Inleiding
Alle inwoners van Nederland moeten er op kunnen rekenen dat passende zorg beschikbaar is wanneer zij dit nodig hebben. In de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is al enige tijd sprake van lange wachttijden en dat is onwenselijk voor mensen die deze zorg hard nodig hebben. Voor het effectief verbeteren van de toegankelijkheid in de ggz is betrouwbaar inzicht in de aard, omvang en ontwikkeling van het wachttijdenprobleem, een essentiële randvoorwaarde. We gebruiken hiervoor onder meer de Treeknorm, de afgesproken veldnorm voor de maximaal aanvaardbare wachttijd. Dit is in totaal maximaal 14 weken: 4 weken voor een eerste intakegesprek en 10 weken voordat de behandeling begint.
Deze informatiekaart geeft een feitelijke weergave van de ontwikkeling van de wachttijden en het aantal wachtplekken in de ggz op basis van de informatie die door de ggz-zorgaanbieders is aangeleverd. Op deze manier geven we op landelijk en regionaal niveau een beeld van de toegankelijkheid van de ggz.
Als NZa houden we toezicht op de zorgplicht; het recht op tijdige en passende zorg. Het verbeteren dat mensen die ggz-zorg nodig hebben dit ook kunnen ontvangen heeft voor ons een hoge prioriteit. We trekken hierin gezamenlijk op met alle andere partijen die hierin een verantwoordelijkheid hebben.
In deze kaart wordt stilgestaan bij wachttijdencijfers en wachtplekken. Dit zijn indicatoren die een beeld geven van de toegankelijkheid. Het toegankelijkheidvraagstuk is echter breder dan alleen wachttijden en wachtplekken in de ggz. Het gaat bijvoorbeeld ook om de vraag welke ondersteuning of zorg mensen krijgen als zij op een wachtlijst staan, of om ondersteuning die zij krijgen buiten of naast de ggz-zorg. Wij vinden het daarom belangrijk dat huisartsen (incl. poh-ggz), welzijnsorganisaties in het gemeentelijke domein en ggz-aanbieders samenwerken om het mentaal welbevinden van inwoners in Nederland te verbeteren en ook zoeken naar indicatoren die de voortgang hierop weerspiegelen. Dit is een vraagstuk dat de ggz overstijgt.
Algemeen beeld
De toegankelijkheid van de ggz lijkt niet verbeterd: de wachttijden in de ggz blijven onverminderd lang. De gemiddelde totale wachttijden zijn in alle regio's voor alle hoofddiagnosegroepen langer dan de Treeknorm. De enige uitzondering hierop is de diagnosegroep basis ggz, deze ligt exact op de Treeknorm van 14 weken.
Het aantal wachtplekken lijkt helaas niet af te nemen ten opzichte van de vorige informatiekaart, welke was gebaseerd op data van december 2023. De manier waarop de wachtplekken zijn verdeeld over de wachtlijst voor aanmeldgesprek en voor behandeling is vergelijkbaar met eerder. 33% van de wachtplekken voor het aanmeldgesprek wacht binnen de Treeknorm van 4 weken. Voor behandeling wacht iets meer dan 61% binnen de Treeknorm van 10 weken.
Instroomaantallen per regio geven een redelijk vergelijkbaar beeld met de vorige informatiekaart, ook nu is de grootste instroom in de ggz te zien in de regio's Utrecht en Amsterdam.
Continue verbeteren kwaliteit gegevens
Ggz-zorgaanbieders leveren hun wachttijden, het aantal wachtplekken en de instroom aan via het Zorgbeeldportaal van de NZa. Ggz-zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor de juiste, volledige en tijdige aanlevering van deze gegevens. NZa is voor het opstellen van haar ggz wachttijden-informatieproducten afhankelijk van deze aanlevering. Met andere woorden: ggz-zorgaanbieders hebben door hun aanlevering een directe invloed op de volledigheid en betrouwbaarheid van het inzicht in het ggz-wachttijdenprobleem.
Om de juiste en volledige aanlevering te stimuleren en te borgen, ondersteunt de NZa op verschillende manieren de ggz-zorgaanbieders. De NZa monitort de data op opvallendheden, zoals afwijkende waarden of bepaalde patronen. Hierover nemen wij contact op met de desbetreffende ggz-zorgaanbieders tijdens maandelijkse belrondes. Hierbij controleren we samen met de zorgaanbieder de ingevoerde gegevens en geven we uitleg over het aanleveren van de wachttijden. De NZa ziet dat de kwaliteit van de aanlevering hierdoor sterk verbetert.
Naast de belrondes benaderen we bijvoorbeeld ook een grotere groep ggz-zorgaanbieders om hen op een specifieke, veelgemaakte fout bij het indienen van de gegevens in het Zorgbeeldportaal te wijzen.
Ook in het aanleverportaal zelf blijven wij aanpassingen doorvoeren ten behoeve van de kwaliteit van de wachttijdendata. Zo krijgen ggz-zorgaanbieders een melding bij het invullen van een waarde die mogelijk onjuist is, bijvoorbeeld bij een gelijk aantal actueel wachtenden voor intake en start behandeling. Daarnaast zijn er geen vooringevulde waardes meer en wordt gewerkt aan het niet meer mogelijk maken om de wachttijdendata te kopiëren naar de verschillende hoofddiagnosegroepen. In deze aanpassingen wordt altijd een afweging gemaakt tussen het niet verhogen van administratieve lasten voor de ggz-zorgaanbieders enerzijds en het verhogen van de kwaliteit van de wachttijdendata anderzijds.
Goed om te noemen is dat deze aanpassingen, waardoor data dus correct(er) wordt aangeleverd, kunnen leiden tot zichtbare veranderingen in de data ten opzichte van een eerdere informatiekaart. Zo kunnen bijvoorbeeld dalingen in instroomaantallen of een andere verdeling van de instroomaantallen over de hoofddiagnosegroepen het gevolg zijn van grote veranderingen in de data-aanlevering. Dit geldt ook voor veranderingen in de regionale wachttijden. De veranderingen in de data kunnen echter ook een gevolg zijn van feitelijke veranderingen.
Er is een, terechte, grote behoefte aan inzicht in wachttijden en wachtplekken in de ggz. Deze behoefte deelt de NZa. Ondanks de euvels die wij zien in de aangeleverde wachttijdendata zien we ook dat de meeste ggz-zorgaanbieders hun best doen en correcte en volledige data aanleveren. Op dit moment is de informatie die wij nu hebben, gezien de omstandigheden, de best mogelijke en is deze van voldoende kwaliteit voor het opstellen van deze informatiekaart. Daarnaast is de NZa van mening dat het belangrijk is om beschikbare informatie te delen met de samenleving. Door inzicht te geven kan het gesprek, op landelijk en regionaal niveau, worden gestart of voortgezet om ervoor te zorgen dat mensen de zorg krijgen die zij nodig hebben.
De NZa zet zich blijvend in om de kwaliteit van de wachttijdendata te verbeteren. Zij doet hierin een oproep richting alle ggz-zorgaanbieders, dus ook de ggz-zorgaanbieders die nu nog niet aanleveren, om voor een juiste en volledige aanlevering te zorgen.
|
Toekomst
De NZa is bezig met het ontwikkelen van een dashboard voor wachttijden in de ggz. Momenteel geeft de NZa twee maal per jaar door middel van een informatiekaart inzicht in wachttijden en wachtplekken ggz. De wens en de behoefte bij ggz-zorgaanbieders, zorgverzekeraars en ook de NZa, is een frequenter, completer en actueler inzicht zodat er sneller op knelpunten kan worden geacteerd voor de zorgvrager die op dat moment aan het wachten is. Om deze reden richt de NZa zich nu op het ontwikkelen van een openbaar dashboard, dat zich gaat richten op actueler en completer inzicht. Vanwege de ontwikkeling van dit dashboard is ervoor gekozen om nu een beknopte informatiekaart met wachttijdendata uit te brengen. Naar verwachting zal het dashboard rond het eind van de zomer van 2025 in gebruik komen. In het gebruik van het dashboard willen we ook samen optrekken met de Stuurgroep Toegankelijkheid en Wachttijden ggz.
