Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3580/GB, 8 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:08-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3580/GB

Betreft: [klager] datum: 8 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. R. Herregodts, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 26 november 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Klager is, bijgestaan door zijn raadsman, op 18 maart 2011 door een lid van de Raad gehoord.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Zuyder Bos te Heerhugowaard ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager is sedert 29 december 2006 gedetineerd. Hij verbleef in de locatie Westlinge
te Heerhugowaard. Op 27 september 2010 is hij geselecteerd voor de locatie Zuyder Bos, waar een regime van algehele gemeenschap geldt en een normaal beveiligingsniveau.

3. De standpunten
3.1. Door en namens klager is het beroep als volgt toegelicht. Klager functioneert naar behoren in de inrichting. Hij is correct in de omgang met het personeel en neemt deel aan de aangeboden activiteiten. Klager heeft met succes zijn
leefstijltraining en budgetteringstraining afgerond. Hij zou in aanmerking komen voor plaatsing in een zeer beperkt beveiligde inrichting (z.b.b.i.), maar een plaatsing aldaar is teruggedraaid in verband met de positieve urinecontrole. De beslissing
tot
herselectie naar een gesloten inrichting is in strijd met het drugsontmoedigingsbeleid. Verder is de plaatsing van klager in een gesloten inrichting bij afweging van alle betrokken belangen onredelijk en onbillijk.
Als een gedetineerde zich in een b.b.i. bevindt en softdrugs gebruikt, volgt volgens het drugsontmoedigingsbeleid eerst een waarschuwing. Bij een tweede keer volgt herselectie naar een andere inrichting. Uit de stukken blijkt dat klager twee keer
positief heeft getest op THC in de urine. Echter, klager is de eerste keer geen waarschuwing gegeven. Hierdoor is niet de juiste zorgvuldigheid betracht bij de besluitvorming. Aan klager is de eerste maal een disciplinaire straf van drie dagen
opsluiting op de eigen cel gegeven.
Klager zou in het kader van een Terudringen Recidive (TR)-traject met een behandeling bij een Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) te Heiloo beginnen. Door de overplaatsing naar een gesloten inrichting komt deze behandeling te vervallen, wat voor
klager zeer nadelige (psychische) gevolgen kan hebben.
Voorts is de THC-waarde laag. Klager wijst op de voorheen in de beleidsmemo van 22 juni 1999 gehanteerde norm dat een THC-waarde van onder de 100 geen contra-indicatie vormde bij de beoordeling van verlofaanvragen en dus ook geen reden is voor
terugplaatsing naar een zwaarder regime. Het belang van klager bij een voortgezet verblijf in de b.b.i. en overplaatsing naar een z.b.b.i. dient in het licht van een succesvolle terugkeer in de maatschappij, zwaarder te wegen dan de belangen die zijn
gediend bij hantering van het drugsontmoedigingsbeleid.
Klager heeft alleen bij de tweede controle toegegeven dat hij heeft gebruikt, niet bij de eerste controle. Klager begrijpt verder niet waarom de urinecontrole als frauduleus is bestempeld. Eenvoudig verwijzen naar de DOB-nota is onvoldoende.
Klager spreekt slecht Nederlands. Voor hem is het des te belangrijker dat hem wordt aangegeven wat de consequenties van drugsgebruik zijn.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht. Klager heeft op 30 juli 2010 positief gescoord bij een urinecontrole. Op 23 september 2010 heeft klager wederom positief gescoord en het gebruik toegegeven. Naar
aanleiding van deze positieve score is klager teruggeplaatst naar een gesloten inrichting. In het drugsontmoedigingsbeleid is bepaald dat een THC-waarde van boven de 50 kan duiden op gebruik en derhalve sanctiewaardig is door uitplaatsing naar een
gesloten inrichting. Klager heeft tijdens zijn huidige detentie tweemaal positief gescoord. Hiermee heeft hij laten zien zich niet aan de geldende regelgeving te kunnen houden.

4. De beoordeling
4.1. De locatie Zuyder Bos is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat de
selectiefunctionaris in redelijkheid heeft kunnen oordelen dat klager, gelet op de positieve scores op THC, vooralsnog niet in aanmerking komt voor plaatsing in een inrichting met een beperkt beveiligingsniveau. Nog daargelaten dat het
drugsontmoedigingsbeleid niet belemmert dat in individuele gevallen van de sanctienormen kan worden afgeweken, moet de oplegging van de disciplinaire straf na de eerste positieve score op 30 juli 2010 redelijkerwijs tevens worden uitgelegd als een
waarschuwing aan het adres van klager. Overigens komt uit het selectieadvies naar voren dat klager bij binnenkomst in de locatie Westlinge op 7 mei 2010 eveneens positief heeft gescoord. Dat betekent dat klager binnen een periode van een half jaar
driemaal positief heeft gescoord. Het beroep zal derhalve ongegrond worden verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van R. Kokee, secretaris, op 8 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven