nummer: 10/2309/GA
betreft: [klager] datum: 20 mei 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 juni 2010 van de beklagcommissie bij de locatie De Berg te Arnhem,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 17 mei 2011, gehouden in de locatie De Berg, is gehoord d[...], directeur van de locatie De Berg.
Klager heeft afstand gedaan van het recht om ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie, voor zover in beroep van belang
Het beklag houdt in:
a. klager wordt minder dan zes uur recreatie per week geboden;
b. het spreekuur van de medische dienst vindt plaats tijdens de recreatie en
c. klager wordt niet in de gelegenheid gesteld om recente jurisprudentie van de beroepscommissie te raadplegen.
De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt schriftelijk toegelicht.
Met betrekking tot a:
Op 15 maart 2010 is er op de afdeling een nieuw activiteitenrooster van kracht geworden. Gelet op artikel 49, eerste en tweede lid, van de Pbw voldoet dit rooster niet aan het wettelijk minimum van zes recreatieuren, die binnen een huis van bewaring
aan
gedetineerden behoren te worden aangeboden. De directeur heeft gereageerd met een urenoverzicht, maar dit is niet het activiteitenrooster dat op iedere cel aanwezig is. Het door de directeur overgelegde rooster bevestigt dat de gedetineerden recht
hebben op zes uur recreatie, maar het op de afdeling geldende rooster komt uit op vijf uur en 45 minuten. Na 15 maart 2010 is slechts eenmaal zondags het dagprogramma om 07.45 uur gestart. Het dagprogramma is verder altijd om 08.00 uur gestart. Het is
ook vreemd dat er drie maanden lang, te weten van 15 maart 2010 tot aan de datum van de beklagzitting, een onjuist weekrooster hing op 48 cellen. Klager kan niet begrijpen waarom de beklagcommissie dit onderdeel van zijn beklag ongegrond heeft
verklaard.
Met betrekking tot b:
Binnen de locatie De Berg worden gedetineerden altijd tijdens de recreatie en ook wel tijdens het luchtmoment opgeroepen voor het spreekuur van de medische dienst. Het is onjuist dat er sprake is van een uitzondering, zoals de directeur heeft betoogd.
Normaal gesproken kunnen gedetineerden alleen tijdens het luchten of de recreatie naar de medische dienst. Als gedetineerden daarvan terugkomen, is de recreatietijd voorbij. De stelselmatigheid waarmee dit gebeurt, is een verkapte vorm van bezuinigen.
Met betrekking tot c:
De beklag- en beroepsrechtspraak behoren actueel en overzichtelijk te worden aangeboden in de inrichtingsbibliotheek. Het onwetend houden van gedetineerden heeft klaarblijkelijk zo zijn voordelen. Gedetineerden zouden daaraan rechten kunnen ontlenen.
De directeur heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Verwezen wordt naar het bij de beklagcommissie gevoerde verweer van 14 april 2010.
Met betrekking tot a:
Het is heel vervelend dat niet direct het juiste rooster is verstrekt. Het juiste rooster is op een later tijdstip opgehangen. In de kamer van de p.i.w.’ers heeft vanaf het begin af aan het juiste rooster gehangen.
In het thans als bijlage bijgevoegde rooster is te zien dat wordt voldaan aan de wettelijke norm van zes uur recreatie per week. Met dit rooster is en wordt gewerkt. Klagers afdeling wordt op zondagmorgen om 07.45 uur uitgesloten. De directeur houdt
hier zelf toezicht op.
Met betrekking tot b:
Met de medische dienst is de afspraak gemaakt dat zij zoveel mogelijk probeert op te roepen op een moment dat de gedetineerde daar weinig (over)last van ondervindt. Een enkele keer komt het voor dat de arts wordt weggeroepen voor een spoedgeval en dat
hij op een later moment het spreekuur moet voortzetten, mogelijkerwijs gedurende de recreatie, maar dit is een uitzondering.
Met betrekking tot c:
Er is geen sprake van het onwetend houden van gedetineerden. Zij kunnen het actuele jurisprudentiebulletin en de voorgaande bulletins inzien in de bibliotheek. De bulletins worden niet uitgeleend. Ook de uitspraken van de beklagcommissie zijn in te
zien in de bibliotheek. Desgewenst worden er - gratis - kopieën gemaakt van uitspraken.
3. De beoordeling
Met betrekking tot a. en b. overweegt de beroepscommissie dat hetgeen in beroep is aangevoerd - voor zover dat is komen vast te staan - niet tot een andere beslissing kan leiden dan die van de beklagcommissie.
Met betrekking tot c. overweegt de beroepscommissie dat uit de stukken en de toelichting van de directeur ter zitting aannemelijk is geworden dat klager voldoende in de gelegenheid wordt gesteld om kennis te nemen van (recente) jurisprudentie van de
beroepscommissie, nu hij in de bibliotheek (recente) jurisprudentie(bulletins) in kan zien en hem op verzoek kosteloos kopieën van uitspraken worden verstrekt.
In dit licht gezien, kan hetgeen in beroep met betrekking tot dit punt is aangevoerd ook niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie.
Het beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, dr. H.G. van de Bunt en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 20 mei 2011
secretaris voorzitter