Nummer
|
Datum inwerkingtreding
|
|
TB/REG-23618-02
|
1 januari 2023
|
|
Datum ondertekening
|
Geldig tot
|
Behandeld door
|
4 oktober 2022
|
1 januari 2024
|
directie Regulering
|
De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),
en meer in het bijzonder:
artikel 35, artikel 50 eerste lid, onderdelen c en d jo. artikelen 51 tot met 53, van de Wmg,
op basis van de beleidsregel:
Beleidsregel regionale ondersteuning eerstelijnszorg,
besloten dat:
rechtsgeldig,
door:
- zorgaanbieders die geneeskundige zorg leveren zoals huisartsen en verloskundigen die biedn;
- zorgaanbieders die geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (ggz) leveren, niet zijnde gespecialiseerde ggz (basis-ggz);
- zorgaanbieders die paramedische zorg leveren zoals ergotherapeuten, fysiotherapeuten, oefentherapeuten, logopedisten en diëtisten die bieden;
- zorgaanbieders die farmaceutische zorg leveren zoals apotheekhoudende die bieden;
- zorgaanbieders als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, van de Wmg (factormaatschappijen),
aan:
- ziektekostenverzekeraars; en
- (niet-)verzekerden1,
in rekening mag worden gebracht:
de prestatiebeschrijving en bijbehorend maximumtarief (in euro's), zoals omschreven in de bij deze prestatie- en tariefbeschikking behorende bijlage 1, mits voldaan is aan de bij de betreffende prestatiebeschrijving beschreven voorschriften en beperkingen.
Vervallen en intrekken oude prestatie- en tariefbeschikkingen
De Prestatie- en tariefbeschikking regionale ondersteuning eerstelijnszorg, met kenmerk TB/REG-22624-02, die een geldigheidsduur had tot en met 31 december 2022, is met ingang van de dag na laatstgenoemde datum van rechtswege komen te vervallen.
Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze prestatie- en tariefbeschikking wordt de gepubliceerde maar nog niet in werking getreden Prestatie- en tariefbeschikking regionale ondersteuning eerstelijnszorg, met kenmerk TB/REG-23618-01 ingetrokken.
Toepasselijkheid voorafgaande prestatie- en tariefbeschikking
De Prestatie- en tariefbeschikking regionale ondersteuning eerstelijnszorg, met kenmerk TB/REG-22624-02, blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die beschikking en die betrekking hebben op de periode waarvoor die beschikking gold.
Inwerkingtreding
Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2024.
Ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wmg, zal van de terinzagelegging van deze beschikking kennisgeving worden gedaan in de Staatscourant.
Deze beschikking ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Citeertitel
Deze beschikking wordt aangehaald als: Prestatie- en tariefbeschikking regionale ondersteuning eerstelijnszorg.
Bezwaarclausule
Indien u het niet eens bent met dit besluit, dan kunt u binnen zes weken na verzending/bekendmaking van dit besluit een bezwaarschrift indienen bij de Nederlandse Zorgautoriteit. U kunt uw bezwaar indienen: via de website (www.nza.nl/bezwaar) of per post. Het is niet mogelijk uw bezwaar via de e-mail in te dienen.
Adres: Nederlandse Zorgautoriteit
t.a.v. unit Juridische Zaken
Postbus 3017
3502 GA UTRECHT
(In de linkerbovenhoek van de envelop vermeldt u: Bezwaarschrift)
Het bezwaar dient volgens artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk en ondertekend te worden ingediend en dient ten minste de volgende gegevens te bevatten:
- naam en adres van de indiener;
- de dagtekening;
- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt;
- de gronden (onderbouwing) van het bezwaar.
Wij verzoeken u een kopie van dit besluit bij te voegen.
Met vriendelijke groet,
Nederlandse Zorgautoriteit
E. de Kogel MSc
unitmanager Eerstelijnszorg
Voetnoten
1. Voor de toepassing van deze tariefbeschikking wordt een persoon, die:
‒ krachtens de sociale ziektekostenwetgeving van een andere staat verzekerd is, en
‒ in Nederland woont of hier tijdelijk verblijft, en
‒ krachtens een Verordening van de Raad van de Europese Unie, dan wel krachtens enig ander door Nederland gesloten bilateraal of multilateraal verdrag, recht heeft op verstrekkingen overeenkomstig het bepaalde bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet langdurige zorg (Wlz),
gelijk gesteld met een Zvw-, respectievelijk, Wlz-verzekerde.