Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0906/GB, 28 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:28-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/906/GB

Betreft: [klager] datum: 28 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. A.J. Sol, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 21 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in paviljoen C van de locatie Westlinge te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
2.1. Klager is sedert 7 juli 2010 gedetineerd. Hij verblijft in paviljoen C van de locatie Westlinge, een inrichting met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau als bedoeld in artikel 20, tweede lid, van de Regeling
tijdelijk verlaten van de inrichting.

2.2. Bij uitspraak, met nummer WL 2011/25, van de beklagcommissie bij de locatie Westlinge, is klagers klacht betreffende een disciplinaire straf gegrond verklaard en is aan klager een tegemoetkoming toegekend. De directeur is niet in beroep
gekomen.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
De selectiefunctionaris heeft geconcludeerd dat er twee positieve urinecontroles zijn geweest. Dat wordt bestreden. Gebleken is dat er geen sprake was van twee positieve urinecontroles, uit de tweede urinecontrole is geen hernieuwd gebruik gebleken.
Het
cannaboiden/kreatinine-ratio is gedaald van 2.01 op 3 januari 2011 tot 1.7 op 24 januari 2011. De daling van deze ratio toont aan dat er tussen 3 januari 2011 en 24 januari 2011 geen bijgebruik van cannabis heeft plaatsgevonden maar juist afbouw.
Indien
er geen sprake is van stijging van de cannabis/kreatinine-ratio dient er vanuit te worden gegaan dat er sprake is van afbouw, ongeacht de hoeveelheid aangetroffen cannaboiden. In dit geval is er sprake van daling van die ratio zodat bij klager geen
bijgebruik vastgesteld kan worden. Het is dan ook niet juist te oordelen dat hoewel klager tot twee maal toe positief scoorde op het gebruik van cannabis, deze tweevoudige score terug te voeren zou zijn op twee keer gebruik van cannabis.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is voorgesteld voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.). In het selectieadvies is melding gemaakt van een positieve urinecontrole op THC. Uit telefonisch contact met de inrichting is gebleken dat klager op 24 januari
2011 wederom positief gescoord had op het gebruik van softdrugs en de inrichting het advies om wilde zetten naar een voorstel voor een inrichting met een normaal beveiligingsniveau. Bij navraag bleken de waarden op 3 januari 2011 positief THC met een
kreatininegehalte van 28 en op 24 januari 2011 positief THC 68 met een kreatininegehalte van 40. Gelet op de termijn tussen de controles en de stijgende THC-waarde heeft de selectiefunctionaris geconcludeerd dat er sprake is van bijgebruik.

4. De beoordeling
Klager is door de directeur van de locatie Westlinge voorgesteld om te worden overgeplaatst naar een z.b.b.i. De selectiefunctionaris is niet meegegaan in dat voorstel en heeft klager vanwege twee positieve urinecontroles geselecteerd voor paviljoen C
van de locatie Westlinge in verband met het drugsontmoedigingsbeleid. Klager heeft beklag ingediend tegen de aan hem opgelegde disciplinaire straf van 28 januari 2011 van 24 uur beperken van zijn eerstvolgende verlof wegens positieve urinecontrole op
THC. De directeur van de locatie Westlinge heeft bij beslissing van 21 maart 2011 de op 28 januari 2011 opgelegde straf vervallen verklaard en heeft klager op 21 maart 2011 de disciplinaire straf opgelegd van 3 dagen opsluiting in eigen cel of
verblijfsruimte met televisie. De beklagcommissie bij de locatie Westlinge heeft klagers klacht gegrond verklaard omdat de directeur geen antwoord heeft gegeven op de vraag wat de mededeling op het analyseformulier van het urinemonster “interpretatie
op
hergebruik is niet mogelijk” betekent en de directeur geen reactie heeft gegeven op de stelling dat uit de daling van het cannaboiden/kreatinineratio blijkt dat hij niet heeft bijgebruikt.
Vast staat dat klager in ieder geval één positieve urinecontrole heeft gehad op 3 januari 2011 waar het gebruik van drugs is geconstateerd. Met betrekking tot de tweede urinecontrole, van 24 januari 2011 is niet vast komen te staan dat er sprake is
geweest van bijgebruik. De selectiefunctionaris heeft in redelijkheid kunnen oordelen dat klager, gelet op de positieve score op THC van 3 januari 2011 en het geldende drugsontmoedigingsbeleid vooralsnog niet geschikt is voor plaatsing in een
inrichting
met een beperkt beveiligingsniveau. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Gelet op het
vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 28 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven