Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen.
Ingevolge artikel 52, aanhef en onder e, Wmg worden de tarieven die uit de voorliggende beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld.
Artikel 1 Reikwijdte
Deze beleidsregel is van toepassing op tandheelkundige zorg, orthodontische zorg, huisartsenzorg en verloskundige zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Voor zover geen sprake is van zorg als omschreven in vorige zin, is deze beleidsregel van toepassing op handelingen1 of werkzaamheden2 op het terrein van de tandheelkundige zorg, orthodontische zorg, huisartsenzorg en verloskundige zorg geleverd door of onder verantwoordelijkheid van beroepsbeoefenaren als bedoeld in artikel 3, dan wel 34, van de Wet BIG.
Artikel 2 Doel van de beleidsregel
Het doel van deze beleidsregel is het vastleggen op welke wijze de NZa jaarlijks de gereguleerde tarieven voor tandheelkundige zorg, orthodontische zorg, huisartsenzorg en verloskundige zorg indexeert.
Artikel 3 Begripsbepalingen
3.1 Inkomensbestanddeel
Het aandeel van de arbeidskostencomponent in het gereguleerde (maximum)tarief.
3.2 Praktijkkostenbestanddeel
Het aandeel van de praktijkkosten in het gereguleerde (maximum)tarief. Het praktijkkostenbestanddeel is opgebouwd uit de elementen personeelskosten en materiële kosten.
3.3 Rekenomzet
De som van het inkomensbestanddeel (zie artikel 3.1) en het praktijkkostenbestanddeel (zie artikel 3.2).
3.4 Rekennorm
Begripsaanduiding voor het aantal verrichtingen per jaar.
3.5 Tarief
De uitkomst van de rekenomzet (zie artikel 3.3) gedeeld door de rekennorm (zie artikel 3.4).
Artikel 4 Indexaties
4.1 De beleidsregel betreft de jaarlijkse aanpassingssystematiek van het inkomens- en praktijkkostenbestanddeel in de gereguleerde tarieven. Deze indexatie vindt zowel voor- als nacalculatorisch plaats.
4.2 De aanpassing van het in de beleidsregelwaarden opgenomen inkomensbestanddeel en de personele loonkostencomponent voor jaar t is gebaseerd op het door de Minister van VWS voor dat jaar aangegeven indexatiepercentage Overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling (Ova). Deze aanpassing bestaat uit:
‒ een structurele doorwerking in jaar t van de uit het definitieve Ova-indexcijfer blijkende verschil tussen de voor- en eindcalculatie van jaar t-13;
‒ een 100% voorcalculatie van het voorlopige Ova-indexcijfer voor het jaar t.
De voor- en eindcalculatie van het Ministerie van VWS worden door de NZa in de beleidsregelwaarden verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve index.
4.3 De aanpassing van de in de beleidsregelwaarden opgenomen materiële kostencomponent voor jaar t is gebaseerd op gegevens uit de tabel 'Middelen en bestedingen' van het Centraal Economisch Plan (CEP) van het Centraal Planbureau (CPB) van het jaar t. Deze aanpassing bestaat uit:
‒ een structurele doorwerking in jaar t van het uit het CEP blijkende verschil tussen de voor- en eindcalculatie van jaar t-14;
‒ een 100% voorcalculatie van het voorlopige CEP-indexcijfer voor het jaar t.
De voorcalculatie van het Ministerie van VWS en de eindcalculatie van het CPB worden door de NZa in de beleidsregelwaarden verwerkt als voorlopige respectievelijk definitieve index.
4.4 Met de brief van 20 september 2022 (kenmerk 3434939-1035019-FEZ) heeft VWS de NZa opdracht gegeven om voor de tariefberekening 2023 incidenteel aan te sluiten op de ramingen uit de Macro Economische Verkenningen van het Centraal Planbureau. Dit geldt zowel voor de personele index als de materiële index.
Artikel 5 Intrekking oude beleidsregel
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de Beleidsregel indexering, met kenmerk BR/REG-22157 ingetrokken.
Artikel 6 Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel, bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel
Toepasselijkheid voorafgaande beleidsregel
De Beleidsregel indexering, met kenmerk BR/REG-22157, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beleidsregel en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beleidsregel gold.
Inwerkingtreding / bekendmaking
Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2023.
Ingevolge artikel 5, aanhef en onder e, van de Bekendmakingswet, zal deze beleidsregel in de Staatscourant worden geplaatst.
De beleidsregel ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel indexering.
TOELICHTING
Het doel van deze beleidsregel is het vastleggen van de wijze waarop de NZa jaarlijks de gereguleerde tarieven indexeert.
Per brief heeft het Ministerie van VWS de NZa verzocht de indexeringssystematiek vanaf 2017 op de volgende onderdelen te wijzigen:
‒ De gereguleerde tarieven worden gebaseerd op een 100% voorcalculatorische index (in plaats van 50%).
‒ De systematiek van incidentele nacalculatie komt te vervallen. De tijdelijke inhaalcomponent over het jaar 2016 wordt nog eenmalig in de tarieven 2017 verwerkt.
‒ De arbeidskostencomponent dient geïndexeerd te worden met dezelfde index waarmee de personele kosten worden geïndexeerd.
Rekenvoorbeeld:
Structurele doorwerking verschil voor- en eindcalculatie jaar t-1
Stel dat de voorlopige index van jaar t-1 is vastgesteld op 1,75% en de definitieve index van jaar t-1 op 2,95%. De structurele doorwerking in jaar t is dan een percentage van 1,18% op de beleidsregelbedragen van het jaar t-1.
Het percentage van 1,18% is als volgt berekend:
(1,0295/1,0175) – 1 = 0,0118 ofwel 1,18%5
Voetnoten
1 Het betreft hier de handelingen bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 2°, van de Wmg.
2 Het betreft hier de werkzaamheden bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, van het
Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer WMG.
3 Zie rekenvoorbeeld in de toelichting.
4 Zie rekenvoorbeeld in de toelichting.
5 Bij de berekening wordt niet tussentijds afgerond.