Artikelsgewijs
Artikel 2 Doel van de beleidsregel
Een betere prijs/kwaliteitverhouding van zorg kan tot stand komen als gevolg van een verbeterde kwaliteit (bij gelijkblijvende prijs) van zorg, een lagere prijs (bij gelijkblijvende kwaliteit) van zorg of zowel een verbeterde kwaliteit als een lagere prijs van zorg. Met de 'prijs' van zorg wordt bedoeld de kosten van de zorg voor de patiënt.
Artikel 3 Reikwijdte
De prestatie waarmee geëxperimenteerd wordt, geldt alleen voor zorg waarvoor de NZa in de reguliere en experimentbeleidsregels nog geen prestatiebeschrijving heeft vastgesteld, tenzij de huidige prestatiebeschrijving(en) de uitvoering van het experiment in de weg staat (staan). Dit is ter beoordeling van de NZa. Prestaties die al zijn vastgesteld als reguliere prestaties dient men te declareren en financieren volgens de daarvoor geldende regelingen. Ten overvloede wordt opgemerkt dat de bepalingen uit artikel 58 Wmg van toepassing zijn op kortdurende kleinschalige experimenten
Artikel 4 Tarief
Artikel 4, lid 1
Het experiment mag niet worden gebruikt om over te gaan naar vrije tarieven voor zorg waarvoor dat bewust (nog) niet het geval is. Het experiment heeft niet tot gevolg dat voor zorg waarvoor een maximum of vast tarief geldt, zorg wordt waarvoor een vrij tarief in rekening kan worden gebracht.
Artikel 4, lid 2 en 3
In deze artikelen stelt de NZa de mogelijkheid voor onderlinge dienstverlening open. Hierdoor schept de NZa de mogelijkheid voor een zorgaanbieder om een tarief voor een deel van een innovatieve prestatie bij een andere zorgaanbieder in rekening te brengen. Wanneer een zorgaanbieder bijvoorbeeld een innovatieve ketenzorgprestatie overeenkomt met de ziektekostenverzekeraar mag deze zorgaanbieder (als hoofdaannemer) een deel van de ketenzorgprestatie uitbesteden aan een andere zorgaanbieder (als onderaannemer) die hiervoor een tarief bij de hoofdaannemer in rekening brengt.
Artikel 5 Aanvragen van een experiment
Artikel 5, lid 2, sub d
Om de doelstelling(en) van het experiment meetbaar te maken zullen de experimenteerpartijen aandacht moeten besteden aan een goede experimentopzet. Een goede experimentopzet houdt in dat de relevante uitkomsten als gevolg van de innovatieve zorgprestatie worden vergeleken met de uitgangssituatie. Het verschil geeft een indicatie van het resultaat van het experiment. Aangezien de kortdurende kleinschalige experimenten altijd gericht zijn op een verbetering van de prijs/kwaliteitverhouding van zorg voorziet een goede experimentopzet in het meetbaar maken van de gevolgen van de innovatieve zorgprestatie voor zowel de kwaliteit als de prijs van zorg.
Artikel 5, lid 2, sub h
De experimenteerpartijen vermelden ten laste van welke financieringsbron de innovatieve zorgprestatie wordt gebracht en geven daarvan een onderbouwing. Het is de verantwoordelijkheid van de ziektekostenverzekeraar om de innovatieve zorgprestatie ten laste van de juiste financieringsbron te brengen.
Artikel 5, lid 3
Bij de aanvraag van het experiment beoordeelt de NZa of de innovatieve prestatie valt binnen de reikwijdte van de Wmg. De NZa kan de aanvraag voorleggen aan het Zorginstituut Nederland. Hierbij geldt dat voor innovatieve zorgprestaties dezelfde wettelijke regels ten aanzien van aanspraak, eigen risico en eigen bijdrage van toepassing zijn, als voor reguliere zorgprestaties. Experimenten die buiten de reikwijdte van de Wmg vallen, vallen buiten de bevoegdheden van de NZa. Daarnaast beoordeelt de NZa of de overeenkomst voldoet aan de voorwaarden zoals beschreven in artikel 5.2 van deze beleidsregel. Hierbij let de NZa in het bijzonder op de doelstelling van het experiment en de meetbaarheid hiervan. De NZa zal zich positief kritisch opstellen bij de beoordeling van de in artikel 5.2 gestelde voorwaarden en zal hierbij geen onnodige drempels opwerpen om een experiment te starten. De experimenteerpartijen blijven te allen tijden zelf verantwoordelijk voor de evaluatie en uitvoering van het experiment.
Artikel 5, lid 7
In artikel 35 Wmg is bepaald dat het niet is toegestaan om een tarief in rekening te brengen voor een prestatie waarvoor geen prestatiebeschrijving is vastgesteld. Het is zorgaanbieders voorts verboden een tarief in rekening te brengen dat niet overeenkomt met het tarief dat voor de betrokken prestatie is vastgesteld. Om de innovatieve zorgprestatie in rekening te kunnen brengen en te vergoeden, moeten de experimenteerpartijen in het bezit zijn van een individuele beschikking voor deze zorgprestatie. De NZa geeft een individuele beschikking af bij toewijzing van een experiment. De individuele beschikking is alleen van toepassing op de experimenteerpartijen. De zorgaanbieder en de ziektekostenverzekeraar die het experiment hebben aangevraagd en van de NZa een beschikking hebben ontvangen, mogen de omschreven zorg in rekening brengen en vergoeden tegen het afgesproken bedrag.
Artikel 6 Aansluiten bij een bestaand experiment
De innovatieve zorgprestatie kan pas door de aansluiter worden vergoed of in rekening worden gebracht nadat de NZa een individuele beschikking aan de aansluiter heeft afgegeven.
Artikel 7 en 8 'Tussenevaluatie van het experiment' en 'Eindevaluatie van het experiment'
Het doel van de tussenevaluatie is het verloop van het experiment te kunnen volgen en te kunnen anticiperen op mogelijke uitkomsten. De experimenteerpartijen voeren de experimentevaluatie zelf uit. Experimenteerpartijen worden geacht het experiment zo in te richten, dat het experiment binnen de experimenteerperiode geëvalueerd wordt.
De NZa beoordeelt of experimenteerpartijen aannemelijk maken dat de doelstelling van het experiment is behaald. De NZa oordeelt niet zorginhoudelijk over de resultaten van het experiment. Daarnaast heeft de ziektekostenverzekeraar een belangrijke rol bij het beoordelen van het experiment. De ziektekostenverzekeraar geeft in de evaluatie van het experiment aan of de innovatieve zorgprestatie na het experiment meerwaarde heeft en potentie heeft voor landelijke uitrol. Een positieve uitkomst van de evaluatie biedt geen garantie voor de vaststelling van een reguliere zorgprestatie.
Tegelijk met het indienen van de eindevaluatie, kunnen experimenteerpartijen een reguliere zorgprestatie en/of een tarief, een verlenging van het experiment of een tijdelijke instandlating van de gevolgen van het experiment (voor het afbouwen van een experiment of om een reguliere prestatie te ontwikkelen), aanvragen bij de NZa. Zie voor dit laatste de beleidsregel 'Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten'.
Artikel 10 Verlengen van het experiment
De experimenteerperiode van drie jaar biedt meestal voldoende tijd om de innovatieve zorgprestatie te beoordelen en te onderzoeken, zodat een geslaagd experiment tijdig kan worden omgezet naar reguliere bekostiging. Er zijn echter experimenten waarvoor een langere periode vereist is. De verlenging wordt niet op voorhand gegeven.