Wachtplekken
De NZa spreekt sinds 2024 over wachtplekken in plaats van aantal wachtenden. Dit omdat uit onderzoek in 2022 in opdracht van de NZa bleek dat ongeveer 1 op de 5 wachtenden met dezelfde zorgvraag op meerdere wachtlijsten staat. Als we spreken van aantallen wachtenden houden we dus geen rekening met deze 'dubbelwachtenden' of wachtenden die er vanwege persoonlijke voorkeuren bewust voor kiezen op een wachtlijst te blijven staan en niet openstaan voor snellere bemiddeling elders. Daarnaast is het aantal wachtplekken afhankelijk van het aantal aanbieders dat aanlevert: meer aanbieders die aanleveren betekent ook een groter aantal wachtplekken. Het gaat bij het actueel aantal wachtplekken om plekken op de wachtlijst bij een ggz-aanbieder voor aanvang van een aanmeldgesprek of behandeling.
Tabel 1: Landelijk actueel aantal wachtplekken oktober 2024
Peildatum 1 oktober 2024 (percentages opgeteld v.b.n.b)
Treek
|
Aanmeldgesprek
|
Behandeling
|
Totaal aantallen Aanmeldgesprek + Behandeling
|
Binnen Treek
|
23.929 (33.0%)
|
22.351 (61.3%)
|
46.280
|
Buiten Treek
|
48.514 (67.0%)
|
14.084 (38.7%)
|
62.598
|
Totaal
|
72.443 (100%)
|
36.435 (100%)
|
108.878
|
We zien dat de wachtplekken op redelijk dezelfde manier verdeeld zijn over de wachtlijst voor het aanmeldgesprek en voor de behandeling als eerder; 33% van de wachtplekken voor het aanmeldgesprek wacht binnen de Treeknorm van 4 weken. Voor behandeling wacht iets meer dan 61% binnen de Treeknorm van 10 weken. Dit beeld herkennen we uit eerdere informatiekaarten.
Trendanalyse
We hebben naast de absolute aantallen in deze kaart een trendanalyse gemaakt om de cijfers in perspectief te zien. Dit doen we onder meer, omdat alleen ggz-zorgaanbieders met meer dan tien zorgverleners het aantal wachtplekken moet aanleveren. Het feit dat enkel een deel van de ggz-zorgaanbieders het aantal wachtplekken aanlevert en zorgvragers daarnaast soms op meerdere wachtlijsten staan, geven de absolute aantallen geen totaalbeeld van het aantal wachtplekken. Het blijft daarnaast een momentopname. Om deze reden geeft een trendanalyse meer informatie over het daadwerkelijk verloop van het aantal wachtplekken in Nederland.
In onderstaand figuur wordt de trend van de ontwikkeling van het actueel aantal wachtplekken getoond, samen met de ontwikkeling van de vullingsgraad. De vullingsgraad geeft de verhouding weer tussen de totale jaaromzet en het deel dat vertegenwoordigd is in de maandelijkse aanlevering. Hoe hoger de vullingsgraad, hoe groter deel van de markt in beeld is en dus ook hoe beter het toegankelijkheidsprobleem in beeld is.
Beide trends laten een stijgende lijn zien; we zien een stijging in het aantal wachtplekken, maar ook een stijging in de vullingsgraad. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat het aantal wachtplekken niet lijkt te dalen.
Figuur 1: Trend ontwikkeling actueel aantal wachtplekken
Instroom
Instroomaantallen1 worden door de ggz-zorgaanbieders aangeleverd op diagnose- en vestigingsniveau.
De NZa ziet dat er veel fouten worden gemaakt bij de aanlevering van de instroomaantallen, zoals het invullen van de totale instroom per diagnosegroep in plaats van deze correct verdelen over verschillende hoofddiagnosegroepen. Dit kleurt de instroomaantallen zoals hieronder getoond.
Bij de instroom voor intake is een hoge uitschieter zichtbaar voor de hoofddiagnosegroepen diagnose onbekend en basis-ggz. Dit beeld zagen we ook in de vorige informatiekaart. Wel zien we nu een lagere instroom bij een aantal andere hoofddiagnosegroepen, zoals depressieve stemmingsstoornissen en trauma en stressgerelateerde stoornissen.
Voor start behandeling zijn er meerdere hoofddiagnosegroepen waar hoge instroomaantallen zijn, waarbij basis-ggz de hoogste instroom heeft. Ook dit is een bekend beeld. Wel is er ten opzichte van de vorige informatiekaart een lagere instroom voor start behandeling bij onder meer diagnose onbekend en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Bij neurobiologische ontwikkelingsstoornissen zien we nu juist een hogere instroom.
Figuur 2: Instroom per hoofddiagnose oktober 2024
Figuur 3 geeft een overzicht van de instroomcijfers per regio. De instroom in de regio's Utrecht en Amsterdam valt hierin op, hier zijn de hoogste instroomaantallen. Dit was ook ten tijde van de vorige informatiekaart. Wel valt op dat de instroomaantallen bij intake en start behandeling in deze regio's in absolute zin zijn gedaald ten opzichte van eerder. In andere regio's is juist een stijging zichtbaar in de instroomaantallen, bijvoorbeeld in Noord Holland Noord voor intake en start behandeling.
Figuur 3: Instroom per regio oktober 2024
Wachttijden
Naast het aantal wachtplekken leveren alle ggz-zorgaanbieders hun wachttijden in weken aan. Dit gebeurt op diagnose- en vestigingsniveau en wordt aangeleverd door alle ggz-zorgaanbieders. Te zien is dat in oktober 2024 voor enkel de basis-ggz de landelijk gemiddelde totale wachttijd op de Treeknorm ligt. Voor alle andere hoofddiagnosegroepen ligt het landelijke totale gemiddelde boven de Treeknorm.
Figuur 4: Landelijk gemiddelde totale wachttijd per hoofddiagnosegroep (in weken), oktober 2024
Diagnosegroep
|
Oktober 2024
|
Andere problemen
|
23
|
Angst
|
22
|
Basis ggz
|
14
|
Bipolair
|
22
|
Depressie
|
20
|
Diagnose onbekend
|
25
|
Eetstoornissen
|
23
|
Middelgerelateerd en verslaving
|
15
|
Neurobiologischeontwikkelingsstroornissen
|
25
|
Neurocognitieve stoornissen
|
23
|
Obsessief-compulsief
|
25
|
Persoonlijkheid
|
28
|
Restgroep
|
25
|
Schizofrenie
|
15
|
Somatische symptoomstoornissen
|
19
|
Trauma
|
24
|
Figuur 5 laat de trendontwikkeling zien voor het verloop van de landelijke wachttijden per hoofddiagnose. Bij de hoofddiagnosegroep 'Restgroep' valt op dat de gemiddelde landelijke aanmeldwachttijd hoog is geweest en sinds mei 2024 een daling is ingezet. Deze daling is waarschijnlijk het positieve gevolg van uitgevoerde interventies op de kwaliteit van de data-aanlevering.
De gemiddelde landelijke behandelwachttijd is voor deze restgroep, net als voor de meeste andere hoofddiagnosegroepen, echter wel redelijk stabiel en korter dan de Treeknorm voor behandeling van 10 weken.
Figuur 5: Verloop landelijke wachttijden per diagnose (in weken), oktober 2023 tot en met oktober 2024
Figuur 6 geeft een overzicht van de gemiddelde regionale wachttijden per diagnosegroep, waarbij geldt dat hoe donkerder blauw hoe hoger de wachttijd. De getoonde waarden zijn de gemiddelde wachttijden gemeten over meerdere ggz-zorgaanbieders, dit betekent dat er ook ggz-zorgaanbieders in de regio zijn met aanzienlijk lagere of hogere wachttijden. Dit overzicht legt eventuele regionale knelpunten bloot. Daarmee biedt het overzicht aanknopingspunten voor regionale taskforces, eventuele regionale transfertafels en (het door regio's starten met) de regionale versnellers om het gesprek aan te gaan of verder op te voeren met de verschillende partijen in de regio. In het overgrote deel van de regio's liggen de gemiddelde totale wachttijden hoger dan de Treeknorm.
Figuur 6: Gemiddelde totale wachttijden in weken, per diagnosehoofdgroep en per regio, oktober 2024