Nummer
|
Datum Inwerkingtreding
|
|
TB/REG-25646-01
|
01-01-2025
|
|
Datum ondertekening
|
Geldig tot
|
Behandeling door
|
7 november 2024
|
01-01-2026
|
Regulering
|
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
de artikelen 35, 50, tweede lid, onder c en 52 aanhef en onder e van de Wmg,
alsmede de beleidsregel:
en de nadere regel:
A voor de gezamenlijke aanbieders van geneeskundige geestelijke gezondheidszorg:
voor het jaar 2025 een macro (omzet)grens, zijnde een bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, van de Wmg, vastgesteld.
De hoogte van deze macro (omzet)grens wordt vastgesteld op € 5.835,90 miljoen (prijsniveau 2025)1.
B. voor elke afzonderlijke aanbieder van curatieve GGZ:
voor het jaar 2025 per zorgaanbieder een individuele omzetgrens, zijnde een bovengrens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder c, van de Wmg vastgesteld.
De individuele omzetgrens per zorgaanbieder voor het jaar 2025 luidt als volgt:
situatie a.
Indien de Minister van VWS, uiterlijk op 1 juli 2027, aan de NZa zal meedelen dat géén sprake is van overschrijding van de (macro)omzetgrens, c.q. het landelijk MBI-omzetplafond, over het jaar 2025:
individuele omzetgrens (2025) = individuele omzet2 (2025)
situatie b.
Indien de Minister van VWS, uiterlijk op 1 juli 2027, aan de NZa zal meedelen dat sprake is van een overschrijding van de (macro)omzetgrens, c.q. het landelijk MBI-omzetplafond, over het jaar 2025:
ind. omzetgrens (2025) = ind. omzet (2025) * (( macro omzet (2025) – overschrijding (2025) ) / macro omzet (2025) )
Nadat een mededeling van de Minister van VWS door de Nederlandse Zorgautoriteit is ontvangen dat sprake is van situatie b, stuurt de NZa iedere afzonderlijke zorgaanbieder van geneeskundige ggz een beschikking waarin de effecten van die mededeling voor die zorgaanbieder bekend worden gemaakt.
Bij situatie a stelt de NZa een gewijzigde bovengrens ambtshalve vast op het totaal van de gerealiseerde omzet via een collectieve beschikking.
Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2025 en eindigt per 1 januari 2026.
Ingevolge artikel 5, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Bekendmakingswet zal van de vaststelling van deze beschikking mededeling worden gedaan in de Staatscourant. Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel d, van de Wmg wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2024, treedt deze tariefbeschikking in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2025.
Bezwaarclausule
Indien u het niet eens bent met dit besluit dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: via dit portaal, via de website (www.nza.nl/bezwaar) of per post. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres:
Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
-
naam en adres van de indiener;
-
de dagtekening;
-
een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
-
de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit,
Martijn van Eckeveld
unitmanager Beschikbaarheidbijdragen, Geestelijke Gezondheid en Forensische Zorg