Nummer: 11/420/GB
Betreft: [klager] datum: 18 juli 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 11 januari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Klagers raadsman is op 8 juni 2011 door een lid van de Raad gehoord. Klager heeft bij die gelegenheid afstand gedaan van zijn recht om door het lid van de Raad te worden gehoord.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem over te plaatsen naar de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.
2. De feiten
2.1. Klager is sedert 8 april 2009 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Zoetermeer. Op 5 januari 2011 is hij overgeplaatst naar de gevangenis van de locatie Westlinge, een inrichting met een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20,
tweede lid, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting, waar een regime van algehele gemeenschap geldt (hierna: een b.b.i.+).
2.2. Bij uitspraak van 11 juli 2011, met nummer 11/865/GA, van de beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Pbw, is het beroep van klager, gericht tegen de uitspraak van 3 maart 2011 van de beklagcommissie bij de locatie
Zoetermeer betreffende de oplegging van een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een strafcel in verband met dreigend en verbaal agressief gedrag jegens een personeelslid en betreffende de beëindiging van het traject Terugdringen Recidive
(TR-traject), ongegrond verklaard.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep tegenover het lid van de Raad toegelicht.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing schriftelijk toegelicht.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Westlinge is een b.b.i.+ voor mannen.
4.2. Klager, die in hoger beroep is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. De hiervoor onder 2.2. vermelde uitspraak van de beroepscommissie houdt in dat klagers beklag over strafwaardig gedrag jegens een medewerker van de inrichting en het om die reden beëindigen van het TR-traject ongegrond is verklaard. Klager komt
daarom niet (langer) in aanmerking voor overplaatsing naar een inrichting met regimair verlof. Gelet daarop kan de beslissing van de selectiefunctionaris om klager te plaatsen in een b.b.i.+, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet
als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.M.J.D. Maes, secretaris, op 18 juli 2011
secretaris voorzitter