Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0552/GB, 25 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:25-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/552/GB

Betreft: [klager] datum: 25 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. F. Verkerk, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 14 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het detentiecentrum Noord Holland, locatie Zaandam, of het detentiecentrum Rotterdam afgewezen.

2. De feiten
Klager verblijft sedert 16 maart 2011 in vreemdelingenbewaring. Hij verblijft in het detentiecentrum Zeist.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Klager stelt ongeschikt te zijn om in een meerpersoonscel te verblijven en wil daarom overgeplaatst worden naar een andere inrichting. In de inrichting waar hij thans verblijft, kan daar geen rekening mee gehouden worden. De reden dat klager niet met
een ander op een cel kan verblijven, heeft te maken met een nare ervaring in het verleden. Klager heeft eerder in vreemdelingenbewaring verbleven waar hij met een persoon op een cel sliep die in aanwezigheid van klager is overleden. Dit is een dermate
traumatische ervaring geweest voor klager dat hij psychische hulp heeft gekregen. Deze psycholoog heeft destijds geconstateerd dat klager, gezien zijn traumatische ervaring, niet geschikt is om op een meerpersoonscel te verblijven. Klager stelt dat
daar
een psychologisch rapport van is opgemaakt. Dit rapport zou zich thans nog in zijn dossier moeten bevinden. Helaas beschikt klager niet over dat rapport. De bestreden beslissing is onvoldoende gemotiveerd. In de beslissing wordt aangegeven dat klager
opnieuw door een psycholoog is bezocht en dat deze geen reden (meer) zag voor een indicatie dat klager alleen op cel dient te verblijven. Dit standpunt wordt echter in het geheel niet onderbouwd. Er is geen rapportage overgelegd van de psycholoog en er
is niet onderbouwd waarom de psycholoog tot die conclusie is gekomen.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Een eenpersoonscel indicatie heeft niet zozeer te maken met de detentiecentra maar met de persoon in kwestie. Op grond van artikel 11a, tweede lid, van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden kan ongeschiktheid voor
gemeenschappelijke onderbrenging van gedetineerden samenhangen met onder andere diens psychische gestoordheid, gezondheidstoestand of gedragsproblematiek Op 23 april 2009 is er een indicatie voor éénpersoonscel gebruik afgegeven voor klager. Op 8
februari 2011 heeft de psycholoog van het detentiecentrum Zeist bevestigd dat hij geen reden heeft gevonden om klager een dergelijke indicatie nogmaals te geven. Omdat de rapportages van de psycholoog onder het medisch geheim vallen, is deze rapportage
en daardoor ook de onderbouwing niet bekendgemaakt en is deze ook niet aan klagers raadsman bekendgemaakt. Dat één en ander zou leiden tot de conclusie van klager dat het onderzoek van de psycholoog onzorgvuldig is geweest, deelt de
selectiefunctionaris
niet. De werkzame psychologen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen beschikken over een BIG registratie. Dit betekent dat zij gediplomeerd zijn en bevoegd zijn hun vak zelfstandig uit te oefenen.

4. De beoordeling
Klagers verzoek om te worden overgeplaatst naar een andere inrichting is afgewezen omdat de psycholoog van het detentiecentrum Zeist zou hebben verklaard dat er thans geen reden meer is om voor klager een éénpersoonscel-indicatie af te geven. De inhoud
van dit rapport of een schriftelijke verklaring van de psycholoog waaruit dat blijkt en waarin is aangegeven waarom er thans geen reden meer bestaat, ontbreekt. De beslissing van de selectiefunctionaris is daarmee onvoldoende met redenen omkleed en
dient dan ook te worden vernietigd. De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig
voor het toekennen van een tegemoetkoming.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 25 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven