Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0445/GM, 13 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:13-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/445/GM

betreft: [klager] datum: 13 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 30 van de Penitentiaire maatregel (Pm) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen medisch handelen door of namens de tandarts verbonden aan de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Vught,

alsmede van de overige stukken, waaronder het verslag van 8 februari 2011 van de bemiddeling door de tandheelkundig adviseur bij het ministerie van Veiligheid en Justitie.

Ter zitting van de beroepscommissie van 6 april 2011, gehouden in de p.i. Vught, zijn gehoord klager en [...], tandarts.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beroep
De klacht, zoals neergelegd in het verzoek om bemiddeling aan de tandheelkundig adviseur van 31 december 2010, betreft de verwijzing naar een kaakchirurg in plaats van klagers eigen tandarts.

2. De standpunten van klager en de tandarts
Klager heeft zijn klacht als volgt toegelicht. Klager is in 2009 voor een soortgelijke behandeling wel verwezen naar zijn eigen tandarts. Klager heeft een garantie op de prothese(brug). Hij vreest dat hij zijn garantie zal verliezen nu een andere
chirurg ernaar heeft gekeken. Klager twijfelt niet aan de deskundigheid van de kaakchirurg, maar deze chirurg verhelpt enkel de ontsteking. De eigen tandarts van klager had alle problemen gelijk kunnen verhelpen. De eerste problemen hebben zich alweer
aangediend. Kort na de behandeling is de brug losgekomen. De brug is tijdelijk vastgelijmd. Hierdoor is de kans groot dat de brug zal moeten worden verwijderd om het probleem op te lossen.
Klagers klacht is niet gericht tegen de zorg van de inrichtingstandarts. Over de medische behandeling heeft klager geen klachten. Klager heeft grote angst voor de tandarts. Hij gaat daarom liever naar zijn eigen tandarts in de CDC-kliniek te Best.

De tandarts heeft het volgende standpunt ingenomen. Klager is vooral bang zijn garantie op de aanwezige brug te verliezen. Het betreft een noodbrug. Het was nodig direct in te grijpen. De garantieverklaring van klagers eigen tandarts heeft niets te
maken met de noodzaak die er was om chirurgisch in te grijpen in verband met de ontstekingen aan de twee pijlers van deze brug. De apex-resectie aan de 13 is zeer kundig uitgevoerd door de kaakchirurg. Ook klagers eigen kaakchirurg had niet anders
gehandeld. Mocht klager weer bij zijn eigen tandarts terecht kunnen dan zal de huidige situatie een grondige behandeling moeten ondergaan. De losgeraakte brug is weer vastgezet. Dat was mogelijk omdat de kaakchirurg beide pijlers heeft behandeld.
Klagers eigen tandarts had (voorlopig) niet anders gehandeld.

3. De beoordeling
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is de beroepscommissie van oordeel dat het handelen van de tandarts niet kan worden aangemerkt als in strijd met de in artikel 28 Pm neergelegde norm. Vanwege een ontsteking aan de twee pijlers van
een brug was ingrijpen naar het oordeel van de inrichtingstandarts direct nodig. Klager is toen verwezen naar de kaakchirurg van het Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch en niet naar klagers eigen tandarts in Best. Toen na de behandeling de noodbrug is
komen los te zitten, heeft de inrichtingstandarts deze weer vastgezet. Er zijn geen indicaties dat de inrichtingstandarts hiermee onzorgvuldig heeft gehandeld. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. Chr.M. Aarts, voorzitter, drs. M.F. van Brederode-Zwart en dr. H.J.P. Kroeze, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 13 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven