Gelet op de artikelen 35, 36 en 50, derde lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bevoegd tot het stellen van regels op het gebied van zorg zoals omschreven in artikel 3 van deze regeling.
Gelet op artikel 7 van de Wmg heeft de minister voor Medische Zorg met brief van 23 april 2020, met kenmerk 1677978-204496-PZO, een aanwijzing aan de NZa gegeven.
Gelet op artikel 7 van de Wmg, heeft de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport met brief van 31 januari 2022, met kenmerk 3308642-1023276-PZO, een aanwijzing aan de NZa gegeven.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt, tenzij anders vermeld, verstaan onder:
a. aanwijzing coronakosten: aanwijzing van 23 april 2020 inzake de meerkosten en continuïteitsbijdrage vanwege het coronavirus in curatieve en forensische zorg.
b. beleidsregel: de Beleidsregel generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus, kenmerk BR/REG-22160.
c. coronavirus: het severe acute respiratory syndrome coronavirus 2 (SARS-CoV-2 virus). De World Health Organization heeft deze naam gegeven aan het novel coronavirus 2019-nCov. Dit novel coronavirus (2019-nCov) is aangemerkt als behorende tot groep A, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van de Wet publieke gezondheid. Covid-19 is een infectieziekte veroorzaakt door SARS-CoV-2.
d. prestatie: prestatiebeschrijving als bedoeld in artikel 50, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wmg.
e. ziektekostenverzekeraar: een zorgverzekeraar of een particuliere ziektekostenverzekeraar, zijnde een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van verzekeraar mag uitoefenen, als omschreven in artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Wmg. Voor de toepassing van deze regeling wordt, voor zover het de inkoop en vergoeding van forensische zorg betreft, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), ressorterend onder het ministerie van Justitie en Veiligheid, met een ziektekostenverzekeraar gelijkgesteld.
f. zorg: zorg die valt onder de reikwijdte van artikel 3 van de beleidsregel.
g. zorgaanbieder: natuurlijk persoon of rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, aanhef en eerste lid, onderdeel c, van de Wmg.
Artikel 2 Doel van de regeling
Deze regeling beoogt voorschriften te stellen die zorgaanbieders in acht moeten nemen bij het registreren en declareren van de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' zoals omschreven in artikel 4 van de beleidsregel.
Artikel 3 Reikwijdte
1. Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die zorg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, en tweede lid, van de Wmg leveren waarop tarief- en/of prestatieregulering als bedoeld in de artikelen 50 tot en met 56 van de Wmg van toepassing is.
2. Van de reikwijdte van deze regeling zijn uitgezonderd zorgaanbieders die zorg bij of krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) leveren.
Artikel 4 Declaratievoorschriften
Aan het in rekening brengen van meerkosten met gebruikmaking van de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' worden de volgende declaratievoorschriften verbonden:
a. De prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' wordt slechts in rekening gebracht, indien hierover een schriftelijke afspraak is gemaakt tussen de zorgaanbieder en de ziektekostenverzekeraar of, wanneer het forensische zorg betreft, de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Aan dit voorschrift wordt ook voldaan wanneer de schriftelijke afspraak, of set van afspraken, bedoeld in de vorige zin niet op individueel niveau, maar op landelijk niveau, door de branchepartijen van zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars tot stand wordt/worden gebracht en de individuele leden unaniem met die afspraak of set van afspraken hebben ingestemd.
b. De prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' wordt slechts in rekening gebracht, indien daadwerkelijk zorg is geleverd aan verzekerden van de ziektekostenverzekeraar of aan justitiabelen met een forensische titel.
c. In afwijking van het vorige voorschrift (b) kan de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' ook in rekening worden gebracht, indien de meerkosten betrekking hebben op zorgcapaciteit die bewust en actief leeg en beschikbaar wordt gehouden voor coronapatiënten, of op extra gecreëerde zorgcapaciteit voor coronazorg, als dit op verzoek van het ROAZ/RONAZ en andere daartoe aangewezen organisaties of op grond van afstemming in ROAZ-verband is gebeurd.
d. De prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' wordt niet in rekening gebracht, c.q. komt niet voor vergoeding in aanmerking, indien de zorgaanbieder niet in staat is aan te tonen dat de betreffende kosten hun directe oorzaak vinden in de coronapandemie. Er moet sprake zijn van een direct causaal verband tussen de in rekening gebrachte meerkosten en de coronapandemie.
Artikel 5 Administratie- en registratievoorschriften
Aan het gebruik van de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' worden de volgende administratie- en registratievoorschriften verbonden:
a. De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor een juiste en volledige registratie van de geleverde prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus'.
b. Door de zorgaanbieder in rekening gebrachte extra kosten met gebruikmaking van de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' zijn zodanig identificeerbaar, dat (ook achteraf) uit de administratie van die zorgaanbieder valt te herleiden dat deze kosten verband houden met de coronapandemie. Zie ook het vierde voorschrift (d) van artikel 4. Zorgaanbieders en ziektekostenverzekeraars geven zelf nadere invulling aan een hiertoe geschikte wijze en leggen deze vast in de schriftelijke afspraak, of set van afspraken, bedoeld in het eerste voorschrift (a) van artikel 4.
c. De zorgaanbieder is verplicht te allen tijde medewerking te verlenen aan een verzoek van de NZa of een ziektekostenverzekeraar om vastlegging van de geregistreerde en gedeclareerde kosten met gebruikmaking van de prestatie 'meerkosten 2022 in verband met het coronavirus' op juistheid te controleren.
Artikel 6 Intrekking voorgaande regeling
De Regeling continuïteitsbijdrage en meerkosten in verband met de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus, met kenmerk NR/REG-2031, wordt ingetrokken. De in de vorige zin genoemde regeling blijft van toepassing op besluiten en aangelegenheden die hun grondslag vinden in die regeling en die betrekking hebben op de periode waarvoor die regeling gold.
Bekendmaking, inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 5, aanhef en onderdeel d, van de Bekendmakingswet wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023. Aan de inwerkingtreding wordt terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2022.
De regeling ligt ter inzage bij de NZa en is te raadplegen op www.nza.nl.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling generieke prestatie meerkosten 2022 in verband met het coronavirus.
De Nederlandse Zorgautoriteit,
dr. M.J. Kaljouw
voorzitter Raad van Bestuur