De informatiekaart wachttijden en wachtplekken ggz geeft een feitelijke weergave van de ontwikkeling van de wachttijden en het aantal wachtplekken in de ggz op basis van de informatie die door de ggz-zorgaanbieders is aangeleverd. De NZa ontvangt naar aanleiding van deze informatiekaart vragen. De meest gestelde vragen worden beantwoord in deze Q&A.
Welke factoren beïnvloeden het aantal wachtplekken?
Naast het aantal zorgvragers dat wacht op een aanmeldgesprek of behandeling binnen de ggz, zijn er ook andere factoren die het aantal wachtplekken (zoals weergegeven in tabel 1 van de informatiekaart) beïnvloeden.
Een belangrijke factor is het aantal ggz-zorgaanbieders dat maandelijks aanlevert. Stijgt het aantal ggz-zorgaanbieders dat wachtplekken rapporteert, dan stijgt logischerwijs ook het aantal wachtplekken. Om deze relatie in beeld te brengen, heeft de NZa er in de huidige informatiekaart voor gekozen om naast het aantal wachtplekken en de trendontwikkeling van deze wachtplekken ook het maandelijkse aanleverpercentage weer te geven, op basis van markomzet (gebaseerd op declaratiedata uit 2023). Deze noemt zij de vullingsgraad. Er zijn verschillende manieren om de vullingsgraad te berekenen. De NZa kiest ervoor om deze uit te drukken op basis van marktomzet (in plaats van bijv. het absolute aantal instellingen). Dit omdat dat benadrukt welk aandeel van de ggz zorgmarkt vertegenwoordigd is in de wachttijden en wachtplekken dataset. Een grote ggz-zorgaanbieder die start of stopt met aanleveren van wachttijdendata zorgt meestal tot grotere schommelingen in de data, dan een kleine(re) grote ggz-zorgaanbieder. Zoals te zien in figuur 1 in de informatiekaart fluctueert deze vullingsgraad van maand tot maand, afhankelijk van hoeveel ggz-zorgaanbieders er die maand heeft aangeleverd en hun grootte op basis van markomzet. Er is een duidelijke stijging te zien van de vullingsgraad, wat het inzicht in de wachtplekken en wachttijden ten goede komt. Wel betekent dit dat een deel van de stijging in het aantal wachtplekken hieraan toe te schrijven is.
Een andere factor die het totaal aantal wachtplekken beïnvloedt zijn een aantal interventies (belrondes met ggz-zorgaanbieders en aanpassingen aan het Zorgbeeldportaal) die de afgelopen periode hebben plaatsgevonden, met als doel om te voorkomen dat ggz-zorgaanbieders foutief hun totaal aantal actueel wachtenden (wachtplekken) dubbel rapporteren (dus het totaal zowel bij aanmeldgesprek als bij behandeling). Het vermijden van deze fout heeft een correcter inzicht in het aantal wachtplekken tot gevolg, en leidt tot een daling in het aantal wachtplekken.
Deze verschillende factoren laten het belang zien van een volledige en correcte aanlevering.
Waarom gebruikt de NZa de term 'wachtplekken' in de informatiekaart in plaats van het aantal wachtenden? Gaat dat in de toekomst nog veranderen?
De NZa spreekt sinds 2024 over wachtplekken in plaats van aantal wachtenden. Dit omdat uit onderzoek in 2022 in opdracht van de NZa bleek dat ongeveer 1 op de 5 wachtenden met dezelfde zorgvraag op meerdere wachtlijsten staat. Als we spreken van aantallen wachtenden houden we dus geen rekening met deze 'dubbelwachtenden' of wachtenden die er vanwege persoonlijke voorkeuren bewust voor kiezen op een wachtlijst te blijven staan en niet openstaan voor snellere bemiddeling elders. Daarnaast is het aantal wachtplekken afhankelijk van het aantal aanbieders dat aanlevert: meer aanbieders die aanleveren betekent ook een groter aantal wachtplekken. Het gaat bij het actueel aantal wachtplekken om plekken op de wachtlijst bij een ggz-aanbieder voor aanvang van een aanmeldgesprek of behandeling.
