Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1330/GB, 21 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:21-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/1330/GB

Betreft: [klager] datum: 21 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. U. van Ophoven, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 april 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem niet te plaatsen in de locatie Groot Bankenbosch te Veenhuizen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 23 september 2010 gedetineerd. Hij verblijft in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Ter Apel.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Ten onrechte overweegt de selectiefunctionaris dat het recidivegevaar hoog wordt ingeschat. Klager heeft een flink aantal antecedenten. Het zijn verkeersdelicten waarvan klager deels nog verdacht wordt. Dergelijke verkeersdelicten hebben niets te maken
met een inschatting van risico’s die verbonden zijn aan een plaatsing in een inrichting met regimair verlof. Volgens de selectiefunctionaris komt het opgegeven verlofadres meerdere malen voor in de administratie van de regiopolitie Groningen. In de
bestreden beslissing wordt dit niet nader uitgelegd. Mogelijk doelt de selectiefunctionaris op een melding van huiselijk geweld van 25 februari 2010. Deze zaak is echter door de Officier van Justitie geseponeerd wegens gebrek aan bewijs. Het
parketnummer in die zaak is 18/650410/10. Klager zit thans een aantal straffen en boetes uit. Zijn vrijheidsbeneming is ingegaan op 23 september 2010 in de zaak met het parketnummer 18/670397-10. Het lijkt klager onjuist dat een gedetineerde met
antecedenten geen mogelijkheden heeft voor verlof. Klager wordt op deze wijze geen enkele kans geboden.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht
De politie heeft negatief geadviseerd. De politie is van mening dat er op grond van eerder opgedane ervaringen met klager er voldoende feiten of omstandigheden bekend zijn die een aanwijsbaar gevaar rechtvaardigen voor recidive of verstoring van de
openbare orde. Klager heeft een groot aantal antecedenten van de regiopolitie Groningen. Tevens komt het door klager opgegeven verlofadres meerdere malen voor in de administratie van de politie. In klagers persoonsdossier wordt aangegeven dat het
recidivegevaar hoog wordt ingeschat. Om dezelfde redenen is het aangevraagde algemeen verlof ook afgewezen.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, p.9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke
rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de preventieve
hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en achtergrond van
het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De politie heeft negatief geadviseerd vanwege een groot aantal antecedenten in de administratie van politie en omdat het door klager opgegeven verlofadres meerdere malen in de administratie van de politie voorkomt. Op grond van eerdere opgedane
ervaringen met klager zijn er bij de politie voldoende feiten en omstandigheden bekend die een aanwijsbaar gevaar voor recidive of een verstoring van de openbare orde rechtvaardigen. Klager beschikt thans niet over een aanvaardbaar verlofadres. Klager
heeft thans ook nog geen vrijheden genoten. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan mede gelet op het inrichtingsadvies, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of
onbillijk worden aangemerkt.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 21 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven