1.3 Begripsbepalingen
In deze nadere regel wordt verstaan onder:
a. afwezigheidsdagen: dagen waarop een patiënt die verblijft bij een instelling op basis van dbbc, zzp-c of zzp-vg afwezig is;
b. AGB-code: unieke code die aan een zorgaanbieder is toegekend. Met deze code kan de zorgaanbieder en de praktijk of de instelling worden geïdentificeerd;
c. algemeen indirecte tijd: patiëntgebonden tijd, niet zijnde 24-uurs continuïteitszorg, en niet zijnde direct patiëntgebonden tijd, indirect patiëntgebonden tijd of indirect patiëntgebonden reistijd. Algemeen indirecte tijd wordt geregistreerd bij een multidisciplinair overleg of bij de eindverslaglegging van een behandeltraject;
d. audit-trail: zodanige vastlegging van gegevens dat het spoor van basisgegeven naar eindgegeven en omgekeerd achteraf door een externe accountant of, afhankelijk van de aard van gegevens, door de medisch adviseur kan worden gevolgd en gecontroleerd;
e. behandelaar dbbc: behandelaar die op de beroepentabel voorkomt en activiteiten, verrichtingen en deelprestaties verblijf kan registreren. Een behandelaar kan tevens een hoofdbehandelaar zijn;
f. dagbesteding: het bevorderen, behouden of compenseren van de zelfredzaamheid van de patiënt. Dagbesteding vindt altijd plaats in het kader van de (psychiatrische) behandeling en is terug te vinden in het behandelplan van de patiënt.
g. dbbc: diagnose-behandel-beveiligingscombinatie. Een dbbc omvat het traject dat een patiënt doorloopt als hij zorg nodig heeft voor een specifieke diagnose, vanaf het eerste contact bij een forensische zorgaanbieder tot en met de behandeling die hier uit volgt. De dbbc vormt de basis voor de declaratie van deze geleverde zorg;
h. dbbc-dataset: de gegevens die verzameld en aangeleverd moeten worden conform de nadere regel ‘Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg’;
i. dbbc-prestatiecode: de twaalfcijferige code, die het afgesloten en gevalideerde dbbc-traject beschrijft;
j. dbbc-tarief: het bedrag dat voor een dbbc in rekening wordt gebracht conform de algemene tariefbeschikking prestaties in de forensische zorg;
k. dbbc-traject: de periode waarin alle activiteiten (openen, typeren, registreren en sluiten) in het kader van de behandeling van de patiënt worden uitgevoerd;
l. declaratie: de tussen zorgaanbieder en zorgverzekeraar overeengekomen wijze waarop de door de zorgaanbieder verrichte of te verrichten zorgprestatie bij de zorgverzekeraar in rekening wordt gebracht.
m. declaratiecode: de zescijferige code waaraan het bedrag van het dbbc-tarief is gekoppeld;
n. direct patiëntgebonden tijd: de tijd waarin een behandelaar, in het kader van de diagnostiek en/of activiteiten uit het behandelplan en niet zijnde 24-uurs continuïteitszorg, contact heeft met de patiënt of met familieleden, gezinsleden, ouders, partner of andere naasten (het systeem) van de patiënt.
o. extramurale parameters fz: de extramurale parameters als opgenomen in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven forensische zorg’ zijn de vastgestelde prestaties extramurale parameters fz.
p. forensisch psychiatrisch toezicht (fpt): een instrument om tbs-patiënten (terbeschikkingstelling) op een verantwoorde manier terug te laten keren in de samenleving. Tijdens de fasen transmuraal verlof, proefverlof of voorwaardelijke beëindiging verblijft de patiënt buiten het forensisch psychiatrisch centrum (fpc) en wordt op afstand begeleid voor een goede terugkeer in de samenleving. Het toezicht tijdens deze fasen gebeurt in de vorm van de fpt, uitgevoerd door de reclassering;
q. hoofdbehandelaar: zorgverlener, al dan niet in dienst van een rechtspersoon als bedoeld onder (ii) die, in reactie op de zorgvraag van een patiënt, bij die patiënt de diagnose stelt en onder wiens verantwoordelijkheid het dbbc-traject van die patiënt wordt doorlopen. Uitsluitend zorgverleners met een beroep dat is opgenomen in het BIG-register en die bevoegd en bekwaam zijn om patiënten te classificeren volgens de systematiek van de DSM-5 kunnen als hoofdbehandelaar worden aangemerkt;
r. hoofdgroepen: DSM-IV diagnosetyperingen zijn ingedeeld in hoofdgroepen. Er zijn voor de fz in totaal 8 hoofdgroepen;
s. indirect patiëntgebonden reistijd: de tijd die de behandelaar, in het kader van diagnostiek en/of activiteiten uit het behandelplan en niet zijnde 24-uurs continuïteitszorg, besteedt aan het reizen van en naar de patiënt die buiten de instelling behandeling, begeleiding of verpleging ontvangt;
t. indirect patiëntgebonden tijd: de tijd die de behandelaar, in het kader van diagnostiek en/of activiteiten uit het behandelplan en niet zijnde 24-uurs continuïteitszorg, besteedt aan zaken rondom een contactmoment (de direct patiëntgebonden tijd in het kader van de diagnostiek of behandeling), maar waarbij de patiënt (of het systeem van de patiënt) zelf niet aanwezig is. Onder indirect patiëntgebonden tijd valt bijvoorbeeld: het voorbereiden van een activiteit, verslaglegging in het kader van een activiteit of hersteltijd na een intensieve behandelsessie. Puur administratieve taken (zoals het maken van een afspraak) vallen niet onder indirect patiëntgebonden tijd;
u. initiële dbbc: een dbbc die wordt geopend voor een eerste of nieuwe primaire zorgvraag van een patiënt. De initiële dbbc is altijd de eerste dbbc binnen een zorgtraject;
v. minimale dataset (mds): via de minimale dataset leveren zorgaanbieders gegevens uit de basisregistratie aan, die inzicht geven in de geleverde en gedeclareerde zorg. In de mds staan data die verplicht moeten worden aangeleverd. De mds wordt vastgesteld door de NZa;
w. nevendiagnose: als overige stoornissen zorgverzwarend werken kunnen deze worden geregistreerd als nevendiagnoses;
x. niet-patiëntgebonden activiteiten: activiteiten zoals scholing, algemene vergaderingen, intervisies over het functioneren van collega’s, productontwikkeling en het lezen van vakliteratuur;
y. onderlinge dienstverlening: fz als bedoeld in de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven forensische zorg’, die een zorgaanbieder verleent als onderdeel van een door een andere zorgaanbieder uit te voeren prestatie. De eerstgenoemde zorgaanbieder duidt de NZa als ‘uitvoerende zorgaanbieder’. De laatstgenoemde zorgaanbieder duidt de NZa als de ‘opdrachtgevende zorgaanbieder’;
z. opeenvolgende zorgtrajecten: er is sprake van verschillende diagnoses waarvan één diagnose het meest dringend is. Er is dan sprake van één primaire diagnose en meerdere nevendiagnoses in een opeenvolgend zorgtraject.