Zoals dit er nu uitziet is dit de term die de NZa zal blijven hanteren.
Waarom zijn er lege vakken in het figuur met de gemiddelde totale wachttijden in weken, per hoofddiagnosegroep en per regio? (figuur 6)
Als er in deze zogenoemde hotspot analyse lege vakken zijn, betekent dit dat er voor die diagnosegroep in die regio geen data beschikbaar is. Grofweg kan worden gezegd dat er dan voor die diagnosegroep in die regio geen zorg wordt aangeboden door een zorgaanbieder met meer dan 10 zorgverleners, of dat er geen wachttijdendata is aangeleverd.
Wat is een veelgemaakte fout bij het indienen van de gegevens?
Er zijn verschillende veelgemaakte fouten die door de NZa zijn gezien, en waar interventies (oa aanpassingen in het aanleverportaal) en ondersteuning op is ingezet waardoor deze fouten nu minder vaak voor komen.
-
Het aantal wachtplekken, oftewel het actueel aantal wachtenden, wordt dubbel aangeleverd doordat het volledige aantal wachtenden wordt ingevuld bij wachtenden op aanmeldgesprek en wachtenden op start behandeling. Hierdoor lijken er tweemaal zoveel mensen te wachten op zorg bij de ggz-zorgaanbieder dan het geval is.
-
Het totaal aantal ingestroomde mensen wordt niet verdeeld over de verschillende hoofddiagnosegroepen, maar het totaal wordt bij elke hoofddiagnosegroep ingevuld waardoor het lijkt dat er meer mensen bij de ggz-zorgaanbieder zijn ingestroomd dan feitelijk het geval is
-
De hoofddiagnosegroep waar geen zorg voor wordt geleverd wordt niet verwijderd in het aanleverportaal, maar overal wordt de waarde 0 ingevuld.
-
Data van voorgaande maand wordt niet aangepast maar direct overgenomen in de nieuwe maand.
Hoe verhoudt de NZa-informatiekaart zich tot de regiomonitor van de Stuurgroep toegankelijkheid en wachttijden ggz?
In de monitor van de Stuurgroep Toegankelijkheid en wachttijden ggz worden verschillende aspecten meegenomen. Zo monitort de Stuurgroep onder meer ook in hoeverre regio's maatregelen hebben genomen die de samenwerkende partijen als randvoorwaardelijk zien in het borgen van toegankelijkheid. De informatiekaart wachttijden en wachtplekken van de NZa richt zich puur op de wachttijdendata en wachtplekken.
Het verschil in de monitor van de Stuurgroep en de informatiekaart van de NZa in de gemiddelde totale wachttijden in weken, per hoofddiagnosegroep en per regio (figuur 6 in de informatiekaart wachttijden ggz) is te vinden in de gebruikte methode: de NZa gebruikt de KvK-nummers van de zorgaanbieders als uitgangspunt en Vektis, welke de berekening heeft gedaan voor de Stuurgroep, maakt gebruikt van agb-codes. Dit kan soms leiden tot andere clusteringen of dat een vestiging in een andere regio wordt genomen, waardoor regionale data kan verschillen.
Wanneer gaat het dashboard live en hoe kunnen we dit volgen?
De NZa is bezig met het ontwikkelen van een openbaar dashboard dat actuele ggz-wachttijdgegevens op één plek samenbrengt. Het dashboard vormt de basis voor het gesprek over het verbeteren van toegang tot de ggz op landelijk én regionaal niveau. We streven het dashboard in het najaar van 2025 te publiceren. Zodra het dashboard beschikbaar is, is deze toegankelijk voor iedereen. De NZa zal over de livegang via haar kanalen communiceren.