Nummer: 11/755/GB
Betreft: [klager] datum: 25 mei 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. B.P.J. van Riel, namens
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 8 maart 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot overplaatsing naar het huis van bewaring (h.v.b.) van de penitentiaire inrichting (p.i.) Nieuwegein afgewezen.
2. De feiten
Klager is sedert 3 februari 2011 gedetineerd. Hij verbleef in het h.v.b. van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 2 april 2011 is hij overgeplaatst naar het h.v.b. van de locatie Hoogvliet te Rotterdam.
3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Maatgevend voor de beslissing om een voorlopig gehechte naar een ander h.v.b. over te plaatsen is de feitelijke en effectieve gelegenheid die zijn sociale contacten, zoals familie en vrienden, moeten hebben om klager te kunnen bezoeken. Als reden voor
de onderhavige beslissing wordt aangevoerd dat het de goede rechtsgang zou bevorderen dat klager in de buurt van het gerecht wordt ondergebracht waar hij wordt berecht. Veel gedetineerden zitten niet gedetineerd in het h.v.b. van het arrondissement van
vervolging. Het maakt klagers voorlopige hechtenis nodeloos zwaar. Klagers familieleden en vrienden, allen afkomstig uit Utrecht, zouden hem vaker en eenvoudiger kunnen bezoeken wanneer hij wordt overgeplaatst naar het h.v.b. van de p.i. Nieuwegein.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Naast het ontbreken van aanvullende gronden in het door klager ingediende overplaatsingsverzoek worden ook in het beroepschrift geen gronden aangeleverd. De selectiefunctionaris ziet geen aanleiding de bestreden beslissing te herzien of een
tegemoetkoming toe te kennen.
4. De beoordeling
4.1. Klager behoort, gelet op zijn status als preventief gehechte, tot de categorie gedetineerden voor opneming van wie de huizen van bewaring zijn bestemd.
4.2. Voor de selectie van gedetineerden geldt het uitgangspunt dat voorlopig gehechten, gelet op het belang van een goede rechtsgang, in een h.v.b. worden geplaatst in dan wel nabij het arrondissement van vervolging. Slechts in bijzondere gevallen
wordt hierop een uitzondering gemaakt. De selectiefunctionaris heeft kunnen aannemen dat dergelijke bijzondere omstandigheden op grond waarvan een uitzondering zou moeten worden gemaakt, niet zijn aangevoerd. De op de onder 3.2 genoemde gronden
gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hetgeen klager heeft aangevoerd omtrent het bezoek is onvoldoende feitelijk onderbouwd om
tot een ander oordeel te kunnen leiden. Gelet op het vorenstaande zal het beroep ongegrond worden verklaard.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema,
voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van bc. L. van Alff, secretaris, op 25 mei 2011
secretaris voorzitter