissie is niet aannemelijk geworden dat er tijdens het transport van de goederen iets is misgegaan. Wat de verzending van de goederen vanuit de p.i.locatie De Grittenborgh betreft overweegt de beroepscommissie dat klagers cel direct na zijn vertrek overeenkomstig de wettelijke voorschriften ontruimd is door twee p.i.w.-ers. Van de ontruiming is verslag opgemaakt. Op het momentdat bekend werd dat klager erover klaagde dat hij goederen vermiste is in de inrichting bij de fouillering gekeken of daar goederen van hem waren achtergebleven, hetgeen niet het geval bleek te zijn.
De beroepscommissie, die nog opmerkt dat een gedetineerde op eigen risico goederen invoert in de inrichting, is van oordeel dat onvoldoende aannemelijk is geworden dat de directeur van p.i. locatie De Grittenborgh onzorgvuldig heeftgehandeld. Het risico van de vermissing van de goederen gaat niet over op de directeur. Het beroep treft derhalve geen doel.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gedaan door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. A.G. Bosch, voorzitter, mr. C.J.G. Bleichrodt en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Schoone, secretaris, op 25 februari 2002.
secretaris voorzitter