Onderwerp: Bezoek-historie

RSJ 10/3852/GB, 15 maart 2011, beroep
Uitspraakdatum:15-03-2011

Dit onderwerp bevat de volgende rubrieken.

Uitspraak

Nummer: 10/3852/GB

Betreft: [klager] datum: 15 maart 2011

De beroepscommissie als bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) heeft kennisgenomen van een bij het secretariaat van de Raad ingekomen beroepschrift van

[...], verder te noemen klager,

gericht tegen een op 20 december 2010 genomen beslissing van de selectiefunctionaris,

alsmede van de overige stukken, waaronder de beslissing waarvan beroep.

Op grond van haar onderzoek overweegt en beslist de beroepscommissie als volgt.

1. De inhoud van de bestreden beslissing
De selectiefunctionaris heeft klagers verzoek tot plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting (b.b.i.) afgewezen.

2. De feiten
Klager is sedert 9 augustus 2009 gedetineerd. Hij verbleef in het huis van bewaring van de penitentiaire inrichtingen Amsterdam. Op 3 mei 2010 is hij geplaatst in de gevangenis Norgerhaven te Veenhuizen, waar een regime van algehele gemeenschap geldt.

3. De standpunten
3.1. Klager heeft het beroep als volgt toegelicht.
Klagers verzoek is afgewezen omdat gevreesd wordt voor ongewenste slachtofferconfrontatie. Klager verzekert dat hij geen contact zal maken met het slachtoffer.

3.2. De selectiefunctionaris heeft de afwijzing van genoemd verzoek als volgt toegelicht.
Uit het selectieadvies volgt dat zowel de politie als het Openbaar Ministerie (OM) bezwaar hebben tegen plaatsing in een b.b.i. De politie heeft aangegeven dat klager een zedendelict als antecedent heeft. Het slachtoffer woont in de buurt van het
verlofadres. De kans is groot dat klager en het slachtoffer elkaar tegenkomen. Klager heeft zich voorts niet gehouden aan de gemaakte afspraken met de politie om stalking en bedreiging te voorkomen. Het verlofadres wordt onaanvaardbaar geacht. Het OM
heeft bezwaar tegen een plaatsing in een inrichting met verlofmogelijkheden vanwege het risico van ongewenste slachtofferconfrontatie. Gezien de inhoud van de negatieve adviezen komt klager niet in aanmerking voor plaatsing in een inrichting met
regimesgebonden verlof.

4. De beoordeling
4.1. Op grond van artikel 3 van de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden komen naast zelfmelders voor plaatsing in een beperkt beveiligde inrichting in aanmerking gedetineerden die een beperkt vlucht- en maatschappelijk
risico vormen, een strafrestant hebben van maximaal achttien maanden en beschikken over een aanvaardbaar verlofadres.

4.2. In de toelichting op dit artikel (Stcrt. 12 september 2000, nr. 176, pagina 9) staat dat bij de plaatsing in zeer beperkt en beperkt beveiligde inrichtingen de beoordeling of de gedetineerde geschikt is tot terugkeer in de samenleving een
belangrijke rol speelt. Indicator bij de beoordeling daarvan is of de gedetineerde reeds eerder tijdens de huidige detentie met goed resultaat bewegingsvrijheid (onbegeleid) buiten de inrichting heeft genoten (algemeen verlof, schorsing van de
preventieve hechtenis, incidenteel verlof, strafonderbreking), alsmede of zich daarna omstandigheden hebben voorgedaan die aan deze indicator ernstig afbreuk doen. Gelet op het open karakter van de inrichting of afdeling spelen de aard, zwaarte en
achtergrond van het gepleegde delict en de persoonlijkheid van de gedetineerde een rol bij de beoordeling of betrokkene geschikt is voor plaatsing in een zeer beperkt of beperkt beveiligde inrichting of afdeling.

4.3. De op de onder 3.2. genoemde gronden gebaseerde beslissing van de selectiefunctionaris kan, bij afweging van alle in aanmerking komende belangen, niet als onredelijk of onbillijk worden aangemerkt. Hierbij is in aanmerking genomen dat klager
een
verlofadres heeft opgegeven waarvan de hoofdbewoner is veroordeeld voor een zedendelict en deelneming aan een criminele organisatie. Daarbij oordeelt de beroepscommissie dat de kans op ongewenste slachtofferconfrontatie aanmerkelijk geacht kan worden,
nu het slachtoffer (van verkrachting en poging tot doodslag) op maximaal 500 meter afstand woont van het opgegeven verlofadres. Bovendien blijkt uit het selectieadvies van de gevangenis Norgerhaven van 16 december 2010 dat klager gemaakte afspraken met
de politie niet is nagekomen. Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

5. De uitspraak
De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Aldus gegeven door de beroepscommissie voornoemd, bestaande uit mr. J.P. Balkema, voorzitter, mr. M.A.G. Rutten en dr. J.P.S. Fiselier, leden, in tegenwoordigheid van
mr. S.S. Dwarka, secretaris, op 15 maart 2011

secretaris voorzitter

Naar boven