Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 11/0417/GB, 7 april 2011, beroep
Uitspraakdatum:07-04-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 11/417/GB

Betreft: [klager] datum: 7 april 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift, ingediend door mr. K.D. Regter, namens

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 4 februari 2011 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de locatie Ooyerhoek Zutphen ongegrond verklaard.

2. De feiten
Klager was sedert 26 januari 2011 gedetineerd. Hij is geselecteerd en geplaatst in de gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt. Op 9 maart 2011 is hij in vrijheid gesteld.

3. De standpunten
3.1. Namens klager is het beroep als volgt toegelicht.
Volgens klager is door de Politierechter ter terechtzitting bepaald dat de tenuitvoerlegging diende plaats te vinden in een justitiële jeugdinrichting. Dit blijkt weliswaar niet uit de stukken, maar kan worden bevestigd door de ter terechtzitting
aanwezige medewerker van het bureau voor jeugdzorg Kerkrade, de Politierechter en/of de griffier. Nu door de Politierechter de tenuitvoerlegging in een jeugdinrichting is gelast, staat het de Staatssecretaris niet vrij de tenuitvoerlegging te doen
plaatsvinden in een inrichting voor volwassenen.
Bij tenuitvoerlegging van een jeugddetentie dient het sanctierecht voor jeugdigen te worden toegepast. Het recht is van toepassing dat geldt op de datum dat het feit is gepleegd en waarvoor klager is veroordeeld. Verwezen wordt naar EHRM 17 december
2009, 19359/04, inzake M. tegen Duitsland. Artikel 77dd, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is in strijd met artikel 5 en/of 6 EVRM en als zodanig onverbindend.
Een beroep is gedaan op de artikelen 3, 16, 37 en 40 van het IVRK. De Staatssecretaris is hierop niet ingegaan. Derhalve is beslissing onvoldoende zorgvuldig gemotiveerd en dient deze te worden vernietigd.
De gevolgen van de tenuitvoerlegging zijn niet meer terug te draaien. Bij gegrondverklaring van het beroep dient aan klager een tegemoetkoming te worden betaald voor de onrechtmatige detentie in een inrichting voor volwassenen.

3.2. Namens de selectiefunctionaris is de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Klager is als jeugdige veroordeeld tot een voorwaardelijke straf, te weten zes weken jeugddetentie. Bij vonnis van 9 december 2010 heeft de Politierechter de tenuitvoerlegging van deze straf gelast. Klager was ten tijde van dit vonnis reeds
meerderjarig.
Ingevolge artikel 77dd, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt, ingeval de veroordeelde bij aanvang van de tenuitvoerlegging de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt, de jeugddetentie, waarvan de rechter op grond van het eerste lid de
tenuitvoerlegging heeft gelast, ten uitvoer gelegd als gevangenisstraf. Derhalve is de vrijheidsstraf terecht als gevangenisstraf tenuitvoergelegd.
Het beroep van klager op het IVRK kan niet slagen, nu hij meerderjarig is.
Het beroep op de genoemde uitspraak van het EHRM evenmin. Deze uitspraak ziet op een geheel andere casus, namelijk de maximale duur van de Duitse tbs, waarbij causaal verband zou ontbreken tussen de oorspronkelijke veroordeling en de vrijheidsbeneming.
Artikel 77dd, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is niet in strijd met artikel 5 of artikel 6 EVRM.

3.3. Bij de stukken bevindt zich een slecht leesbare kopie van het afschrift aantekening mondeling vonnis van de Politierechter te Maastricht van 9 december 2010. Een leesbaar exemplaar is opgevraagd bij de Rechtbank te Maastricht en op 28 maart
2011 op het secretariaat van de Raad ontvangen.

4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de locatie Ooyerhoek Zutphen is een gevangenis voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.

4.2. Artikel 77dd, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht houdt in dat, indien de veroordeelde bij aanvang van de tenuitvoerlegging de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, de jeugddetentie, waarvan de rechter de tenuitvoerlegging heeft
gelast, tenuitvoer wordt gelegd als gevangenisstraf, tenzij de veroordeelde naar het oordeel van de rechter ook in het geval hij de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt in aanmerking komt voor jeugddetentie. De stukken houden niet in dat de
Politierechter tot bedoeld oordeel is gekomen.

4.3. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris is niet in strijd is met de wet.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en dr. G.J. Fleers, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.S. van Gemert, secretaris, op 7 april 2011

secretaris voorzitter

Naar boven