Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3603/TA, 30 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:30-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

nummer: 10/3603/TA

betreft: [klager] datum: 30 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 67 van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (Bvt) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

het hoofd van het FPC De Rooyse Wissel te Venray, verder te noemen de inrichting,

gericht tegen een uitspraak van 1 november 2010 van de beklagcommissie bij genoemde inrichting, gegeven op een klacht van [...], verder te noemen klager,

alsmede van de overige stukken, waaronder de uitspraak waarvan beroep, welke in afschrift aan deze uitspraak is gehecht.

Ter zitting van de beroepscommissie van 16 februari 2011, gehouden in de penitentiaire inrichtingen (p.i) Vught is gehoord namens het hoofd van voormelde tbs-inrichting [...], juridisch medewerker bij de inrichting.

Hoewel voor klagers vervoer naar de zitting was zorggedragen, heeft hij geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te worden gehoord.

Op grond van de stukken en haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt:

1. De inhoud van het beklag en de uitspraak van de beklagcommissie
Het beklag betreft, zover in beroep aan de orde, het tweemaal niet doorgaan van een op 10 en 12 maart 2010 gepland begeleid verlof van drie uur.

De beklagcommissie heeft het beklag gegrond verklaard op de gronden als in de aangehechte uitspraak weergegeven en klager een tegemoetkoming toegekend van
€ 10,=.

2. De standpunten
Namens het hoofd van de inrichting is in beroep het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt als volgt toegelicht.
Op grond van artikel 56, tweede lid onder a, Bvt staat alleen beklag open tegen de intrekking indien het verlof op het moment van intrekking een aaneengesloten periode van meer dan een week heeft geduurd. De beklagcommissie wijst op de bestaande
jurisprudentie van de beroepscommissie van 20 november 2008, nummer 08/1600/TA, over de ontvankelijkheid van het beklag betreffende het niet doorgaan van begeleid verlof vanwege een structureel tekort aan personeel. In deze zaak is klagers begeleid
verlof tweemaal niet doorgegaan wegens een incidenteel tekort aan personeel.
Nu in dit geval geen sprake is van een structureel probleem in de personeelsbezetting op de afdeling van klager, dient klager niet ontvankelijk te worden verklaard in zijn beklag. Op de zitting van de beklagcommissie heeft klager ook verklaard dat de
eerdere begeleide verloven, in totaal zes en twintig, volgens afspraak zijn verlopen.

Op 10 en 12 maart 2010 was telkens drie uur begeleid verlof gepland. Inmiddels is gebleken dat klager op genoemde dagen alternatieve verloven van één uur heeft gekregen. Er is wel gebruik gemaakt van de verlofmachtiging. Klager dient niet-ontvankelijk
te worden verklaard in zijn beklag.

Klager heeft het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt in beroep niet toegelicht.

3. De beoordeling
Krachtens artikel 56, tweede lid, onder a, Bvt kan alleen worden geklaagd over intrekking van verlof dat ten tijde van de intrekking een aaneengesloten periode van meer dan een week heeft geduurd, op grond van individuele omstandigheden van de
betreffende verpleegde als bedoeld in artikel 50, derde lid, Bvt.

Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting is komen vast te staan dat twee ingeplande begeleide verloven van klager op 10 en 12 maart 2010 van elk drie uur niet zijn doorgegaan vanwege personeelsgebrek. Op de zitting van de beklagcommissie
heeft klager verklaard dat de eerdere begeleide verloven, in totaal zes en twintig, volgens afspraak zijn verlopen. Naar het oordeel van de beroepscommissie is daarmee geen sprake van een situatie, waarin gesproken kan worden van het vaker niet
doorgaan
van verlof vanwege personeelsgebrek, zoals in bijvoorbeeld de uitspraak 08/1600/TA met betrekking tot een andere verpleegde in een andere inrichting wel het geval was. Overigens heeft de inrichting die twee verloven gecompenseerd door een
verlofverlening van elk één uur op diezelfde dagen toe te staan.
Om die reden zal het beroep van het hoofd van de inrichting gegrond worden verklaard.

4. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond, vernietigt in zoverre de uitspraak van de beklagcommissie en verklaart klager alsnog niet-ontvankelijk in zijn beklag.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. drs. F.A.M. Bakker, voorzitter, drs. W.A.Th. Bos en mr. drs. R.H. Zuijderhoudt, leden, in tegenwoordigheid van mr. S.A.H. de Bruin, secretaris, op 30 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven