Vastgesteld op 4 februari 2025
Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50, tweede lid, van de Wmg.
Gelet op artikel 59, aanhef en onder a, b en c van de Wmg, heeft de minister van VWS met een brief ten behoeve van de voorliggende beleidsregel een aanwijzing op grond van artikel 7 van de Wmg, aan de NZa gegeven. Brief en aanwijzing dateren van 9 oktober 2023 en hebben als kenmerk 3696063-1053658-PZo. De aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2023, 28922.
Een aanvullende brief en aanwijzing dateren van 13 augustus 2024 en hebben als kenmerk 3871970-1068062-PZo. De aanwijzing is gepubliceerd in de Staatscourant onder nummer 2024, 27375.
Artikel 11 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding, terugwerkende kracht en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel IZA-transformaties, met kenmerk BR/REG-24154, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding / Bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de beleidsregel ingevolge artikel 5, aanhef en onderdeel e, van de Bekendmakingswet, wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2028.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel IZA-transformaties.
Toelichting
Wijzigingen in de Beleidsregel IZA-transformaties (BR/REG-25148) ten opzichte van de Beleidsregel IZA-transformaties (BR/REG-24154):
In de algemene toelichting is verduidelijkt dat een aanvraag en toekenning ten laste van het Fonds langdurige zorg kunnen plaatsvinden ten name van één zorgkantoor dat als "kassier" fungeert. Verder is in de aanhef van de beleidsregel een onjuiste verwijzing naar de Staatscourant verbeterd.
Wijzigingen in de Beleidsregel IZA-transformaties (BR/REG-24154) ten opzichte van de Beleidsregel IZA-transformaties (BR/REG-23153):
Op basis van een aanwijzing van VWS maakt de beleidsregel het mogelijk dat IZA-transformatieprojecten ook (mede) ten laste kunnen komen van het Fonds langdurige zorg.
Algemeen
Om uitdagingen in de zorg aan te pakken heeft de minister van VWS met betrokken partijen het Integraal zorgakkoord (IZA) gesloten met daarin een groot aantal afspraken. Het IZA beoogt onder andere veranderprocessen te versnellen; veranderprocessen waarin zorgaanbieders, zorgprofessionals, patiëntenorganisaties, zorgverzekeraars en gemeenten samen plannen voor impactvolle zorgtransformaties maken en realiseren. Daarbij kan gedacht worden aan transformatieplannen die bijvoorbeeld bijdragen aan de versterking van de samenwerking binnen de regio of tussen eerstelijnszorg en ziekenhuizen. Of bijvoorbeeld een ziekenhuis dat wil omvormen naar een gezondheidscentrum.
Om impactvolle transformaties naar passende zorg te bevorderen, heeft de minister transformatiemiddelen beschikbaar gesteld voor de periode 2023–2027. Met de inzet van de transformatiemiddelen kunnen partijen werken aan impactvolle transformaties naar passende zorg in de praktijk, en daarmee bijdragen aan de verwezenlijking van de inhoudelijke doelen en financiële opgave van het IZA. De inhoudelijke beoordeling van transformatieplannen gebeurt door zorgverzekeraars aan de hand van een beoordelingskader. Om zorgaanbieders en zorgverzekeraars vervolgens technisch ook in staat te stellen de kosten van zulke transformaties vergoed en gecompenseerd te krijgen, is een nieuwe bekostigingsmogelijkheid met een aparte prestatie voor transformatieprojecten nodig, zoals ook beoogd in het IZA. Na de Tweede en Eerste Kamer hierover geïnformeerd te hebben, heeft de minister de NZa aanwijzingen gegeven om hiervoor regels op te stellen. Met deze beleidsregel legt de NZa vast hoe zij dit regelt.
Met betrekking tot het Flz-deel van het projectbedrag geldt dat de beoordeling door de NZa en de beschikking van de NZa zich afspelen buiten de reguliere toetsingen en beschikkingen rondom Wlz-zorg. De transformatiemiddelen lopen dus bijvoorbeeld buiten de contracteerruimte(toets) om en buiten de cyclus van budget-, herschikking en nacalculatie voor reguliere Wlz-zorg. De verdere werkwijze rondom het Flz-deel van het projectbedrag is op hoofdlijnen beschreven in de (voorhang)brief van de minister van VWS van 4 juni 2024, Kamerstukken II, 2023-2024, 31765, nr. 850 en in de hierboven genoemde (toelichting op de) aanwijzing uit 2024.
