Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0129/GA, 30 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/129/GA

betreft: [klager] datum: 30 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 4 januari 2011 van de beklagcommissie bij de locatie Roermond,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 29 april 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught, is klager gehoord.
De directeur van de locatie Roermond heeft schriftelijk laten weten niet ter zitting te zullen verschijnen.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag – voor zover in beroep aan de orde – betreft een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel, wegens (een poging tot) invoer van een simkaart.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager wist niet dat hij een simkaart in zijn broek had. Die broek had zijn vriendin een week eerder laten invoeren. Kennelijk zat daar een pre-paid simkaart in. Klager had vóór zijn detentie altijd meerdere simkaarten. Na het aantreffen van de
simkaart, is klagers cel doorzocht. Klager had geen contrabande en ook geen mobiele telefoon. De straf van tien dagen is te hoog. Een medegedetineerde die ook een simkaart had, heeft alleen een waarschuwing gekregen. Bij een andere medegedetineerde
zijn
een telefoon, soft- en harddrugs en een wapen aangetroffen. Hij werd gestraft met zes dagen op een strafcel. Ter onderbouwing hiervan heeft klager een mededeling disciplinaire straf van een medegedetineerde overgelegd..

De directeur heeft zijn standpunt, zoals ingenomen tegenover de beklagcommissie, in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Uit de stukken en het verhandelde ter zitting is komen vast te staan dat tijdens de visitatie na het bezoek bij klager een simkaart is aangetroffen. Het houden van een simkaart in een penitentiaire inrichting wordt aangemerkt als strafwaardig gedrag.
Voor dit feit kan de directeur een disciplinaire straf opleggen.
Nu klager gemotiveerd heeft aangegeven dat een soortgelijke strafwaardige gedraging minder zwaar is bestraft en de directeur niet heeft weersproken dat een disciplinaire straf van tien dagen opsluiting in een strafcel hiervoor te zwaar is gelet op het
geldende sanctiebeleid in de locatie Roermond, oordeelt de beroepscommissie dat het beklag gedeeltelijk – namelijk voor het meerdere van vijf dagen straf op een strafcel – gegrond zal worden verklaard. Omdat de gevolgen hiervan niet meer ongedaan te
maken zijn, acht de beroepscommissie termen aanwezig om aan klager een tegemoetkoming toe te kennen.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart het beklag alsnog gedeeltelijk gegrond. Zij bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van € 50,=.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, mr. A.G. Coumans en prof. dr. A.M. van Kalmthout, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 30 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven