nummer: 10/3523/GA
betreft: [klager] datum: 16 mei 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een uitspraak van 17 december 2010 van de beklagcommissie bij de locatie De Boschpoort te Breda, voor zover daarbij een tegemoetkoming is toegekend en het beklag deels ongegrond is verklaard,
alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.
Ter zitting van de beroepscommissie van 25 maart 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.). Vught, is klager gehoord.
De directeur van de locatie De Boschpoort heeft schriftelijk laten weten verhinderd te zijn ter zitting te verschijnen.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:
1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
De beklagcommissie heeft een tegemoetkoming van € 150,= toegekend vanwege de gegrondverklaring van klagers beklag betreffende het feit dat hij als reiniger te weinig salaris heeft uitbetaald gekregen, op de gronden als in de aangehechte uitspraak
weergegeven.
De beklagcommissie heeft het beklag betreffende de vermissing van klagers televisie ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.
2. De standpunten van klager en de directeur
Klager heeft in beroep zijn tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Klager werkt van acht uur ’s morgens tot vijf uur ’s middags. Het bezoek vindt tussentijds plaats. Klager verricht onder meer schoonmaakwerkzaamheden en hij brengt het eten rond. Klager werkt ongeveer zes uur per dag.
Na een celinspectie is klagers televisie van zijn cel verdwenen. Personeel heeft de televisie meegenomen en naar de fouillering gebracht. De televisie is echter niet bij de badafdeling aanwezig. Klagers celdeuren staan regelmatig open, maar klager
heeft
een sleutel om zijn celdeur af te sluiten. Volgens klager is het onmogelijk dat een gedetineerde de televisie van zijn cel heeft gehaald.
De directeur persisteert bij hetgeen in eerste aanleg is aangevoerd.
3. De beoordeling
Klager werkte meer dan vier uur, maar minder dan acht uur per dag. Klager heeft vanaf maart 2010 tot 1 september 2010 te weinig salaris ontvangen.
De beroepscommissie kan zich niet verenigen met de toegekende tegemoetkoming. Het beroep zal dan ook gegrond worden verklaard en de beroepscommissie zal een hogere tegemoetkoming vaststellen, namelijk € 200,=.
De beroepscommissie acht het ongelukkig dat er van de celcontrole geen formulier is opgemaakt. Hetgeen in beroep is aangevoerd kan echter naar het oordeel van de beroepscommissie niet tot een andere beslissing leiden dan die van de beklagcommissie. Het
beroep zal ongegrond worden verklaard.
4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en bepaalt dat aan klager een tegemoetkoming toekomt van
€200,=.
De beroepscommissie verklaart het beroep ten aanzien van de vermissing van klagers televisie ongegrond en bevestigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.I.M.W. Bartelds, voorzitter, prof.dr. W.J. Schudel en mr. J.P. Balkema, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 16 mei 2011
secretaris voorzitter