Zorgkantoren en zorgverzekeraars hebben via ZN aan de NZa laten weten dat het Flz-deel niet uitvoerbaar is als de NZa de beschikking ten name van een zorgkantoor stelt volgens de reguliere taakverdeling. Redenen daarvoor zijn met name administratieve lasten en financiële toerekeningen. De reguliere taakverdeling volgend, zou de NZa de beschikking ten name stellen van het zorgkantoor welke bij de prestatie is betrokken. Dat is het zorgkantoor van de regio waarin een Wlz-aanbieder de Wlz-zorg/transformatie verricht, of anders gezegd: het gaat om de (zorgkantoor)regio waar de Wlz-zorg/transformatie wordt verleend aan de verzekerden die wonen in de regio waarvoor de Wlz-uitvoerder is aangewezen als zorgkantoor. Als meerdere regio's zijn betrokken, zou de beschikking ten name worden gesteld van elke regio voor ieders deel. De tekst van de beleidsregel sluit op zichzelf niet uit dat de NZa anders beschikt dan overeenkomstig de reguliere systematiek. In afwijking van de reguliere systematiek kan de NZa de beschikking op aanvraag ten name stellen van een zorgkantoor dat als "kassier" fungeert. Dat is een zorgkantoor dat in plaats van andere zorgkantoren alle verantwoordelijkheden, de administratie, het regelen van betalingen, etc. op zich neemt. De NZa zal in voorkomend geval de beschikking op naam stellen van zo'n zorgkantoor dat als kassier fungeert. De NZa zal de gewenste tenaamstelling overnemen uit de aanvraag van partijen.
Artikelsgewijs
Artikel 5: Beschikbare middelen
-
5.4: De functie van artikel 5.4 is om aan te geven dat de NZa alleen stopt met het afgeven van beschikkingen als de minister daar expliciet opdracht voor geeft. De minister zal dit bijvoorbeeld kunnen doen op basis van monitoring en/of op aangeven van het BO IZA.
-
5.5: De functie van artikel 5.5 is vergelijkbaar met die van 5.4. Een reden van aanpassing kan bijvoorbeeld zijn een onderuitputting van lopende projecten, blijkend uit de driemaandelijkse monitoring van projecten. Het kan ook gaan om een politiek besluit.
Artikel 6: Beoordeling
-
6.1: Het indieningsmoment is het moment dat een mail met beschikkingsaanvraag wordt verzonden aan de NZa. Dit moment is af te lezen uit de metadata bij de door de NZa ontvangen mail. Een formele volgorde in de afhandeling is nodig voor de periode dat de middelen uitgeput beginnen te raken, en sommige projecten om die reden mogelijk geen beschikking meer kunnen krijgen. De IZA-afspraken rondom het oormerken van transformatiemiddelen voor bepaalde sectoren en een gelijkmatige verdeling over regio's worden in IZA-verband gemonitord en geborgd. De NZa heeft hier geen formele rol in. De NZa gaat ervan uit dat de uiteindelijke volgorde waarin projecten worden ingediend in overeenstemming is met deze IZA-afspraken.
Artikel 8: Prestatie, tariefsoort, bovengrens
-
8.1: Een IZA-transformatieprestatie kan in rekening worden gebracht en betaald bij het afronden van een project-kpi. Een project-kpi is een key performance indicator van een IZA-transformatieproject. Het behalen van (een bepaalde waarde van) een project-kpi kan een mijlpaal zijn waaraan betalingsafspraken zijn gekoppeld. Met project-kpi's wordt gedoeld op de kpi's die opgenomen zijn bij de beschrijving van het project in de webapplicatie van ZN. Project-kpi's kunnen ook zogenoemde mijlpalen zijn, zolang het gaat om inspannings- of resultaatverplichtingen die in het project zijn afgesproken en waaraan een betaling is gekoppeld.
Met het onderscheid naar Zvf- en Flz-deel worden betaaltitels en grenzen gecreëerd waarvan duidelijk is wie wat bij wie in rekening kan brengen. Daarmee wordt duidelijk welke betalingen ten laste van het Zorgverzekeringsfonds of Fonds langdurige zorg komen en welke niet.
-
8.3: De NZa kent in de beschikking het Zvf-deel en het Flz-deel van het aangevraagde projectbedrag toe. Dit is een grens (Wmg art. 50, lid 2) en geen tarief (Wmg art. 50 lid 1). De grens betreft een bovengrens. Daarnaast stellen we een unieke prestatie vast met een vrij tarief voor het in rekening brengen en uitbetalen van behaalde project-kpi's tot genoemde bovengrens. De NZa ziet erop toe dat declaraties die de bovengrens overschrijden niet ten laste van het Zorgverzekeringsfonds en/of het Fonds langdurige zorg kunnen worden gebracht.
Artikel 9: Voorschriften en beperkingen
De overeenstemming is naast een beoordelingscriterium (artikel 6) ook een voorwaarde voor het declareren en vergoeden. Met andere woorden, de overeenstemming moet er niet alleen zijn op het moment van aanvraag, maar op elk moment tijdens de looptijd van de beschikking.
Artikel 11
De beleidsregel kent ter uitvoering van de aanwijzing van VWS terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024. Terugwerkende kracht is met het oog op de aan de beleidsregel toegevoegde Wlz-component.