Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/2994/GA, 9 mei 2011, beroep
Uitspraakdatum:09-05-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/2994/GA

betreft: [klager] datum: 9 mei 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. S.J. Paans, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een uitspraak van 8 oktober 2010 van de beklagcommissie bij de locatie Esserheem te Veenhuizen,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

De beroepscommissie heeft de directeur van genoemde locatie in de gelegenheid gesteld schriftelijk te reageren op het beroep en klager alsmede zijn raadsvrouw om het beroep schriftelijk toe te lichten.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft de hoogte van de toeslag op het basisuurloon.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven.

2. De standpunten van klager en de directeur
Door en namens klager is het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep als volgt toegelicht.
Uit de toelichting van de directeur blijkt dat er onduidelijkheid bestaat over de hoogte van de toeslagen. Immers, in de huisregels staat vermeld dat er maximaal € 0,27 wordt toegekend terwijl in de loonregeling wordt gesproken over € 0,22. Dit brengt
onduidelijkheid met zich mee voor de gedetineerden nu zij enkel de beschikking hebben over de huisregels en zodoende niet op de hoogte zijn van de regeling met betrekking tot de toeslag van € 0,22. De beslissing van de directeur om de toeslag slechts
op
€ 0,22 te hanteren is onredelijk en/of onbillijk.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Voorts heeft de directeur het volgende aangevoerd.
Volgens de Regeling arbeidsloon gedetineerden kan een directeur een toeslag op het basisuurloon toekennen van maximaal 100% van het vastgestelde basisuurloon. De directeur heeft de toeslag voor de gedetineerden die vallen onder de Loonregeling
gedetineerden PI Veenhuizen vastgesteld op € 0,22. Dit is niet in strijd met de huisregels die de gedetineerden op cel hebben. Hierin wordt immers een maximum van € 0,27 genoemd. De directeur kan hier dus per geval van afwijken. Er bestaat geen
verplichting om de maximale toeslag te betalen en voor de gedetineerden bestaat logischerwijs geen garantie dat zij een toeslag van € 0,27 ontvangen. Op dit moment is het zelfs zo dat alle in deze p.i. verblijvende gedetineerden die recht hebben op een
toeslag, een toeslag van
€ 0,22 ontvangen. Hiervoor is gekozen omdat het lastig is een werkelijk nauwkeurige beoordeling van de prestatie van een individuele gedetineerde te maken. Differentiatie in de hoogte van toeslagen geeft aanleiding tot veel discussies tussen
gedetineerden en het personeel. Over de specifieke situatie van klager, die hulp van de geestelijke verzorging/koster is, kan gezegd worden dat er geen sprake is van zware fysieke arbeid. Het betreft hier geen binnenbaan als bedoeld in de huisregels.
Klager heeft een populair baantje en toekenning ervan wordt binnen de inrichting als een privilege gezien.

3. De beoordeling
Op grond van artikel 4 van de Regeling arbeidsloon gedetineerden kan de directeur aan de gedetineerde onder bepaalde voorwaarden een toeslag toekennen en bedraagt het totaal bedrag van de toeslag of toeslagen maximaal 100% van het vastgestelde
basisuurloon. Uit de stukken blijkt dat de directeur de toeslag voor onder de Loonregeling gedetineerden PI Veenhuizen vallende gedetineerden heeft vastgesteld op € 0,22. Deze toeslag wijkt af van de in de huisregels van de PI Veenhuizen – Esserheem
vermelde toeslag van maximaal
€ 0,27 welke toeslag gedetineerden naast het basisloon kunnen ontvangen indien de prestatie van de gedetineerde daartoe aanleiding vormt. Nu in de huisregels een maximum van € 0,27 wordt genoemd, kan worden aangenomen dat de directeur hier per geval
van
kan afwijken en dat er voor de directeur geen verplichting bestaat om een toeslag van
€ 0,27 toe te kennen. De directeur heeft aangegeven dat er voor gekozen is om alle gedetineerden die recht hebben op een toeslag, een toeslag van € 0,22 toe te kennen omdat het lastig is een werkelijk nauwkeurige beoordeling van de prestatie van een
individuele gedetineerde te maken en differentiatie in de hoogte aanleiding geeft tot veel discussies tussen gedetineerden en het personeel.
De beroepscommissie is van oordeel dat de beslissing om een toeslag van € 0,22 toe te kennen niet in strijd is met een wettelijk voorschrift en – na afweging van alle in aanmerking komende belangen – niet onredelijk en of onbillijk kan worden geacht.
Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de beklagcommissie.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. P.C. Vegter, voorzitter, mr. J.P. Balkema en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van B.A. Bogaars, secretaris, op 9 mei 2011

secretaris voorzitter

Naar boven