Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/1015/GA, 15 juni 2011, beroep
Uitspraakdatum:15-06-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/1015/GA

betreft: [klager] datum: 15 juni 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

de directeur van de locatie Hoogvliet,

gericht tegen een uitspraak van 23 maart 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Hoogvliet, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft klager in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en de directeur om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel, wegens de weigering om gehoor te geven aan een opdracht van het personeel.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard voor zover de disciplinaire straf langer heeft geduurd dan drie dagen, terzake nog geen tegemoetkoming toegekend, en voor het overige het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de
aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van de directeur en klager
De directeur heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Voor wat betreft de terughoudendheid, die de beklagcommissie in acht moet nemen, wordt verwezen naar de uitspraak 01/2027/GA van 19 februari 2002 van de beroepscommissie. Er kan slechts getoetst worden of de disciplinaire straf, alle belangen en
omstandigheden in aanmerking genomen, redelijk en billijk is. De beklagcommissie is te veel op de stoel van de directeur gaan zitten. Er is geen sprake van een marginale toetsing.
De inrichting hanteert een interne richtlijn disciplinair beleid gedetineerden. Op grond van specifieke omstandigheden kan daarvan worden afgeweken. Bij weigeren van een opdracht van personeel geeft de richtlijn een strafmaat aan van drie dagen
afzondering in de eigen verblijfsruimte. In casu is er sprake van specifieke omstandigheden. Klager heeft meerdere malen de opdracht geweigerd in het bijzijn van een grote groep gedetineerden en deed dit met luide stem. De situatie was dusdanig
dreigend
dat zelfs is overwogen om alarm te slaan. Verwezen wordt naar de uitspraak 07/1451/GA van 6 november 2007 van de beroepscommissie.

Klager heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de schriftelijke mededeling oplegging disciplinaire straf, het onderliggende verslag en de reactie van de directeur op het beklag en het beroep volgt dat klager meermalen heeft geweigerd om opdrachten van het personeel op te volgen. Hij heeft
luidkeels geweigerd in de aanwezigheid van medegedetineerden om zijn cel in te gaan, waardoor medegedetineerden eveneens protesteerden tegen hun insluiting. Er was sprake van een dusdanige verstoring van de orde en veiligheid op de afdeling dat het
personeel heeft overwogen om alarm te slaan.
Gelet op het bovenstaande is de beroepscommissie van oordeel dat de beslissing van de directeur om klager een disciplinaire straf van vijf dagen opsluiting in een andere verblijfsruimte dan een strafcel op te leggen niet als onredelijk of onbillijk kan
worden aangemerkt.
De beroepscommissie zal derhalve het beroep gegrond verklaren, de uitspraak van de beklagcommissie vernietigen en het beklag alsnog geheel ongegrond verklaren.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak van de beklagcommissievoor zover daartegen beroep is ingesteld en verklaart het beklag alsnog ongegrond.

.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en mr. M.AG. Rutten, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 15 juni 2011

secretaris voorzitter

Naar boven