Nummer: 10/3553/GB
Betreft: [klager] datum: 14 maart 2011
De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van
[...], verder te noemen klager,
gericht tegen een op 15 november 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,
alsmede van de overige stukken, waaronder de bestreden beslissing.
Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.
1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft het bezwaarschrift van klager gericht tegen de beslissing hem te plaatsen in de gevangenis van de penitentiaire inrichting (p.i.) Dordrecht ongegrond verklaard.
2. De feiten
Klager is sedert 21 mei 2010 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de locatie De Schie te Rotterdam. Op 4 november 2010 is hij geplaatst in de gevangenis van de p.i. Dordrecht, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.
3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
De reisafstand voor klagers bezoek is niet acceptabel, omdat klagers moeder reuma en last van versleten nekwervels heeft. Klager wil graag dichter bij huis worden geplaatst. Het meest gunstige zou zijn plaatsing in de locatie De Schie te Rotterdam of
in
de p.i. Krimpen aan den IJssel. Als overplaatsing momenteel niet mogelijk is, zou klager graag op de wachtlijst willen worden geplaatst. Indien de beroepscommissie een medisch rapport wil hebben is dit mogelijk.
3.2. De selectiefunctionaris heeft de bestreden beslissing als volgt toegelicht.
Gelet op de wachtlijsten van diverse inrichtingen, is besloten tot plaatsing in de gevangenis van de p.i. Dordrecht. Klager geeft in beroep aan dat zijn moeder niet naar Dordrecht kan reizen maar wel naar Krimpen aan den IJssel. Er is geen medische
verklaring die dit onderbouwt. De beslissing kan dan ook niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt.
4. De beoordeling
4.1. De gevangenis van de p.i. Dordrecht is een inrichting voor mannen met een regime van algehele gemeenschap en een normaal beveiligingsniveau.
4.2. Klager, die in eerste aanleg is veroordeeld, kan in een gevangenis met een regime van algehele gemeenschap worden geplaatst.
4.3. Door de selectiefunctionaris wordt onder meer aangevoerd dat de inrichting van klagers voorkeur een lange wachtlijst heeft. Ondanks dat klager, die een langgestrafte is, aangeeft graag op die wachtlijst te willen worden geplaatst, wordt op geen
enkele wijze aangegeven waarom klager niet op de wachtlijst voor deze inrichting zou kunnen worden geplaatst. De op de onder 3.2 genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris zal wegens dit gebrek aan motivering worden vernietigd.
De selectiefunctionaris zal worden opgedragen een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van deze uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. De beroepscommissie acht geen termen aanwezig voor het toekennen van een
tegemoetkoming.
5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep gegrond en vernietigt de bestreden beslissing. Zij draagt de selectiefunctionaris op een nieuwe beslissing te nemen met inachtneming van haar uitspraak binnen een termijn van twee weken na ontvangst daarvan. Zij
kent klager geen tegemoetkoming toe.
Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van mr. L. Kersten, secretaris, op 14 maart 2011
secretaris voorzitter