Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0633/TA, 30 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/633/TA

betreft: [klager] datum: 30 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van FPC De Pompestichting te Vught, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 25 februari 2011 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 18 mei 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. J. Serrarens, en namens het hoofd van voormelde inrichting [...], jurist, [...],
psycholoog/behandelcoördinator en [...], zorgmanager.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een schending van klagers recht op privacy en een schending van het recht op privacy van zijn bezoekers.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Het toilet op klagers kamer is niet volledig afgeschermd. Er is geen schaamschot aanwezig. Het toilet is buiten het zicht van het personeel. Het is niet de bedoeling dat het bezoek gebruikmaakt van het toilet op klagers kamer. Daarvoor zijn andere
toiletten beschikbaar. Er is een muur aan de zijkant, die gezien kan worden als schaamschot. In de Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële TBS-inrichtingen staat niet vermeld op welke wijze een schaamschot geplaatst moet worden. De RGD
heeft vochtmetingen gedaan. De kamers voldoen aan alle eisen, ook voor de brandveiligheid. De RGD heeft meegedeeld dat een douchegordijn niet nodig is voor vocht afkomstig uit het badgedeelte. Er moet een afweging gemaakt worden tussen veiligheid en
privacy. De inrichting heeft hierin een bewuste keuze gemaakt.

Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Op alle intensieve zorgafdelingen zijn schuifdeuren (zonder slot) voor het toilet geplaatst. Er zou zelfs een klapdeur geplaatst kunnen worden. Klager heeft in het kader van brandveiligheid eerder instructies gehad om bij brand naar de natte ruimte te
gaan, de douche aan te zetten en de deur daarvan te sluiten. Dat kan hier niet. Klager heeft twee en een half uur bezoek gehad. De geur van het toiletgebruik blijft hangen. Ook ben je zichtbaar voor je bezoek als je gebruik maakt van het toilet, op één
hoek na. Als klager doucht, dit duurt ongeveer twintig minuten, ontstaat er damp in de kamer. Dit slaat op zijn elektrische apparatuur. Klager bedekt zijn apparatuur nu met een handdoek. Met name het privacyaspect dient zwaarder te wegen dan de
veiligheid, te meer nu de laatste niet in het geding is.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 10 van de Regeling eisen persoonlijke verblijfsruimte justitiële TBS-inrichtingen dient een toilet – indien dat aanwezig is in de persoonlijke verblijfsruimte – van de overige persoonlijke verblijfsruimte en van de gang afgeschermd
te zijn met een schaamschot. In de Memorie van Toelichting op dit artikel staat dat er niet voor is gekozen om technische specificaties met betrekking tot bouw- en beveiligingswijze en gebruikte materialen aan te geven, maar veeleer om ten behoeve van
de verpleegde duidelijk te maken wat de minimumeisen zijn die hij aan zijn persoonlijke verblijfsruimte kan stellen.
De beroepscommissie heeft de feitelijke situatie van klagers kamer en de ter zitting getoonde foto’s bekeken. Zij heeft vastgesteld dat vanaf de gang gezien geen zicht is op het toilet in klagers kamer.
In de kamerdeur zit een luikje. Indien men daar doorheen kijkt, is het toilet niet zichtbaar. In de muur naast de kamerdeur zit een geblindeerd raam, dat alleen in noodsituaties geopend wordt. Geconcludeerd wordt dat van buitenaf klagers privacy is
gewaarborgd.
Bij binnenkomst in de kamer bevindt zich aan de rechterzijde een lange dichte muur. Achter die muur bevindt zich het toilet. In de kamer is door middel van de bolspiegel de toiletruimte zichtbaar. Vanuit het luikje is de toiletruimte door middel van de
bolspiegel niet zichtbaar.
Met betrekking tot de privacy van klagers bezoek, overweegt de beroepscommissie dat het bezoek geacht wordt gebruik te maken van de toiletten die bestemd zijn voor bezoekers. Gezien het vorenstaande oordeelt de beroepscommissie dat er geen sprake is
van
schending op klagers recht op privacy of op schending van het recht op privacy van zijn bezoek en dat de verblijfsruimte van klager voldoet aan de minimumeisen zoals hiervoor omschreven.
Met betrekking tot de damp- c.q. vochtproblemen overweegt de beroepscommissie dat de RGD de dampvorming onderzocht heeft. De RGD heeft vastgesteld dat de vochtafvoer voldoet aan de daaraan gestelde normen. Zij beslist dan ook als volgt.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit
mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J. Wouda en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven