Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0632/TB, 10 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:10-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 11/632/TB

betreft: [klager] datum: 10 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. J.A.W. Knoester, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een beslissing van 24 februari 2011 van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verder te noemen de Staatssecretaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Ter zitting van de beroepscommissie van 1 april 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i.) Amsterdam Over-Amstel, zijn gehoord klager, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.P. Holthuis, en namens de Staatssecretaris, [...], werkzaam bij de
Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Veiligheid en Justitie.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De Staatssecretaris heeft beslist klager ter observatie te plaatsen in het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Oldenkotte te Rekken (hierna Oldenkotte).

2. De feiten
Klager is bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak ter beschikking gesteld (tbs) met bevel tot verpleging van overheidswege. Hij is op 7 februari 1994 in het Meijers Instituut te Utrecht geplaatst. Op 8 oktober 1998 is hij geplaatst in het
FPC
Veldzicht te Balkbrug. Op 15 december 1999 is hij geplaatst in een longstayvoorziening van het FPC Velzicht. Op 2 maart 2007 is hij geplaatst in De Rooyse Wissel te Venray. Op 9 januari 2008 is hij geplaatst in een longstayvoorziening van de
Pompestichting, locatie Vught. Op 26 oktober 2009 is hij geplaatst in het Trajectum Hoeve Boschoord in verband met een nieuwe behandelpoging in FPK De Beuken. Op 21 februari 2011 heeft Hoeve Boschoord verzocht om overplaatsing van klager. Op 24
februari
2011 heeft de Staatssecretaris beslist om klager ter observatie in FPC Oldenkotte te plaatsen. Klager is diezelfde dag geplaatst in FPC Oldenkotte.

3. De standpunten
Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Artikel 13 Bvt biedt niet de mogelijkheid voor een dergelijke tijdelijke preventieve plaatsing. Hoeve Boschoord wilde voor klager opnieuw een longstaystatus aanvragen, maar durfde het niet aan om hem dit in Hoeve Boschoord te zeggen. Uit angst voor
mogelijk agressief gedrag zou ervoor gekozen zijn om hem tijdelijk naar FPC Oldenkotte over te plaatsen. Gezegd is dat er geen concrete aanwijzingen bestonden in klagers gedrag, waaruit geconcludeerd zou kunnen worden dat agressief gedrag op handen zou
zijn.
De inrichting wilde rust hebben bij een slecht nieuws gesprek. Klager heeft rustig gereageerd op het slechte nieuws. Er was geen sprake van (verbale) agressie. Hij heeft in het verleden vaker slecht nieuws ontvangen en nimmer is in dergelijke situatie
besloten tot tijdelijke observatie in een andere inrichting. Hij verbleef al anderhalf jaar in Hoeve Boschoord en had het daar naar zijn zin.
Klager wordt niet geobserveerd in Oldenkotte. Niet valt in te zien op grond waarvan hij zou moeten worden geobserveerd.
Klagers behandelteam wist van niets. Hij is van de een op de andere dag gewoon overvallen. Een dag voor zijn plaatsing werd hij nog behandeld.
Oldenkotte is voor hem een stap terug. Hij was vrijer in Hoeve Boschoord, kon met zijn familie bellen. Hij had daar meer zelfstandigheid.
Klager verblijft nog steeds in Oldenkotte.

Namens de Staatssecretaris is inzake het beroep het volgende standpunt naar voren gebracht.
Hoeve Boschoord heeft dringend verzocht om toestemming om klager over te plaatsen. Crisisplaatsing op grond van artikel 13 Bvt is wel mogelijk. Hoeve Boschoord schatte in dat klager, bij het bekend worden van de beslissing om voor hem een nieuwe
longstayplaatsing aan te vragen, agressief gedrag jegens medewerkers en/of medeverpleegden zou vertonen. Dit betekende een veiligheidsrisico. Gezien de ernstige agressie die klager in het verleden binnen andere instellingen heeft laten zien, verwachtte
Hoeve Boschoord deze risico’s niet binnen de inrichting te kunnen hanteren. Zijn laatste strohalm zou hem worden ontnomen, waardoor een gevaarlijke situatie zou kunnen ontstaan.
Er heeft multidisciplinair overleg plaatsgevonden. Uit veiligheidsoverwegingen en een reële risico-inschatting is klager overgeplaatst naar Oldenkotte.
Nog niet bekend is wanneer de tijdelijke plaatsing in Oldenkotte zal worden beëindigd.

4. De beoordeling
Op grond van het bepaalde in artikel 13 Bvt kan de Staatssecretaris ambtshalve of op het verzoek van het hoofd van de inrichting een verpleegde tijdelijk voor een periode van ten hoogste zeven weken ter observatie plaatsen in een andere tbs-inrichting
of een psychiatrisch ziekenhuis, of een inrichting bestemd voor klinische observatie.

Uit de Memorie van toelichting bij artikel 13 Bvt volgt dat deze beslissing ten doel kan hebben te onderzoeken wat de oorzaak is van de gerezen problemen en kan dienen als crisisinterventie. De time-out dient echter primair gericht zijn op het
observeren van de tbs-gestelde. Voorkomen dient te worden dat de tijdelijke plaatsing geen ander doel dient dan de verpleegde gedurende enige tijd uit de betreffende inrichting te verwijderen.
De aanbeveling van de commissie Haars, die de onderbrenging van een verpleegde elders wel geoorloofd achtte als het verblijf van een verpleegde in de inrichting op ernstige bezwaren zou stuiten, is uitdrukkelijk, zoals uit de Memorie van toelichting
blijkt, door de wetgever niet overgenomen.

Volgens de bestreden beslissing is klager op grond van artikel 13 Bvt tijdelijk voor een periode van maximaal zeven weken ter observatie geplaatst in het FPC Oldenkotte.

Uit de stukken en de toelichting ter zitting volgt dat Hoeve Boschoord, uit angst voor een mogelijke agressieve reactie van klager wanneer hem zou worden meegedeeld dat opnieuw een longstaystatus voor hem zou worden aangevraagd, verzocht heeft om
klager
preventief elders te plaatsten. De Staatssecretaris heeft aan dit verzoek gevolg gegeven en klager is tijdelijk geplaatst in Oldenkotte. De reden voor de tijdelijke plaatsing strookt niet met de grond die is vermeld op de bestreden beslissing, te
weten:
de observatie van klager.

Gelet op de Memorie van toelichting als hierboven vermeld, is de beroepscommissie van oordeel dat de wet (thans) niet de mogelijkheid biedt om een verpleegde enige tijd uit de inrichting te verwijderen zonder dat het doel van de overplaatsing (mede) de
observatie van de verpleegde is. Zij zal het beroep gegrond verklaren en de bestreden beslissing van de Staatssecretaris vernietigen. Zij kent klager een tegemoetkoming toe van € 300,= voor iedere maand die klager ten onrechte in Oldenkotte heeft
verbleven/verblijft.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij bepaalt de aan klager ten laste van de Staatssecretaris toekomende tegemoetkoming op € 300,= per maand, die klager onterecht in Oldenkotte heeft
verbleven/verblijft.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. S.L. Donker, voorzitter, drs. B. van Dekken en mr. R.M. Maanicus, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 10 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven