nummer: 11/971/TA
betreft: [klager] datum: 23 juni 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen de uitspraak van 24 maart 2011 van de beklagcommissie bij FPC 2Landen, verder te noemen de inrichting, voor zover daarbij aan klager geen tegemoetkoming is toegekend,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft het hoofd van de inrichting in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van de tegemoetkoming
De beklagcommissie heeft geen tegemoetkoming toegekend, ondanks de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het niet kunnen bijwonen van een hoorzitting van de Bezwarencommissie van de Raad voor Rechtsbijstand op 7 januari 2011, op de gronden
als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en het hoofd van de inrichting
Klager heeft het beroep als volgt toegelicht. Hij kan zich alleen verdedigen tegen de behandelaars door gebruik te maken van het klachtrecht. Het weigeren van rechtsbijstand is in strijd met de Grondwet, de rechtsorde en het klachtrecht. Klager wenst
daarom compensatie van dit onrecht.
Het hoofd van de inrichting heeft daarop als volgt gereageerd. Zoals in het verweerschrift bij de beklagcommissie is vermeld, heeft de afdelingsmanager de hoorzitting van de Bezwarencommissie verward met een zitting van de beroepscommissie, waarvoor
wel
vervoer was geregeld. Toen dit duidelijk werd, was het niet meer mogelijk vervoer naar de Bezwarencommissie te regelen. De afdelingsmanager heeft mondeling en schriftelijk haar excuses aangeboden aan klager. De beklagcommissie heeft de klacht gegrond
verklaard. De inrichting is het eens met het standpunt van de beklagcommissie dat er geen termen zijn voor toekenning van een tegemoetkoming, nu klager niet in zijn belangen is geschaad.
3. De beoordeling
De beroepscommissie kan zich verenigen met het oordeel van de beklagcommissie geen tegemoetkoming toe te kennen in het licht van de omstandigheid dat klager ter zitting van de beklagcommissie heeft verklaard dat de Bezwarencommissie van de Raad voor
Rechtsbijstand hem in één zaak in het gelijk heeft gesteld en een tweede zaak heeft aangehouden en klager aldus door het niet kunnen bijwonen van de hoorzitting van die commissie niet in zijn belangen is geschaad.
Het beroep zal dan ook ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie voor zover daartegen beroep is ingesteld.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.A.M. Schaap-Meulemeester, voorzitter, mr. drs. T.A.M. Louwe en drs. G.A.M. Mensing, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.W. Bevaart, secretaris, op 23 juni 2011
secretaris voorzitter