nummer: 11/295/TA
betreft: [klager] datum: 30 juni 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 24 januari 2011 van de alleensprekende beklagrechter bij het FPC De Kijvelanden te Poortugaal, verder te noemen de inrichting,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 18 mei 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen Vught, zijn gehoord klager en namens het hoofd van voormelde inrichting [...], juridisch medewerker, en [...], hoofd behandeling.
Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagrechter
Het beklag betreft het feit dat klagers WAO-status niet wordt gerespecteerd en hij verplicht is arbeid te verrichten.
De beklagrechter heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Op de observatieafdeling deed klager de arbeidsblokken op vrijwillige basis, maar na de overplaatsing naar de behandelafdeling Onyx werd de arbeid
verplicht.
Klager heeft geprobeerd te werken. Dit leverde problemen op in verband met klagers hernia en artrose. Hij kan geen zittend werk doen. Door het indienen van het beklag is klagers A&O-rooster aangepast. Desondanks is dat rooster nog steeds niet in orde.
Afgesproken was dat het A&O-rooster in onderling overleg aangepast zou kunnen worden, maar dat blijkt niet het geval. Dit is voornamelijk het probleem. Het gaat klager niet om het feit dat hij geen ziektegeld ontvangt. Klagers blokken omvatten sport,
assemblage (arbeid) en creatieve handvaardigheid. Klager volgt de blokken assemblage niet en stelt voor om die blokken te vervangen door sport of creatieve handvaardigheid. Klager kan de hele dag actief zijn, maar wil niet werken op de assemblage. Hij
resocialiseert daar niet van. Voorts meldt klager dat de inrichtingsrapportages inhoudelijk niet juist zijn. Ten slotte meldt klager dat zijn geloofsovertuiging niet begrepen wordt. Ter zitting is het laatste A&O-rooster verstrekt.
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagrechter ingenomen standpunt als volgt toegelicht. Met klager is overleg geweest om te zoeken naar een andere invulling van de blokken. Een dagstructuur met arbeid is nodig in het
kader van klagers resocialisatieproces. Het betreft geen arbeid in enge zin. Er wordt een basisbijdrage verwacht naar de draagkracht van de patiënt. Op de assemblage is sprake van lichamelijk weinig belastende werkzaamheden. Hierbij moet gedacht worden
aan het invouwen van Kerstkaarten, dat zittend of staand kan. De huisarts heeft aangegeven dat klager het werk op de assemblage fysiek aankan en dit wordt ook periodiek bijgehouden. Klager is ook in staat om sportblokken te volgen en dat vereist ook
lichamelijke inspanning. Bij een ziekmelding wordt 70% van het loon doorbetaald. Klager heeft zich de laatste periode niet ziekgemeld. Hij is niet op de assemblage verschenen. Daarvoor wordt hij financieel gekort.
3. De beoordeling
Klager wil meer sportblokken en creatieve handvaardigheid doen en geen arbeid verrichten op de assemblage. Zijn wens is deels ingegeven vanwege lichamelijke klachten en deels omdat klager niet wil worden gedwongen arbeid te verrichten. Naar het
oordeel
van de beroepscommissie blijkt uit de stukken en het verhandelde ter zitting niet van de door klager gestelde ongeschiktheid ten aanzien van het verrichten van arbeid op de assemblage. Het enkele feit dat klager een WAO-status heeft, brengt niet mee
dat
klager niet in staat moet worden geacht om assemblagewerkzaamheden te verrichten. Hierbij is in aanmerking genomen dat het lichamelijk licht belastende werkzaamheden betreffen, die zowel zittend als staand verricht kunnen worden en dat de inrichting
periodiek bijhoudt of klager in staat moet worden geacht om de arbeid op de assemblage te kunnen verrichten. De weigering van het hoofd van de inrichting om klager vrij te stellen van de assemblageblokken en die te vervangen door andere activiteiten
kan, gelet op het hiervoor overwogene, geen schending van een aan klager toekomend recht opleveren. Het beroep zal daarom ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagrechter.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr.drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. J.E. Wouda en mr.drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 juni 2011
secretaris voorzitter