nummer: 11/1131/GA
betreft: [klager] datum: 21 juni 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. M.K. Rack, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 11 april 2011 van de beklagcommissie bij de locatie De Berg te Arnhem,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
De beroepscommissie heeft de directeur van voormelde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager, alsmede zijn raadsman, om het beroep schriftelijk toe te lichten.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft het feit dat klagers verzoek tot het tijdelijk verlaten van de inrichting in het kader van algemeen verlof is afgewezen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
In eerste instantie heeft klager beklag ingediend, omdat hij niet wist op grond waarvan de politie Gelderland-Midden negatief heeft geadviseerd. Hetzelfde geldt voor het feit dat er geen vertrouwen is in een goed verloop van het verlof. Tijdens de
zitting van de beklagcommissie werd de indruk gewekt dat ook voormelde commissie de bestreden beslissing wat magertjes vond. De uitspraak van de beklagcommissie is dan ook verrassend en niet geconcretiseerd en gemotiveerd onderbouwd. Dat geldt ook voor
het feit dat sprake is van een ‘niet aanvaardbaar verlofadres’. Klager wil zijn beroep mondeling toelichten.
De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts wordt opgemerkt dat wanneer klager meent dat het negatieve advies van de politie Gelderland-Midden nader onderbouwd dient te worden, hij dit dient te verzoeken aan de
politie.
3. De beoordeling
De beroepscommissie acht zich voldoende ingelicht acht om op het beroep te beslissen. Nu klager bovendien geen gronden heeft aangevoerd waarom hij het beroep mondeling wil toelichten, wijst zij dit verzoek af.
Uit de dossierstukken blijkt het volgende.
Klager is sinds 4 oktober 2010 gedetineerd en ondergaat diverse vrijheidsstraffen. De wettelijk vroegst mogelijke v.i.-datum valt op of omstreeks 15 juni 2011. Klager heeft omstreeks begin december 2010 verzocht om met algemeen verlof te gaan en
daarbij
aangegeven dat hij zijn verlof wil doorbrengen op zijn woonadres.
Op klagers verlofaanvraag is het volgende advies uitgebracht. De Korpschef van de politie Gelderland Midden heeft negatief geadviseerd, omdat op klagers woonadres eveneens klagers broer staat ingeschreven. Klagers broer heeft diverse antecedenten op
zijn naam staan.
In casu heeft de directeur het verlofverzoek afgewezen vanwege het ontbreken van een aanvaardbaar verlofadres waardoor er geen vertrouwen is in een goed verloop van het verlof.
De beroepscommissie acht het aannemelijk dat klager na zijn detentie op zijn woonadres, het opgegeven verlofadres, zal verblijven. Alleen het gegeven dat klagers broer, die bekend is in verband met diverse antecedenten bij de politie, eveneens op dat
adres is ingeschreven, betekent niet dat sprake is van een toereikende weigeringsgrond voor verlof als bedoeld in artikel 4, sub j, van de Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting. “Diverse antecedenten” is hiervoor onvoldoende concreet dan wel
zwaarwegend. Van overige afwijzingsgronden is niet gebleken. Gezien het vooroverwogene komt de beroepscommissie tot het oordeel dat het beklag gegrond dient te worden verklaard.
Nu de rechtsgevolgen van de afwijzende beslissing niet meer ongedaan zijn te maken, komt klager een tegemoetkoming toe. De directeur is in de gelegenheid gesteld zijn standpunt omtrent de tegemoetkoming te bepalen. De beroepscommissie zal de
tegemoetkoming vaststellen op € 50,=.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gegrond.
Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. U. van de Pol, voorzitter, mr. Th.E.M. Wijte en mr. J.M.M. van Woensel, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 21 juni 2011
secretaris voorzitter