aa. overige deelprestatie: overige deelprestaties betreffen specifieke elementen van zorg die niet passen binnen de dbbc-productstructuur.
bb. overige zorgproducten (ozp): ): overige zorgproducten betreffen vormen van zorg die onder de reikwijdte van de Wmg vallen, maar die zich (nog) niet lenen voor onderbrenging in de reguliere dbbc-productstructuur. In de fz bestaat twee overig zorgproducten: Toeslag evbg (extreem vlucht- en beheersgevaarlijk) en Spravato neusspray 28 mg;
cc. parallelle zorgtrajecten: hiervan is sprake als er verschillende diagnoses zijn met een gelijkwaardig belang waarbij een hoofdbehandelaar substantieel verschillende behandelingen in moet zetten.
dd. patiëntgebonden activiteiten: activiteiten die een behandelaar uitvoert in het kader van de diagnostiek en behandeling van een patiënt;
ee. prestatiebeschrijving: een prestatiebeschrijving is een gedetailleerde beschrijving van de prestatie die geleverd wordt. De prestatiebeschrijvingen van de dbbc’s, zzp-c, zzp-vg, extramurale parameters fz en ozp’s zijn opgenomen in de bijlage van de beleidsregel ‘Prestaties en tarieven forensische zorg’;
ff. primaire diagnose: de hoofdbehandelaar geeft per dbbc aan welke van de geregistreerde stoornissen op as I en/of as II de reden voor behandeling is. Dit wordt de primaire diagnose genoemd;
gg. verblijfsdag dbbc: hierbij gaat het om een ‘kale verblijfsdag’. In het tarief van de deelprestatie verblijf is wel de verpleging en verzorging meegenomen, maar niet de behandeling;
hh. vervolg-dbbc: een dbbc die volgt op een initiële dbbc of een voorgaande vervolg-dbbc. Een vervolg-dbbc heeft altijd dezelfde primaire diagnose als de eerder afgesloten initiële dbbc of vervolg-dbbc;
ii. zorgaanbieder: een zorginstelling forensische zorg als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, onderdeel o van de Wet forensische zorg.
jj. zorgtraject: een zorgtraject omvat de totale zorg die wordt geleverd in het kader van de behandeling van één primaire diagnose. Een initiële dbbc met eventueel één of meerdere vervolg-dbbc’s, vormen samen het zorgtraject.
kk. zorgtype: het zorgtype beschrijft de reden van het (eerste) contact tussen de zorgaanbieder en de patiënt;
ll. zorgverzekeraar: waar in deze nadere regel gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Divisie Forensische zorg/Justitiële Jeugdinrichtingen (ForZo/JJI) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), onderdeel van het ministerie van JenV, bedoeld. In de fz is ForZo/JJI verantwoordelijk voor het inkopen van fz. Daarom wordt op grond artikel 4 Wet forensische zorg, van artikel 1, derde lid, van de Wet Marktordening Gezondheidszorg ForZo/JJI gelijkgesteld aan een ziektekostenverzekeraar;
mm. zzp: Een zorgzwaartepakket (ZZP) is een volledig pakket van intramurale geestelijke gezondheidszorg dat aansluit op de kenmerken van een patiënt. In de forensische zorg wordt het zzp-c gehanteerd bij verblijf met begeleiding zonder behandeling. Daarnaast wordt de zzp-vg reeks gehanteerd voor zorg aan verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek.
nn. zzp-declaratieperiode: een periode van vier weken of een kalendermaand waarover de zorgaanbieders de geleverde zorg in het kader van de zzp-c of zzp-vg declareren, overeenkomstig de daartoe gemaakte afspraken met de zorgverzekeraar.
oo. tijd die niet afleidt naar een dbbc: direct patiëntgebonden tijd, indirect patiëntgebonden reistijd, indirect patiëntgebonden tijd of algemeen indirecte tijd, die geschreven wordt door beroepen die in de beroepentabel staan, waarvan conform de kolom ‘tijd leidt af’ de geschreven tijd niet afleidt naar een dbbc.
pp. Behandelplan: een plan waarin een beschrijving en het doel van de behandeling staan.
qq. 24-uurscontinuïteitszorg: de 24-uurscontinuïteitszorg is de basiszorg die op klinische afdelingen van een instelling 24 uur per dag voor de patiënt beschikbaar is.
rr. vov-personeel: verzorgend, opvoedkundig en verplegend personeel.